Tegen
Discriminatie, Racisme en Uitsluiting van mensen met beperking
Assadaaka
Community organiseerde op 10
December. 2016 De Internationale dag van de Mensenrechten. in het
kader van de Internationale dag van de Mensenrechten, uitgeroepen door de
Verenigde Naties in 1960, een thema: Meervoudige gehandicapt en dubbel
gediscrimineerd.
Het verbod op
discriminatie op grond van huidskleur en herkomst is een van de universele
mensenrechten. Ook de rechten van de vreemdelingen, mensen met beperking en asielzoekers moeten gewaarborgd blijven.
Het was een leerzame avond met bijzonder bezoekers en veel gestelde vragen.
Hieronder
volgt de toespraak van Ahmed El Mesri, deskundige in Multiculturalisatie
Geachte dames
en heren,
Mijn naam is
Ahmed El Mesri, ik ben geboren in Marokko, maar woon al geruime tijd in
Nederland en ik heb hier meer dan vijfentwintig jaar geleden de Assadaaka
Community opgezet, waarvan ik hoofd-coördinator ben. Door mijn lange ervaring
op het gebied van integratie en sociale cohesie heb ik een goed beeld gekregen
van het leven van veel mensen van niet westerse oorsprong die naar Nederland
gekomen zijn. Omdat ik gezien heb dat de problemen waar veel van deze mensen
mee te maken hebben, specifiek voor deze groep is, heb ik enige jaren
geleden de stichting Onze Hoop opgericht, die zich inzet voor mensen
van niet Nederlandse afkomst met een handicap.
Door de
werkzaamheden en de vele mensen die ik via beide laatstgenoemde organisaties
ontmoet, hebben ik en mijn collega's een goed beeld gekregen van wat het
betekent om meervoudig gehandicapt te zijn. En daar wil ik het dan ook graag
met u over hebben. Wat betekent het om dubbel gehandicapt te zijn? En waarom
zijn mensen met een beperking en een niet Nederlandse achtergrond meervoudig
gehandicapt? Wat kunnen wij eraan doen en hoe moeten wij ermee omgaan?
Ik heb al
vaak gezegd en word er in mijn praktijkervaring voortdurend in bevestigd: de
immigrant uit een niet Westers land heeft een handicap of misschien liever
gezegd een beperking. Een beperking omdat hij hier als buitenstaander gekomen
is en zelfs als hij erin geslaagd is om zo goed en zo kwaad als het gaat zich
aan de Nederlandse maatschappij aan te passen, hij blijft toch een
buitenstaander.
En als zelfs
de goed geïntegreerde buitenlander toch altijd nog als een buitenstaander
gezien wordt, hoe veel meer geldt dat dan wel niet voor de immigrant
die hier gekomen is met het idee enkele jaren te werken en daarna weer terug te
keren naar het land van herkomst, kortom, de immigrant die nooit geïntegreerd
is. En juist die immigranten zijn het die vijf en veertig jaar geleden, vaak
als jonge, sterke mannen, naar Nederland kwamen en meegeholpen hebben het land
op te bouwen zonder er zelf echt deel aan gehad te hebben, die mannen zijn het
die nu de 65-jarige leeftijd naderen of gepasseerd zijn, die arbeidsongeschikt
geworden zijn van het veelal zware werk dat ze gedaan hebben, en die
gehandicapt zijn door hun ongeïntegreerdheid, hun echt vreemd zijn in een
wereld waarin zij weliswaar leven maar waarvan zij geen deel uitmaken.
Ook ik ervaar
mijn lichamelijke handicap als een extra handicap.
Ik ben een
goed voorbeeld van een geïntegreerde Marokkaan: ik spreek de Nederlandse taal,
ik probeer, voor zover mijn lichamelijke beperking het mij toelaat, mee te
doen aan de Nederlandse maatschappij, maar toch merk ik vaak dat mensen mij in
eerste instantie nog steeds zien als een Marokkaan en mij soms zelfs met enige
achterdocht bekijken.
Hoeveel meer
geldt dat dan niet voor die vele mensen die onzichtbaar waren zolang
als zij aan het arbeidsproces deelnamen, maar nu, nu zij lichamelijke
beperkingen hebben en met veel psychische en sociale problemen te maken hebben
en vaak negatief in het beeld komen.
Jarenlang
hebben zij hard gewerkt, maar nu worden zij vaak alsnog gezien als mensen die
misbruik maken van onze sociale voorzieningen. En hun handicap van een niet
Nederlandse achtergrond, die altijd op de achtergrond meegespeeld heeft, die
altijd aanwezig geweest is, die lijkt nu nog eens extra geaccentueerd te worden
door de lichamelijke en psychische handicaps die door de ouderdom en het leven
erbij gekomen zijn.
En ja, dat
geldt zelfs voor de mensen die de zogenaamde tweede generatie en
derde immigranten zijn: mensen die hier weliswaar geboren en getogen zijn, maar
ook nog de nationaliteit van het geboorteland van hun ouders hebben, mensen die
vaak heen en weer geslingerd worden tussen loyaliteit aan het geboorteland en
loyaliteit aan het land van ouderlijke herkomst, mensen die zich hier niet
volledig thuis voelen, maar die ook niet meer terug zouden kunnen gaan naar het
land van ouderlijke herkomst.
Ik kan nog
een hele lijst op gaan noemen van mensen die te maken hebben met deze dubbele
handicaps of zelfs nog meer. Het loyaliteitsprobleem waar ik het net over had,
blijft niet beperkt tot de zogenaamde tweede en derde generatie, maar blijft
doorgaan – en een oplossing van dit probleem
lijkt nog steeds niet voorhanden, integendeel: juist zelfs door de schijnbare
of misschien zelfs blijkbare verharding in het allochtonenvraagstuk lijkt dit
alleen maar meer op scherp gezet te worden: het 'wij' tegen 'zij'.
Maar gelukkig
begint het besef door te dringen – een besef dat ik al vele jaren heb en waarom
ik een stichting als Onze Hoop in het leven geroepen heb, waarom ook een
organisatie als de Assadaaka Community belangrijk werk verricht – dat de
problematiek van de immigrant niet beperkt is tot het verschil in cultuur, niet
beperkt is tot een mislukte integratie, maar dat het een veel groter complex
is, dat op allerlei manieren in alle gebieden van het bestaan doordringt.
Wij hebben in
de afgelopen jaren veel ervaring opgebouwd in het oplossen van problemen
waarmee meervoudig gehandicapte immigranten te maken hebben of te maken
krijgen. De eerste stap – en dat blijkt steeds opnieuw van enorm groot belang
te zijn – , is erkenning van het probleem, zowel door degene die met het
probleem geconfronteerd wordt als door degene die aan de zijde van de
hulpverlening staat. Dat herkenningspunt wordt nu ook door beleidsmakers,
onderzoekers, hulpverleners en allerlei anderen die met deze mensen te maken
hebben, erkend. Wij zullen ook zeker niet stil blijven staan bij het
constateren van het probleem of het in kaart brengen van de situatie. Het is
onze taak om de situatie aan te pakken, om te komen tot een bevredigende
oplossing. Hopelijk kunnen wij hieraan vandaag een nuttige en niet de eerste,
maar de zovele bijdrage leveren.
Ik dank u.
De Vriendschap Community
Assadaaka stelt zich ten doel:
Een laagdrempelige organisatie die verschillende groeperingen in de
samenleving (de buurt) wil samenbrengen om wederzijds begrip te bevorderen,
door een ontmoetingsplek aan te bieden en activiteiten te organiseren. Deze
activiteiten dienen de integratie en emancipatie te bevorderen met behoud van
eigenheid in persoon en achtergrond.
Voor meer informatie tijdens kantooruren:
ASSADAAKA: Palembangstraat 52,
1094 TK Amsterdam | Tel: 0647440672 | IBAN: NL22 ABNA 0489 3349 97 |
K.v.K. 40.53.87.25 | E. info@assadaaka.nl | W. www.assadaaka.nl
Geen opmerkingen:
Een reactie posten