zaterdag 21 juli 2012

Mee-eten en meepraten met verschillende en interessante thema’s.

UITNODIGING   -  Deelname is gratis!
Een gezellige en inspirerende avonden met ruimte voor een open gesprek!
Assadaaka zet zich al jaren in voor integratie, participatie en sociale cohesie in onze multiculturele samenleving, meer in het bijzonder in en rond Amsterdam Oost.
Stichting Onze Hoop van , voor en door migranten met een handicap of chronische ziekte, ouderen en hun families.
De bijeenkomsten vinden plaats bij Assadaaka.
  1. Thema: Antidiscriminatie 23 JULI
  2. Thema: Duurzame ontwikkeling, armoede en armoedebestrijding 26 JULI
  3. Thema: Wat betekend mantelzorg voor migranten 31 JULII
  4. Thema: Homo-emancipatie en bestrijding van homofobie 2 AUGUSTUS
  5. Thema: Diabeteszorg, hoe om te gaan met voeding en vasten? 3 AUGUSTUS
  6. Thema: Bereikt het zorgaanbod de migranten doelgroep? 6 AUGUSTUS
  7. Thema: Huiselijk geweld binnen migranten gezinnen 7 AUGUSTUS
  8. Thema: Armoedebestrijding, sociaal isolement en vereenzaming 9 AUGUSTUS
  9. Thema: Vrouwenemancipatie en isolement 14 AUGUSTUS
  10. Thema: Verkiezing en politiekpartijen 16 AUGUSTUS
  11. Thema: Bezuiniging en Islamfobie 20 AUGUSTUS
Aanmelden is verplicht: U kunt zich aanmelden via info@assadaaka.nl of info.onzehoop@gmail.com

Waar?
De bijeenkomsten vinden plaats bij Assadaaka.
1e Locatie:    Ruma Khami, Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam
2e Locatie:    Lombokstraat 2, 1094 AL Amsterdam

Iftar is de maaltijd dat na zonsondergang wordt gegeten tijdens de ramadan. 
Programma:

20.00 uur      Ontvangst
20.30 uur      Welkomstwoord door vertegenwoordigers van  Assadaaka Community
20.40 uur      Aanvang thema: verscheidene personen aan het woord
21.45 uur      Gezamenlijke maaltijd, Iftar
22.45 uur      Afsluiting
Voor meer informatie: Telefoonnummer: tel: (020) 7525131 (06-47440672).
E.  info@assadaaka.nl -  w.  www.assadaaka.nl
Routebeschrijving: Ruma Khami, Makassarplein 1, Javaplein: bussen: 22,65, 359, tram: 14, Insulindeweg: trams: 7, 14, bussen: 37,245,359, Zeeburgerdijk: bussen: 22, 65, 359

Deze Iftar zal georganiseerd worden door Assadaaka en  Stichting Onze Hoop in samenwerking met , de Nederlandse Bond voor oudere Migranten Actief (NOMA), Stichting Coexistence.

vrijdag 20 juli 2012

Assadaaka sluit seizoen af met uitreiking certificaten en oorkondes

 
 
 
AMSTERDAM - Op dinsdag 17 juli jl. heeft de multiculturele vereniging voor vriendschap ‘Assadaaka’ in de Ruma Khami het seizoen 2011-2012 traditiegetrouw afgesloten met een feestelijke uitreiking van certificaten en oorkondes.
In het kader van verkenning van de maatschappij en de Nederlandse geschiedenis, met als doel de bevordering van participatie en verbroedering van buurtbewoners onderling, hebben wij dit seizoen verder aandacht besteed aan bestrijding van armoede en isolement, lotgenotencontact, veiligheid, mantelzorg, homoseksualiteit, huiselijk geweld, vrouwen emancipatie, discriminatie, school en opvoeding, begeleiden van mensen met beperking en belangenbehartiging.  

Hier volgt een toespraak van Ahmed El Mesri voorzitter Assadaaka.  
Beste aanwezigen, 
Vandaag is alweer de laatste dag van het cursusjaar 2011-2012. Het was voor Assadaaka een bijzonder bewogen jaar: de meesten zullen zich nog wel de strijd herinneren die wij met stadsdeel gevoerd hebben om hier, in de Ruma Khami, te mogen blijven in plaats van terug te gaan naar de weliswaar vernieuwde Meevaart, maar voor de activiteiten van Assadaaka niet geschikt. 
Het heeft mij vooral gekrenkt dat we na ruim 20 jaar een belangrijke rol gespeeld te hebben – en nog steeds doen – binnen het proces van integratie, participatie en sociale cohesie nog steeds zoveel strijd moeten leveren voor erkenning. Uiteindelijk is die dan wel gekomen en daarom zitten we ook nog hier en kunnen we het afscheidsfeest en de certificatenuitreiking aan onze cursisten vieren. 

Natuurlijk wil ik alle docenten en alle andere vrijwilligers bedanken voor hun inzet het afgelopen jaar. Ik kan ze niet met iets anders bedanken dan met de werkvoldoening die zij ongetwijfeld ervaren: anders immers zouden zij het ook niet doen.

We hebben helaas afscheid moeten nemen van 1 docent die naar Sneek verhuisd is en het heel begrijpelijk een beetje te ver vond om van daar iedere woensdagavond naar Amsterdam te komen om hier dan twee uur les te geven. En dan zijn er drie anderen die ook weggaan en die ik even speciaal in het zonnetje wil zetten: Boris, Jochem en Mara. 
Maar er zijn ook leuke dingen. Zo is de inloopavond op dinsdag en donderdag dank zij de vrijwilligers van Amsterdam Cares een groot succes: cursisten kunnen hier binnen een informele sfeer meer kennis opdoen van de Nederlandse taal, zowel van docenten als van elkaar, en hoe meer je contact hebt met de taal, hoe beter dat is. Verder zijn er uitstapjes naar musea georganiseerd, zodat cursisten ook in contacten komen met andere aspecten van Nederland, van de stad Amsterdam, van de cultuur en dit kunnen wij alleen maar stimuleren. 
Het is jammer dat er in deze tijd van bezuinigingen en recessie nog maar zo weinig geld beschikbaar is voor deze belangrijke activiteiten. Ze kunnen gerust beschouwd worden als investering in de toekomst. Laten we hopen dat er weer gauw tijden komen waarin we meer van dergelijke dingen kunnen ondernemen. 
En dan wil ik tenslotte nog het woord richten tot onze cursisten, die ook dit jaar weer in grote aantallen deelgenomen hebben aan de lessen. Ik hoop dat ze ook nu weer veel geleerd hebben, dat hun kennis van de Nederlandse taal en cultuur vergroot is, dat ze nieuwe vrienden gemaakt hebben – die immers zo belangrijk zijn om je thuis te voelen in een land dat zo anders is dan het land waar je vandaan gekomen bent, waar de laatste jaren ook een wat andere wind is gaan waaien in de houding ten opzichte van buitenlanders, immigranten, en helaas geen gunstige. Dat neemt niet weg dat iedereen voor zichzelf een bestaan hier op wil en kan bouwen. Wij van Assadaaka hopen hieraan weer een bijdrage geleverd hebben en zijn zeker van plan door te gaan met dit belangrijke werk. 

Gaan we nu over tot het uitreiken van de certificaten, waarna we gaan feesten met hapjes, drankjes en muziek.

Verslag thema “Praat mee over seksualiteit en handicap”.

 
 

In de Ruma Khami te Amsterdam Oost werd op woensdag 18 juli jongstleden een  werkconferentie over Seksualiteit en handicap in een vertrouwde sfeer behandeld. De interactie tussen de gespreksleden was goed te noemen. Door vaker dit thema onder de aandacht te brengen en bespreekbaar te maken op een laagdrempelige manier, zullen de onduidelijkheden hieromtrent op termijn wel verdwijnen.

Taboe bespreekbaar maken vereist ook het nodige begrip over en weer. Naar elkaar luisteren en elkaar aanvullen met de juiste oplossingen dragen bij tot de aanpak van deze problematiek!

Een lichamelijke handicap en seksualiteit; nog steeds een taboe en daarmee moeilijk bespreekbaar. Dat geldt nog meer voor mensen waarbij seksualiteit niet (meer) vanzelfsprekend is. Dat is jammer, want wat is er natuurlijker dan seksualiteit?

Een lichamelijke beperking wil natuurlijk niet meteen zeggen dat je geen zin meer hebt in seks of dat je relaties uit de weg moet gaan. Je bent gewoon mens, met de normale behoeften die valide mensen ook hebben. Met een handicap vereist het vooral meer organisatie en er komt meer bij kijken.

Het is moeilijk om algemene informatie te verstrekken voor iedereen met een chronische ziekte of handicap. Het is een verschil of je wel of geen partner hebt en of je een man of vrouw bent. Ook maakt het uit of je als volwassen een beperking hebt gekregen die je seksualiteit beïnvloedt of dat je al een handicap had, voordat je je seksualiteit hebt ontwikkeld.
 

De vraag is nu, hoe om te gaan met dit onderwerp in de praktijk?

Welke vervolgacties zijn nodig om mensen met deze problematiek beter van dienst te zijn?

Hoe beleven de mensen het om  over dit taboe te praten?

Welke maatregelen zijn nodig om te voorkomen dat mensen met deze problematiek niet in een isolement geraken met alle gevolgen van dien. 

U bent welkom op ons spreekuur dus schroom niet om met ons contact op te nemen. 

Met vriendelijke groet, 

Mevrouw A. Kaskandar / Psychosociaal Counselor 

Hieronder volgt een toespraak van de heer Ahmed El Mesri:
Beste aanwezigen,
Vanavond gaan we het hebben over een onderwerp waar veel mensen nog steeds met schroom over spreken. Zelfs hier, binnen de Nederlandse cultuur, waar al een halve eeuw gewerkt wordt aan het doorbreken van de vele taboes die er op het onderwerp nog steeds rusten, is het vaak nog moeilijk het ter sprake te brengen zonder dat er direct giechelig over gedaan wordt of zonder dat er zelfs maar gewoon een gesprek over ontstaat. Toch is het iets wat bijna iedereen doet: ik wil niet ontkennen dat er vast mensen zijn die zich er bewust van afhouden, maar dat zullen er toch niet veel zijn. Ik heb het natuurlijk over seks.
Maar hoewel het onderwerp zelf al vaak een taboe is – er zijn zelfs veel stellen die er niet met elkaar over praten – wil ik nog iets verder gaan in het trachten het taboe te doorbreken: ik wil het deze avond gaan hebben over seks van mensen met een beperking, een handicap, geestelijk of lichamelijk. Ik krijg vaak de indruk dat mensen daar helemaal niet over willen praten en nog niet eens erover willen nadenken. Toch zou het goed zijn om ook dit onderdeel van het seksuele leven van de mens uit het verdomhoekje te halen en bespreekbaar te maken.
Want laten we eerlijk zijn, iedereen zal begrijpen dat mensen met een beperking, lichamelijk of verstandelijk, net als ieder ander mens ook behoefte heeft aan intimiteit, liefde en lichamelijkheid. Bij veel mensen die niet een beperking hebben, heerst vaak het idee dat seks alleen voor gezonde mensen is en eigenlijk willen ze er ook helemaal niet over nadenken dat mensen die in een rolstoel zitten of een andere (verstandelijke) beperking hebben, ook seks hebben. Ik kan die mensen echter allemaal verzekeren, dat dat wel degelijk zo is. Het onbegrip in de omgeving maakt het er echter niet gemakkelijker op voor deze mensen om daar vooruit te komen, laat staan gesprekken erover te hebben met vrienden, kennissen, familie, wanneer ze problemen ondervinden in hun seksuele relaties. En ik kan u ook verzekeren dat dat vaak gebeurt, misschien wel vaker dan bij mensen met een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid, hetgeen natuurlijk ook niet zo verwonderlijk is, hoewel ik daar geen harde cijfers over heb.
Precies ook door bovenstaande reden is het moeilijk om daar harde cijfers over te krijgen: mensen schamen zich ervoor, ook ‘gezonde’ mensen om over hun seksuele problemen te spreken en mensen met een beperking al helemaal, misschien omdat ze vinden dat ze het eigenlijk niet mogen doen of misschien omdat ze denken dat ze met een kluitje in het riet gestuurd zullen worden. Het is en blijft tenslotte een intiem onderwerp. Ook gevallen van hoe huisartsen kunnen reageren op het seksuele leven van mensen met een beperking kan heel schrijnend zijn en dat kan voor degene met de problemen natuurlijk helemaal funest zijn.
Daarom willen wij er hier, in alle openheid maar zonder dwang, graag over praten teneinde het taboe in ieder geval enigszins te doorbreken. Ik heb niet de illusie dat het meteen verbroken is, maar het bespreekbaar maken is de eerste stap die wij moeten zetten op de weg naar meer begrip en het makkelijker maken voor mensen erover te praten met anderen; en misschien hoeft dat nog niet eens direct, maar wel de erkenning dat het bestaat, de verlichting en de opluchting die daardoor kan ontstaan; en dat kan, in mijn visie, alleen maar gunstig zijn voor iedereen.
Ik hoop dat we er met ons allen een productieve avond van kunnen maken.

vrijdag 6 juli 2012

Wie helpt Fouzia?


Soms ontmoet je in je leven mensen die je meteen raken door wie ze zijn en hoe ze in het leven staan. Of, in het geval van Fouzia, zitten. Want Fouzia zit in een rolstoel. Ze heeft een progressieve spierziekte, wat betekent dat haar spieren langzamerhand steeds meer uitvallen. Alle bewegingsspieren, maar op den duur ook die van hart en longen.

Ik ontmoette Fouzia bij de conferentie Wel thuis, georganiseerd door Stichting Onze Hoop in maart van dit jaar. Ik zat daar naast haar en we raakten aan de praat, waarbij mij meteen al duidelijk werd hoe moeilijk haar situatie is en hoeveel moed ze opbrengt om dit te dragen.
Ik stelde haar voor om een keer met haar af te spreken voor een verder gesprek. Dat gesprek hebben we intussen gehad en het onderstaande verslag is daar een neerslag van. Ik hoop dat haar verhaal mensen bereikt die hier niet alleen door in hun hart worden geraakt maar die ook de wil hebben en de wegen weten om hier iets mee te doen voor Fouzia. 

Fouzia vertelt: ‘Ik ben in 2006 hier gekomen met een studentenvisum vanuit Marokko. Ik zat toen al in een rolstoel. Ik heb een spierziekte waarbij mijn spieren langzamerhand steeds zwakker worden en het is een progressief proces. Alleen wist ik dat toen nog niet. Op dat moment kon ik nog wel dingen zelf doen: haren kammen, met m’n armen dingen pakken en kleine activiteiten die niet veel inspanning vergen, een deur openen, m’n hoofddoek zelf omdoen, enzovoort. Intussen kan ik nu alleen nog typen en wat schrijven, ik heb een hoofdsteun om m’n hoofd te steunen want ik kan dat niet zelf meer overeind houden en m’n nekspieren worden steeds slapper. Dat wat betreft het bewegingsapparaat. Ik ben onder controle bij het Lucas Andreas ziekenhuis voor hart en longen. De uitslag van de laatste controle daar was redelijk, maar mijn woonsituatie is dusdanig dat die slecht is voor m’n longen: ik woon in een studentenhuisvesting en het is piepklein en benauwd. Soms heb ik het zo benauwd dat ik haast geen adem krijg.’

Na afloop van ons gesprek ben ik met haar meegelopen naar haar studentenkamer in het centrum en ik schrok van wat ik zag: een piepklein hok met een afgeplakt raam waarin centraal het bed staat en in de hoek een til-lift om Fouzia in en uit bed te tillen. Verder is er een miniem klein aanrechtje met een kraan en er staat een legkastje voor kleren en wat boeken, er is een soort meterkast waar net een stofzuiger in past en wat rommeltjes en er is een hokje dat dienst doet als toilet, waar Fouzia geen gebruik van kan maken.
Ik ben niet goed in het schatten van afmetingen, maar als ik zeg: ruim 3 bij 5 meter klinkt dat meer dan het in werkelijkheid is. Je kunt er je kont niet keren (excusez le mot) en zij moet hier leven en de zorg ontvangen die ze nodig heeft van twee welwillende familieleden – haar zus en haar tante – die het beiden bijna niet meer aan kunnen, zowel fysiek (rugklachten) als psychisch. De atmosfeer in de woning is bedompt en omdat het een benedenwoning is (onlangs is de metalen oprijplaat gepikt die zij nodig heeft om met haar rolstoel over de drempel te kunnen komen van haar woning) en er veel volk langs haar raam loopt kan ze het niet lekker doorluchten daar – dat is veel te gevaarlijk. Dus zit ze in de bedompte lucht, die beslist slecht is voor de conditie van haar longen.

Ik schrok zo van wat ik zag dat er onmiddellijk woorden als ‘creperen’ en ‘onmenselijk’ bij mij naar boven kwamen en zulke woorden komen niet snel bij mij op. In deze omgeving wordt ze door haar zus en haar tante zo goed en zo kwaad als het gaat geholpen om te overleven met haar ziekte. Sinds ze een aantal weken geleden uit het revalidatiecentrum Reade is ontslagen na een noodzakelijke operatie aan haar rug heeft ze niet meer gedoucht, want een douche is hier niet, daar is geen plaats voor.

Hoe is deze situatie zo ontstaan? vroeg ik haar. Daar vertelt ze over:
‘Toen ik in Nederland kwam op mijn studentenvisum moest ik eerst een woning zoeken. Mijn zus heeft mij geholpen om hier te komen. Zij moest verhuizen door mij terwijl ze zwanger was. Zij zag mogelijkheden voor mij om hier een studie te volgen en zij kon dan ook wat voor mij zorgen.
In Marokko had ik geen mensen die voor mij konden zorgen, ook geen mantelzorg van familie. Mijn vader is niet meer in beeld. Mijn moeder is bejaard en heeft zelf zorg nodig. Een andere zus van mij die nog in Marokko woont heeft dezelfde ziekte en wordt daar zo goed en zo kwaad als het gaat verzorgd. Maar de totale opvang daar in beslist ontoereikend en de vooruitzichten voor iemand met een ziekte als die ik heb zijn ronduit slecht. Dat betekent dat ik ook niet meer terug kan.
Ik ben hier juist gekomen omdat ik wilde studeren om een eigen inkomen te kunnen verzorgen. Daar ben ik ook mee begonnen toen ik hier kwam. Ik heb een studie bedrijfswiskunde gevolgd aan de Hogeschool van Amsterdam. Door de operatie in december vorig jaar heb ik de studie echter moeten onderbreken. Voor het komende studiejaar 2012-2013 (dat zou mijn laatste jaar zijn) moet ik meer dan E 7.000,= inschrijf- en cursusgeld betalen omdat ik een student ben van buiten de Europese Unie. Dat geld heb ik niet en daarom kan ik me niet inschrijven. Alleen zolang ik studeer heb ik recht op een verblijfsvergunning op studiegronden. En ik heb dit jaar geen verblijfsvergunning omdat ik niet sta ingeschreven als studerend. Ik studeer nu thuis met de computer maar als er geen oplossing wordt gevonden voor mijn financiën en voor mijn woonsituatie en voor de zorg voor mij, dan kan ik mijn studie ook niet afmaken. Voor een aangepaste woning heb ik een inkomen nodig om de huur te kunnen betalen. Ik heb geen recht op studiefinanciering omdat ik geen Nederlands paspoort heb. Ik ben bijna 27 en heb geen inkomen. Ik zou heel graag willen maar de weg daar naar toe lijkt afgesloten, alleen vanwege mijn ziekte en de noodzakelijke studieonderbreking.’

Ik zie aan Fouzia dat dit voor haar bijna net zo pijnlijk is als haar fysieke situatie. Ze WIL zo graag. Ze wil zo graag haar studie afmaken en dan gaan werken. Ze wil een eigen inkomen verwerven en haar eigen zorg mogelijk maken door professionele zorgkrachten. Ze wil ook heel graag lotgenoten kunnen helpen als ervaringsdeskundige. Ze wil wel, maar het wordt haar onmogelijk gemaakt door de situatie waarin ze zit. Zelf zegt ze:
‘Ik houd erg van wiskunde. Ik was er ook altijd erg goed in. Ik zou heel graag bij een verzekeringskantoor of een bank willen werken, op een aangepaste werkplek. Ik wil heel graag m’n eigen inkomen verdienen en ervaring krijgen in het werk en andere mensen helpen. Ook wil ik zeker vrijwilligerswerk blijven doen.’
Wat dat laatste betreft: Fouzia werkt sinds begin 2010 als vrijwilliger voor Onze Hoop. 

Als ik haar vraag naar wat nou het moeilijkst voor haar is, zegt ze: ‘Ik word er af en toe bijna gek van. Van de hele situatie. Ik zie geen uitweg. Ik breng het haast niet meer op dat ik me constant zorgen moet maken over de meest basale dingen, vooral m’n woonsituatie en een eigen inkomen.’
Ik kan aan haar zien dat de psychische belasting van deze situatie haar bijna te veel wordt. Ze fluistert dat ze er weleens aan denkt om haar rolstoel naar de waterkant te rijden en dan… Ze maakt haar zin niet af maar het is duidelijk wat ze hiermee zegt: dat ze er bijna geen gat meer in ziet. En tegelijkertijd keurt ze de gedachtes hieraan van zichzelf af, maar ik vind ze zo begrijpelijk, zo menselijk en zo logisch als je in zo’n uitzichtloze situatie zit. We praten hier even over met elkaar en ik uit mijn gevoel voor haar door te zeggen dat als ik een hogere macht was ik haar aan m’n hart zou drukken en haar zou leiden.
Dan vraag ik haar waar ze in haar situatie steun van ondervindt. Ze noemt naast haar zus en tante het contact met een psychiater dat binnenkort gaat plaatsvinden via haar huisarts. Verder noemt ze een Marokkaanse vriendin en een Nederlandse studievriend, die haar beiden steun geven en met wie ze af en toe iets kan doen waar ze afleiding door krijgt.
In ’t Engels bestaat er een uitdrukking How to choose between the devil and the deep blue sea?  waarmee ‘een duivels dilemma’ wordt bedoeld. Fouzia zelf noemde haar eigen ingevingen die ze soms heeft duivels. Ik vind dat in deze omstandigheden met dit duivelse dilemma alleen maar heel begrijpelijk en heel menselijk: er valt voor haar niks te kiezen.
Daarom deze

Dringende oproep!

Wie zegt hier iets zinnigs over dat hout snijdt? Iets waar Fouzia mee uit deze patstelling komt. Wie trekt zich haar lot aan? Welke dienst, instantie of organisatie zou haar kunnen helpen?

Ik realiseer me dat Fouzia niet de enige is in een moeilijke situatie. Maar als dit is hoe wij mensen klem zetten in onze samenleving en ze zo – letterlijk! – overlaten aan hun lot, wat voor samenleving hebben wij dan met z’n allen gecreëerd? Je zoekt het maar uit en het is je eigen verantwoordelijkheid want ‘wij’ zijn gezond en willen er niet te veel last van hebben – zoiets? Mocht dit overtrokken klinken, lees dan nog tot slot de volgende feiten:

Door de IND is inmiddels een advies uitgebracht, gedateerd 4-6-’12, om haar te laten teruggaan naar Marokko. Dat is gewoonweg onmogelijk. Fouzia zelf heeft aangegeven dat er voor haar daar geen mantelzorg beschikbaar is. In Marokko bestaat geen zorgverzekering voor mensen zonder inkomen of met een minimum inkomen. (Fouzia heeft geen inkomen.) En gehandicapten hebben daar geen status en geen dagelijkse zorg als ze geen familie hebben die mantelzorg kan bieden. Vooral voor alleenstaande meisjes en vrouwen is het bovendien ook echt gevaarlijk: als ze niet worden beschermd lopen ze de kans misbruikt en verkracht te worden of te worden gebruikt om mee te bedelen op straat om meelij van voorbijgangers op te wekken. Als klap op de vuurpijl wordt in het IND-rapport, bijna tussen haakjes, vermeld dat ze in Marokko geen beschikking zal hebben over een elektrische rolstoel. Dus dat zou letterlijk betekenen dat ze daar de hele dag alleen en onverzorgd op bed zou moeten blijven liggen in haar eigen vuil, en zo eigenlijk moet liggen wachten op haar verlossing. Dat kan natuurlijk niet!
Inmiddels buigt via stichting Onze Hoop, waar zij als vrijwilligster werkt, een advocaat zich over haar zaak. Met vooralsnog een onduidelijke uitkomst. 

Terug naar de ontmoeting met Fouzia. Onderweg naar haar woning liep ik met de fiets aan de hand met Fouzia mee terwijl zij haar elektrische rolstoel over het geasfalteerde fietspad reed. Bij een zebrapad gekomen keek ik gewoontegetrouw goed naar links en naar rechts naar de aankomende auto’s en fietsers. Die ene auto kwam best hard aanrijden en ik realiseerde me ineens dat Fouzia in geval van nood niet opzij zou kunnen springen, zoals ik, of niet eens hardop iets roepen tegen de iets te brutale automobilist die nog net voor haar langs scheurde. Aan je lot overgeleverd. En het ergste is nog: niet gezien worden. Niet gezien worden als mens. Je bent een rolstoel. En je zoekt het maar uit.
Nou is Fouzia niet iemand die van zichzelf graag medelijden opwekt, helemaal niet. Ze maakt een sterke indruk, ze is vriendelijk, is helder van geest en heeft een lief hart. En ze getuigt van een moed die bij mij diep respect afdwingt. Maar vergis je niet: het is de moed der wanhoop.
De werkelijke urgentie van haar situatie laat zich niet in woorden uitdrukken dan alleen met deze dringende maatschappelijke oproep: HELP Fouzia!!!

Door haar verblijfsstatus komt zij niet in aanmerking voor een douchestoel. Zij heeft ruim twee maanden niet gedoucht behalve met doekjes afgeveegd. Daarom zoeken wij voor haar een douchestoel met rugleuning. Weet u toevallig een douchestoel staan die niet in gebruik is, dan kunt Fouzia daar heel blij mee maken. Mocht u haar verder willen steunen in haar levensonderhoud, dan kunt altijd een bedrag overmaken op rekeningnummer 3103418 t.n.v. Fouzia Lahcen.
Alvast dank namens stichting Onze Hoop en Fouzia in het bijzonder.


Lies Bierenbroodspot
Beleidsmedewerker Assadaaka en Onze Hoop
Amsterdam, 26 juni 2012


woensdag 4 juli 2012

Thema: ‘Zijn de buurthuizen toegankelijk voor iedereen?’



Aan: Alle bewoners met beperking, belangstellenden en belanghebbenden in A’dam  Oost.

Onderwerp: Bijeenkomst van stichting Onze Hoop met ‘Zijn de buurthuizen toegankelijk voor iedereen?’ Stichting Onze Hoop nodigt u van harte uit voor bijeenkomst over de  toegankelijkheid van onze openbaar gebouw. (Koffie, thee, frisdrank en versnapering zijn gratis)

Waar:  Centrum Ruma Khami, Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam
Wanneer:  vrijdag 13 juli 2012 van 19.30  t/m 21.30 uur

Programma:
• Voorlichting:
Wat zijn de richtlijnen die gelden voor de toegankelijkheid van een openbaar gebouw?
(vragen als de bereikbaarheid (kan ik er komen?), toegankelijkheid (kan ik erin?) en bruikbaarheid (kan ik er goed gebruik van maken?) komen uitvoerig aan de orde.
• Informatie:
Door gastsprekers
• Plenair:
Debat met aanwezigen

Waarom; In het Integraal Wmo Programma AMSTERDAM een aantal uitgangspunten geformuleerd voor een omvorming van activiteitencentra in Amsterdam:
- Toegankelijkheid voor alle bewoners in de buurt en of wijk.
- Het aanbod zal mede door vragen van diverse gebruikersgroepen worden ingevuld.
- Interactie met andere culturen ter bevordering van integratie en participatie
- Er zal plaats zijn voor andere instellingen op het gebied van hulpverlening en
maatschappelijke dienstverlening.
Stichting Onze Hoop is van mening dat mensen met een beperking ook gebruik moeten kunnen blijven maken van de mogelijkheden van een buurthuis.

Het stadsdeel kan hieraan meewerken door het buurthuis ook toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Ook ouderen behoren tot deze groep. Zij ervaren zowel mentale als fysieke drempels.
Een toegankelijke ontmoetingsplek voor iedereen in de nabije omgeving, is uiterst belangrijk.

Initiatief;
Stichting Onze Hoop vindt dat bewoners zelf actiever aan de slag moeten. Wij organiseren daarom deze bijeenkomst om mensen met een beperking de kans te geven zelf ook te laten horen wat zij van een buurthuis verwachten en of zij zelf behoefte hebben aan het organiseren van activiteiten in een buurthuis. Tijdens de bijeenkomst worden mensen ook geïnformeerd over de richtlijnen die gelden voor een toegankelijke openbare ruimte.

Met dergelijke themabijeenkomsten wil
stichting Onze Hoop personen met een beperking stimuleren om mee te doen, mee te denken en mee te helpen.

De bevindingen uit de bijeenkomst worden doorgezonden aan
De Wmo-adviesraad
De verantwoordelijke portefeuillehouder
Alle raadsleden


Stichting Onze Hoop - voor en door migranten met een handicap of chronische ziekte

dinsdag 3 juli 2012

Praten over seksualite​it en handicapt op 18 juli 2012

Uitnodiging

Thema: “Praat mee over seksualiteit en handicap”.

Seksualiteit is bij veel migranten taboe,laat staan bij migranten met een handicap. Het doel van deze avond is hetbespreekbaar maken van de schaamte en de belemmeringen die deze doelgroepondervindt bij de omgang met de partner. Een aantal gastsprekers zal aandachtbesteden aan de seksualiteitsbeleving van mensen met een lichamelijke handicapen andere problemen die zich kunnen voordoen. Deze avond is bedoeld om ditonderwerp op de agenda van de beleidsmakers te zetten en mensen met elkaar incontact te brengen. 

StichtingOnze Hoop organiseert in samenwerking met Coexistence Amsterdam de  werkconferentie ‘Seksualiteit en Handicap’.Het wordt een interactieve werkconferentie, waarbij uw inbreng van groot belangis! U bent van harte uitgenodigd om vanuit uw kennis en ervaring mee te praten.De werkconferentie wordt afgesloten met een feestelijke maaltijd. Aansluitend kunnen we dansen want er isook muziek!

Wanneer:  Woensdag 18 juli 2012
Waar:        De Ruma Khami in Indische buurt
Adres:        Makassarplein1, 1095 RP Amsterdam
Tijd:           19.00 tot 21.30 uur


Programma:
19.00 uur Ontvangst met koffie, thee eninformele kennismaking met Onze Hoop
19.30 uur Openingswoord door dhr. A. El Mesri,voorzitter
21.30 uur Afsluiting

Deelnameis gratis!  Een gezellige en inspirerende avond metruimte voor een open gesprek!

Aanmelden is verplicht: U kunt zich aanmelden via info.onzehoop@gmail.com

Informatieen aanmelding bij Onze Hoop: Tijdens kantooruren van maandag t/m vrijdagvan 10.00 tot 17.00 uur tel:(020) 7525131 of 06-47440672.

Routebeschrijving: Ruma Khami, Makassarplein 1,Javaplein: bussen: 22,65, 359, tram: 14, Insulindeweg: trams: 7, 14, bussen: 37,245,359,Zeeburgerdijk: bussen: 22, 65, 359.