dinsdag 21 augustus 2012

Lezing van Ahmed El Mesri op maandag 21 mei 2007 in het Rosaruim op Amstelpark 1


Hoe kunnen wij mensen als individu en als groep bijdragen aan de vorming van een multiculturele samenleving? Hoe kun je als burger bijdragen aan sociale cohesie, een ander woord voor elkaar ontmoeten? Volgens Assadaaka kunnen wij elkaar alleen echt ontmoeten wanneer een ieder zijn hart opent voor de ander. Wat betekent dat, je hart openen voor de ander? Hoe doe je dat? Er zijn heel veel boeken geschreven over dit onderwerp. Een teken dat het leeft onder de mensen en dat er behoefte aan is.

Vriendschap (Assadaaka) is volgens mij het antwoord op deze vraag. Waar vriendschap is krijgt de hoop een kans. Waar vriendschap is kan werkelijk gewerkt worden aan een multiculturele samenleving. Om dit werk te kunnen doen zijn veel mensen nodig. Mensen die zich geroepen voelen om in actie te komen voor anderen zonder dat je ervoor betaald wordt. Zulke mensen zijn vrijwilligers. Vrijwilligers worden wel eens het cement van de maatschappij genoemd; het water voor de bloemen; het zonlicht dat alles net even een warmer tintje geeft. Zonder vrijwilligers zou de maatschappij als een kaartenhuis in elkaar storten. Overal en in alle lagen van de maatschappij kom je vrijwilligers tegen. onze vereniging drijft erop.

Dames en heren,
Voor wie mij niet kent: Mijn naam is Ahmed El Mesri, voorzitter van de vereniging Assadaaka en actief lid van veel organisaties.
Mijn aanpak hier in Nederland is opkomen voor de sociale zwakkeren.

Meer dan dertig jaar geleden kwam ik naar Nederland. Ik was een jonge man die het leven nog voor zich had. Ik was meteen verliefd op Nederland. Ik zag een land in bloei waar de mensen in harmonie konden leven. De Nederlandse mentaliteit gebaseerd op het humanisme sprak mij erg aan. Voor iedereen een plek, voor iedereen wordt er gezorgd zodat men zich kan ontwikkelen. Er is respect en er is overvloed die gedeeld wordt. Wat mij ook aansprak was het vreedzaam met elkaar leven van diverse volkeren. Ik refereer onder andere aan de gastarbeiders en de mensen die van de kolonies overzee kwamen. Natuurlijk waren er schermutselingen maar tegelijkertijd was er begrip voor elkaar. Telkens weer raakten mensen met elkaar in gesprek waardoor men elkaar ging begrijpen. Dat werd ook vanuit de overheid gestimuleerd. Ik raakte gefascineerd door het fenomeen in actie komen. Mensen waren bereid om voor elkaar op te komen. De solidariteit was sterk.

En ik kwam in actie en richtte 17 jaar geleden Assadaaka (vriendschap) op. onze vereniging zet zich in voor belangenbehartiging van alle migranten, oud- en nieuwkomers, met of zonder (fysieke) beperking. Wij geven informatie en voorlichting, we bevorderen emancipatie, integratie en participatie in onze multiculturele samenleving zoals Nederland is ontstaan en nog steeds is.
Dat vraagt, zoals jullie weten, om twee handen: de zoekende hand van de allochtoon, en de helpende hand van degene die hier al thuis is.
Onze vereniging bloeit, breidt zich nog ieder jaar uit en heeft zich in 17 jaar ontwikkeld tot de huidige multiculturele organisatie voor iedereen.
Onze doel groep is breed; we richten ons op iedereen die zich betrokken voelt bij inburgering van migranten; in de gemeente Amsterdam in het bijzonder en Nederland in het algemeen.

Assadaaka wil iets betekenen voor de Nederlanders, zowel de oude als de nieuwe. Assadaaka betekent vriendschap en vriendschap is net als hoop en geluk gemaakt uit liefde. Assadaaka is ervan overtuigd dat als je mensen en procedures benadert vanuit vriendschap, liefde en respect, iedere handicap of achterstand overwonnen kan worden. Of deze nu fysiek of mentaal is.

Er is veel werk aan de winkel. Wat zijn onze mogelijkheden? Hoe kan een kleine organisatie als Assadaaka invloed hebben op de regelmakers in Amsterdam, Den Haag? Dat kan alleen maar als wij met z’n allen, oude en nieuwe Amsterdammers, Nederlanders, de schouders eronder zetten: ..en ons niet laten leiden door angst maar door liefde en hoop en mogelijkheden.
Assadaaka is een plek waar mensen, allochtoon en autochtoon, elkaar kunnen ontmoeten. Wij reiken een hand aan een ieder die daarom vraagt. Veel mensen vinden hier rust en krijgen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen.

Met deze visie benader ik (en met mij veel vrijwilligers) de vraagstukken die ik binnen Assadaaka tegenkom. Of het nu gaat over en taalachterstaand, problemen met het invullen van formulieren, vragen over het opvoeden van jonge mensen in Nederland of sport voor allochtone vrouwen.

Zo ook het vraagstuk van allochtonen medelanders die te maken krijgen met
de herkeuring WAO.
Wat betekent het om ziek te zijn? Dit verschilt natuurlijk van persoon tot persoon en van aandoening tot aandoening. In het kader van mijn voorzitterschap van Assadaaka/Onze Hoop heb ik gesproken met veel mensen die een WAO uitkering krijgen en ziek zijn en een oproep hebben gekregen om herkeurd te worden of die al herkeurd zijn, soms met grote gevolgen. Ze zijn bij mij gekomen en hopen op hulp. Maar wat kan ik voor hun doen? Ik kan luisteren en ik kan hen door verwijzen naar anderen die weer kunnen luisteren. Het zijn dramatische verhalen waarbij het mij soms teveel wordt. Ik heb voor deze inleiding een samenvoeging gemaakt van alle verhalen en heb er een universele zieke van gemaakt. Dit heb ik gedaan om het verhaal, waarmee deze mensen worstelen dag in en dag uit, te kunnen bevatten.

Vanaf het moment dat de berichten het land rondgingen dat de WAO-ers gekeurd zouden gaan worden, opende ik mijn brievenbus enigszins gestrest en als er dan een enveloppe in zat van het UWV scheurde ik deze open met bonzend hart. Elke keer weer viel het mee en kwam de relatieve rust weer terug. Tot op die ene dag dat er weer zo’n enveloppe van het UWV in de bus zat en ja dat was hem dan ... de oproep voor de medische keuring.
Het gevolg was een voortdurend kloppend hart, ongerustheid, slapeloze nachten, gespannenheid, irritaties en geruzie. Ik was bang, dat ook ik, net zoals zo velen zonder geldige medische grondslag plotseling gezond verklaard zou worden. De terugval in de bijstand, de uitzichtloosheid om als minder valide te moeten solliciteren terwijl de kans op werk nihil is.
Ook was er de voordurende angst om, als dit zou gaan gebeuren gedwongen te zijn, bijstand te zoeken bij een dure advocaat die ik met mijn beperkte WAO-inkomen zelf zou moeten betalen omdat ik net niet in aanmerking kom voor gesubsidieerde juridische bijstand. Zorgen, zorgen, zorgen.

Eerst maar eens contact opgenomen met mijn huisarts en andere behandelende specialisten over de aanstaande keuring. Wat moest ik doen, wat moest ik niet doen? Wat moet ik niet zeggen en wat moet ik wel zeggen en waar moet ik op letten?
Maar ook de medici konden mijn zorgen niet wegnemen omdat ze me ook al lieten weten dat keuringsartsen het beleid, opgelegd door de overheid moeten uitvoeren, beleid dat meer te maken heeft met het verkleinen van de instroom in de WAO en minder met de kans om werkelijk als volwaardig werknemer te kunnen functioneren.

Dan komt de dag dat je naar de keuring gaat.

De keuring zelf dus.

De arts vroeg: Vertelt u eens wat u zoal op een dag doet.
Ik antwoordde: Lastig, moeilijk, zal ik u over gisteren vertellen? Ik heb gisteren de hele dag ziek op bed gelegen. Uitgeput, medicijnen genomen om toch maar even een moment tot rust te komen.
De arts knikte begrijpend en zei: Vertelt u dan maar over een dag dat het wel goed ging.

Met moeite weet je je dan een dag te herinneren waarin het wel goed ging en je doet je verhaal. De keuringsarts knikt geïnteresseerd en wijst je er op dat je aan het afdwalen bent. Ja wat doe ik allemaal op zo’n dag, soms lukt er zo weinig dat je er niet graag over vertelt. Je wilt zo graag vertellen dat je vief en kwiek bent, je eigen geld kan verdienen, maatschappelijk relevant en sociaal actief bent ... maar ja de werkelijkheid is anders.

Je voelt je een wrak, uitgerangeerd, gemarginaliseerd en tot overmaat van ramp word je gestigmatiseerd en je mag blij zijn dat je niet aan je lot wordt overgelaten, want in andere landen worden mensen zoals jij veroordeeld tot de bedelstaf.

Ik ben dus nu, na vijf en veertig minuten gezond verklaard! Is dit een wonder? Zijn keuringsartsen superartsen?Kunnen zij wonderen verrichten?

Waarom voel ik dat wonder dan niet? Waarom ben ik nog steeds die inferieure niet functionerende steeds maar weer vastlopende werknemer waar geen enkele werkgever de moeite voor wil nemen om een gesprek mee te voeren? Alleen al de verplichting die op mij rust, om te melden aan een potentiële werkgever, wat mijn gezondheidstoestand en arbeidsverleden is, doet elke werkgever zonder aanziens des persoons de sollicitatiebrief in de prullenbak verdwijnen.

Ik ben ten einde raad. Ik zie het niet meer zitten ... het liefst zou ik willen verdwijnen in een diep zwart gat en er niet meer uitkomen.

Dit verhaal, dames en heren staat niet op zich. Je krijgt mensen met ernstige fysieke en/of mentale beperkingen die echt niet kunnen werken zo niet aan het werk.
Dit schept onrust en veroorzaakt voor de mensen alleen maar een groter probleem. Mensen worden naar de sociale dienst gestuurd omdat ze goed gekeurd zijn voor werk en wat krijg je: zieke mensen die niemand wil hebben.

Hoe kunnen we dit tij keren? Hoe kunnen we op een humane wijze omgaan met dat deel van de bevolking dat dermate beperkt is, dat zij niet in het gareel van een regulier dienstverband kan functioneren?
Ik heb zelf ook zoals u ziet een fysieke beperking. Toch heb ik vele gelukkige momenten in mijn dagelijkse bestaan. Ik heb heel veel pijn gehad en nog steeds kan de pijn mij als een dief in de nacht overvallen. Ik heb op zo’n moment twee opties: ik kan het niet accepteren, waardoor het erger wordt. Ik kan het wel accepteren en daarbinnen een weg zoeken om mijzelf te helen. Dat klinkt gek voor iemand in een rolstoel en toch heel ik mij elke dag een beetje meer!
En ik zeg het nog eens: wat ik kan en wat mij gelukt is, kunnen alle ander mensen ook! Dat willen we binnen Assadaaka voor onze medemensen betekenen. Een luisterend oor, een inspiratie bron, of hulp in het woud van regels. Meer kunnen we niet doen, maar ook niet minder. En met minder neem ik ook geen genoegen.

Ik dank u voor uw aandacht en ik gun u allen een mooi en werkzaam leven waarin uw handicap u gaat ondersteunen om uw levenspad te bewandelen. En als u hulp daarbij nodig heeft kunt u altijd contact opnemen met mij, immers ik bied u mijn vriendschap.

Dhr. Ahmed El Mesri, voorzitter Assadaaka/Onze Hoop


Geen opmerkingen:

Een reactie posten