Aanzet -
februari 2008
Overal hoor je het om je heen. Nederland kan niet
zonder vrijwilligers. Maar wie zijn zij toch, die veelal onzichtbare mensen die
zorgen dat sociale activiteiten doorgaan, mensen blijven sporten of nieuwe
initiatieven ontstaan AanZet zoekt ze op.
Aan de telefoon Ahmed El Mesri (50), oprichter en
grote inspirator binnen de vereniging Assadaaka. Zijn doel: vriendschap
stimuleren tussen allochtonen en autochtonen, met en zonder handicap. Ahmed
heeft vandaag al spreekuren en vergaderingen achter de rug, en vanavond zal het
ook laat worden. Vrijwillig, maar ‘dit werk móét gewoon gedaan worden’.
Klik hier
http://www.youtube.com/watch?v=y7e8DewFMZo&feature=related om op te kijken.
Assadaaka is Arabisch voor vriendschap, en dat is
precies waar het leven van Ahmed El Mesri om draait. Wat is er mooier dan
vriendschap? vraagt hij. De vriendschap waar Ahmed zich door laat inspireren, gaat
verder dan alleen de speciale band tussen twee mensen. Aan de ene kant ziet hij
Assadaaka tussen meerdere mensen, tussen culturen en volkeren. Grenzeloos.
Waarbij menszijn centraal staat, voorbij culturele verschillen. Maar het is ook
intiemer, als vriendschap met jezelf en, zoals Ahmed het uitdrukt, vriendschap
met je sociale isolement.
Kijk, vertelt hij, ik was zestien toen ik uit Marokko vertrok. Ik wilde wat van de wereld zien en belandde op mijn zestiende in Nederland zonder overigens het plan me hier voorgoed te vestigen. Een auto-ongeluk maakte een einde aan mijn avontuurlijke bestaan. En daar zat ik dan, met een dwarslaesie, ver van huis, ver van mijn familie en vrienden. Een gehandicapte migrant waar niemand naar omkeek.
Ahmed: Aan verwijten heb je niets. Ik constateer alleen dat de situatie toen zo was. Ik was helemaal alleen. En pas toen ik de kracht had gevonden om mezelf te accepteren, kon ik ook het sociale isolement accepteren, en besefte ik dat ik de enige was die daar iets aan kon veranderen. Dus ja, voor mij is de vriendschap die ik met mijn leven sloot het begin geweest van een nieuw bestaan. Een leven waarin een van mijn belangrijkste doelen werd om er alles aan te doen andere mensen het lot van een isolement te besparen.
Kijk, vertelt hij, ik was zestien toen ik uit Marokko vertrok. Ik wilde wat van de wereld zien en belandde op mijn zestiende in Nederland zonder overigens het plan me hier voorgoed te vestigen. Een auto-ongeluk maakte een einde aan mijn avontuurlijke bestaan. En daar zat ik dan, met een dwarslaesie, ver van huis, ver van mijn familie en vrienden. Een gehandicapte migrant waar niemand naar omkeek.
Ahmed: Aan verwijten heb je niets. Ik constateer alleen dat de situatie toen zo was. Ik was helemaal alleen. En pas toen ik de kracht had gevonden om mezelf te accepteren, kon ik ook het sociale isolement accepteren, en besefte ik dat ik de enige was die daar iets aan kon veranderen. Dus ja, voor mij is de vriendschap die ik met mijn leven sloot het begin geweest van een nieuw bestaan. Een leven waarin een van mijn belangrijkste doelen werd om er alles aan te doen andere mensen het lot van een isolement te besparen.
Dertig functies
In een paar jaar tijd veroverde Ahmed een plaatsje in de maatschappij. Hij ging naar de sociale academie, maakte vrienden, kreeg een relatie, werd vader en werkte bij het Riagg als tolk-vertaler. Ook nam hij als vrijwilliger plaats in verschillende besturen van gehandicapten- en migrantenorganisaties en richtte hij in 1991 Assadaaka op. Assadaaka is een multiculturele vereniging die zich inzet voor participatie, integratie en de sociale cohesie in de multiculturele samenleving. De vereniging zet zich in voor vriendschap tussen verschillende culturen. In mijn ogen is een goede burger een mens die bijdraagt aan het welzijn van de mensen in zijn omgeving. Maar we hebben steeds meer haast gekregen, sociale contacten worden oppervlakkiger. Er is veel eenzaamheid, zowel onder allochtonen als autochtonen. Voor hen wil Assadaaka een luisterend oor bieden en een ontmoetingsplek zijn.
Assadaaka begon klein, maar is intussen uitgegroeid tot een organisatie die op verschillende locaties aanwezig is met meer dan tachtig vrijwilligers (dit komt even verderop ook nog). Een eigen pand heeft de vereniging helaas niet. Ahmed is met zijn rolstoel en laptop het mobiele kantoor. We zoeken onze toevlucht in wijkhuizen, kerken, moskeen en kraakpanden. Niet dat we een krakersbeweging zijn, maar zonder onderdak kunnen we niets beginnen.
Onlangs kreeg Ahmed voor al zijn werk een koninklijke. Ook verwijst de Sociale Dienst regelmatig mensen door. Desondanks krijgt de organisatie nauwelijks subsidie. De logica ontgaat Ahmed. Elke activiteit kost geld. En behalve een dak boven ons hoofd zouden we erg geholpen zijn met bijvoorbeeld een paar computers voor de cursussen die we geven. Want Assadaaka is méér dan een ontmoetingsplek en de activiteiten zijn zeer divers. Zo zijn er talloze inloopmiddagen en avonden, worden er spreekuren gedraaid waar iedereen bijvoorbeeld terecht kan met vragen over formulieren, en zijn computerlessen, taalcursussen, sport- en muziekactiviteiten. Wij zijn grenzeloos. We zijn er voor iedereen, allochtonen, voor autochtonen, voor gehandicapten of niet. Ook onze vrijwilligers komen uit alle lagen van de bevolking en uit allerlei verschillende landen. Jongeren, vrouwen, mannen en ook verschillende seksen. Maar geloof of etniciteit is bij ons geen item, hooguit een interessant gespreksonderwerp. Het mooie is dat elke vrijwilliger een eigen drijfveer heeft, en daar moet je als organisatie aandacht voor hebben. Natuurlijk brengt elke vrijwilliger zijn eigen expertise mee, maar niet alleen heeft de vrijwilliger Assadaaka iets te bieden, het omgekeerde is zeker zo belangrijk.
In een paar jaar tijd veroverde Ahmed een plaatsje in de maatschappij. Hij ging naar de sociale academie, maakte vrienden, kreeg een relatie, werd vader en werkte bij het Riagg als tolk-vertaler. Ook nam hij als vrijwilliger plaats in verschillende besturen van gehandicapten- en migrantenorganisaties en richtte hij in 1991 Assadaaka op. Assadaaka is een multiculturele vereniging die zich inzet voor participatie, integratie en de sociale cohesie in de multiculturele samenleving. De vereniging zet zich in voor vriendschap tussen verschillende culturen. In mijn ogen is een goede burger een mens die bijdraagt aan het welzijn van de mensen in zijn omgeving. Maar we hebben steeds meer haast gekregen, sociale contacten worden oppervlakkiger. Er is veel eenzaamheid, zowel onder allochtonen als autochtonen. Voor hen wil Assadaaka een luisterend oor bieden en een ontmoetingsplek zijn.
Assadaaka begon klein, maar is intussen uitgegroeid tot een organisatie die op verschillende locaties aanwezig is met meer dan tachtig vrijwilligers (dit komt even verderop ook nog). Een eigen pand heeft de vereniging helaas niet. Ahmed is met zijn rolstoel en laptop het mobiele kantoor. We zoeken onze toevlucht in wijkhuizen, kerken, moskeen en kraakpanden. Niet dat we een krakersbeweging zijn, maar zonder onderdak kunnen we niets beginnen.
Onlangs kreeg Ahmed voor al zijn werk een koninklijke. Ook verwijst de Sociale Dienst regelmatig mensen door. Desondanks krijgt de organisatie nauwelijks subsidie. De logica ontgaat Ahmed. Elke activiteit kost geld. En behalve een dak boven ons hoofd zouden we erg geholpen zijn met bijvoorbeeld een paar computers voor de cursussen die we geven. Want Assadaaka is méér dan een ontmoetingsplek en de activiteiten zijn zeer divers. Zo zijn er talloze inloopmiddagen en avonden, worden er spreekuren gedraaid waar iedereen bijvoorbeeld terecht kan met vragen over formulieren, en zijn computerlessen, taalcursussen, sport- en muziekactiviteiten. Wij zijn grenzeloos. We zijn er voor iedereen, allochtonen, voor autochtonen, voor gehandicapten of niet. Ook onze vrijwilligers komen uit alle lagen van de bevolking en uit allerlei verschillende landen. Jongeren, vrouwen, mannen en ook verschillende seksen. Maar geloof of etniciteit is bij ons geen item, hooguit een interessant gespreksonderwerp. Het mooie is dat elke vrijwilliger een eigen drijfveer heeft, en daar moet je als organisatie aandacht voor hebben. Natuurlijk brengt elke vrijwilliger zijn eigen expertise mee, maar niet alleen heeft de vrijwilliger Assadaaka iets te bieden, het omgekeerde is zeker zo belangrijk.
Migranten met beperking
Binnen Assadaaka is er speciale aandacht voor gehandicapte migranten. Een veelal onzichtbare groep, meent Ahmed. Het gaat vooral om gastarbeiders van de eerste generatie die nooit tijd hebben gehad of moeite hebben genomen om onze taal te leren en zich hier letterlijk kapot hebben gewerkt. Ze zijn niet eens altijd verzekerd en kennen de weg naar de hulpverlenende instanties niet. En áls ze al eens bij een loket belanden, struikelen ze over de formulieren die ze meekrijgen.
Binnen de migrantensfeer rust vaak nog een taboe op ziekte en handicap. Men schaamt zich tegenover mensen en houdt gehandicapten zoveel mogelijk binnen. Tegelijk hoe paradoxaal het ook klinkt is mantelzorg in deze culturen veel vanzelfsprekender dan binnen de Nederlandse.
Je komt mensen tegen die al jarenlang door familieleden worden verzorgd maar nooit de kans krijgen om op eigen benen te staan. Soms zijn ze onverzekerd, hebben al jarenlang geen arts meer gezien, hebben nooit gerevalideerd, hebben geen hulpmiddelen, laat staan dat ze zelfstandig buiten komen of werken. De zorg van de familie werkt verstikkend en de gehandicapte is feitelijk dubbel gehandicapt. Instanties kunnen deze mensen niet bereiken; ze vallen daardoor buiten de boot en Assadaaka wil daar verandering in brengen. Soms is onze begeleiding heel intensief, in andere gevallen is een simpele verwijzing of het invullen van een aanvraagformulier voldoende om een familie weer zichtbaar te maken voor de maatschappij. Primaire integratie, zeg maar. Ik vind dit schrijnend, want het zijn wel mensen die zich tientallen jaren met al hun energie voor ons land hebben ingezet.
Ahmed wil dat Nederlandse instanties zich bewust worden van deze onzichtbare groep en probeert tegelijk bij de gezinnen die hij bezoekt op respectvolle manier het taboe van handicap en ziekte aan de kaak te stellen. Ik ken de etnische en historische achtergronden, maar ik ken ook de Nederlandse cultuur. Als je een brug wilt slaan, is het natuurlijk een voordeel als je in die verschillende werelden thuisbent.
Binnen Assadaaka is er speciale aandacht voor gehandicapte migranten. Een veelal onzichtbare groep, meent Ahmed. Het gaat vooral om gastarbeiders van de eerste generatie die nooit tijd hebben gehad of moeite hebben genomen om onze taal te leren en zich hier letterlijk kapot hebben gewerkt. Ze zijn niet eens altijd verzekerd en kennen de weg naar de hulpverlenende instanties niet. En áls ze al eens bij een loket belanden, struikelen ze over de formulieren die ze meekrijgen.
Binnen de migrantensfeer rust vaak nog een taboe op ziekte en handicap. Men schaamt zich tegenover mensen en houdt gehandicapten zoveel mogelijk binnen. Tegelijk hoe paradoxaal het ook klinkt is mantelzorg in deze culturen veel vanzelfsprekender dan binnen de Nederlandse.
Je komt mensen tegen die al jarenlang door familieleden worden verzorgd maar nooit de kans krijgen om op eigen benen te staan. Soms zijn ze onverzekerd, hebben al jarenlang geen arts meer gezien, hebben nooit gerevalideerd, hebben geen hulpmiddelen, laat staan dat ze zelfstandig buiten komen of werken. De zorg van de familie werkt verstikkend en de gehandicapte is feitelijk dubbel gehandicapt. Instanties kunnen deze mensen niet bereiken; ze vallen daardoor buiten de boot en Assadaaka wil daar verandering in brengen. Soms is onze begeleiding heel intensief, in andere gevallen is een simpele verwijzing of het invullen van een aanvraagformulier voldoende om een familie weer zichtbaar te maken voor de maatschappij. Primaire integratie, zeg maar. Ik vind dit schrijnend, want het zijn wel mensen die zich tientallen jaren met al hun energie voor ons land hebben ingezet.
Ahmed wil dat Nederlandse instanties zich bewust worden van deze onzichtbare groep en probeert tegelijk bij de gezinnen die hij bezoekt op respectvolle manier het taboe van handicap en ziekte aan de kaak te stellen. Ik ken de etnische en historische achtergronden, maar ik ken ook de Nederlandse cultuur. Als je een brug wilt slaan, is het natuurlijk een voordeel als je in die verschillende werelden thuisbent.
Energie en kracht
Omdat er steeds meer migranten met een handicap bij Assadaaka aankloppen voor hulp, heeft Ahmed twee jaar geleden het comité Onze Hoop opgericht. Comité Onze Hoop houdt zich bezig met de belangen van migranten met een handicap en een chronische ziekte en hun families, gewijd aan het sociale isolement..
We kwamen eens bij een gezin waarvan de man drie jaar ervoor verlamd was geraakt door een CVA. Man en vrouw woonden nog altijd drie hoog zonder lift, en beiden waren al die jaren niet meer buiten geweest. De man vanwege de woonsituatie, de vrouw omdat ze zonder haar man de weg buiten niet wist. Het comité geeft deze signalen door aan de overheid, instanties en ambtenaren van stadsdelen. Gevraagd en ongevraagd geeft Onze Hoop ook advies over bijvoorbeeld integratievraagstukken en WMO-problemen.
Ahmed ziet dat er nog veel werk te verrichten is, maar dat weerhoudt hem er niet van door te gaan met een tomeloze kracht en energie waarin je bijna vanzelf wordt meegezogen. Een inspirerende man die zelf zijn inspiratie uit zijn activiteiten haalt. Toen enkele jaren geleden bij het Riagg de stroom werk ophield, kwam Ahmed op straat te staan. Ik vond dat niet erg: het was voor mij een kans om meer te betekenen in werk dat werkelijk gedaan moet worden. Inmiddels ben ik er zoet mee. Onbetaald als je het in geld uitdrukt. Maar het is werk waar ik vol overtuiging mee bezig kan zijn, en dat mij de energie en kracht geeft om verder te gaan.
Omdat er steeds meer migranten met een handicap bij Assadaaka aankloppen voor hulp, heeft Ahmed twee jaar geleden het comité Onze Hoop opgericht. Comité Onze Hoop houdt zich bezig met de belangen van migranten met een handicap en een chronische ziekte en hun families, gewijd aan het sociale isolement..
We kwamen eens bij een gezin waarvan de man drie jaar ervoor verlamd was geraakt door een CVA. Man en vrouw woonden nog altijd drie hoog zonder lift, en beiden waren al die jaren niet meer buiten geweest. De man vanwege de woonsituatie, de vrouw omdat ze zonder haar man de weg buiten niet wist. Het comité geeft deze signalen door aan de overheid, instanties en ambtenaren van stadsdelen. Gevraagd en ongevraagd geeft Onze Hoop ook advies over bijvoorbeeld integratievraagstukken en WMO-problemen.
Ahmed ziet dat er nog veel werk te verrichten is, maar dat weerhoudt hem er niet van door te gaan met een tomeloze kracht en energie waarin je bijna vanzelf wordt meegezogen. Een inspirerende man die zelf zijn inspiratie uit zijn activiteiten haalt. Toen enkele jaren geleden bij het Riagg de stroom werk ophield, kwam Ahmed op straat te staan. Ik vond dat niet erg: het was voor mij een kans om meer te betekenen in werk dat werkelijk gedaan moet worden. Inmiddels ben ik er zoet mee. Onbetaald als je het in geld uitdrukt. Maar het is werk waar ik vol overtuiging mee bezig kan zijn, en dat mij de energie en kracht geeft om verder te gaan.
Door: Jessie van Loon
Geen opmerkingen:
Een reactie posten