dinsdag 21 augustus 2012

Lezing van Ahmed El Mesri op maandag 21 mei 2007 in het Rosaruim op Amstelpark 1


Hoe kunnen wij mensen als individu en als groep bijdragen aan de vorming van een multiculturele samenleving? Hoe kun je als burger bijdragen aan sociale cohesie, een ander woord voor elkaar ontmoeten? Volgens Assadaaka kunnen wij elkaar alleen echt ontmoeten wanneer een ieder zijn hart opent voor de ander. Wat betekent dat, je hart openen voor de ander? Hoe doe je dat? Er zijn heel veel boeken geschreven over dit onderwerp. Een teken dat het leeft onder de mensen en dat er behoefte aan is.

Vriendschap (Assadaaka) is volgens mij het antwoord op deze vraag. Waar vriendschap is krijgt de hoop een kans. Waar vriendschap is kan werkelijk gewerkt worden aan een multiculturele samenleving. Om dit werk te kunnen doen zijn veel mensen nodig. Mensen die zich geroepen voelen om in actie te komen voor anderen zonder dat je ervoor betaald wordt. Zulke mensen zijn vrijwilligers. Vrijwilligers worden wel eens het cement van de maatschappij genoemd; het water voor de bloemen; het zonlicht dat alles net even een warmer tintje geeft. Zonder vrijwilligers zou de maatschappij als een kaartenhuis in elkaar storten. Overal en in alle lagen van de maatschappij kom je vrijwilligers tegen. onze vereniging drijft erop.

Dames en heren,
Voor wie mij niet kent: Mijn naam is Ahmed El Mesri, voorzitter van de vereniging Assadaaka en actief lid van veel organisaties.
Mijn aanpak hier in Nederland is opkomen voor de sociale zwakkeren.

Meer dan dertig jaar geleden kwam ik naar Nederland. Ik was een jonge man die het leven nog voor zich had. Ik was meteen verliefd op Nederland. Ik zag een land in bloei waar de mensen in harmonie konden leven. De Nederlandse mentaliteit gebaseerd op het humanisme sprak mij erg aan. Voor iedereen een plek, voor iedereen wordt er gezorgd zodat men zich kan ontwikkelen. Er is respect en er is overvloed die gedeeld wordt. Wat mij ook aansprak was het vreedzaam met elkaar leven van diverse volkeren. Ik refereer onder andere aan de gastarbeiders en de mensen die van de kolonies overzee kwamen. Natuurlijk waren er schermutselingen maar tegelijkertijd was er begrip voor elkaar. Telkens weer raakten mensen met elkaar in gesprek waardoor men elkaar ging begrijpen. Dat werd ook vanuit de overheid gestimuleerd. Ik raakte gefascineerd door het fenomeen in actie komen. Mensen waren bereid om voor elkaar op te komen. De solidariteit was sterk.

En ik kwam in actie en richtte 17 jaar geleden Assadaaka (vriendschap) op. onze vereniging zet zich in voor belangenbehartiging van alle migranten, oud- en nieuwkomers, met of zonder (fysieke) beperking. Wij geven informatie en voorlichting, we bevorderen emancipatie, integratie en participatie in onze multiculturele samenleving zoals Nederland is ontstaan en nog steeds is.
Dat vraagt, zoals jullie weten, om twee handen: de zoekende hand van de allochtoon, en de helpende hand van degene die hier al thuis is.
Onze vereniging bloeit, breidt zich nog ieder jaar uit en heeft zich in 17 jaar ontwikkeld tot de huidige multiculturele organisatie voor iedereen.
Onze doel groep is breed; we richten ons op iedereen die zich betrokken voelt bij inburgering van migranten; in de gemeente Amsterdam in het bijzonder en Nederland in het algemeen.

Assadaaka wil iets betekenen voor de Nederlanders, zowel de oude als de nieuwe. Assadaaka betekent vriendschap en vriendschap is net als hoop en geluk gemaakt uit liefde. Assadaaka is ervan overtuigd dat als je mensen en procedures benadert vanuit vriendschap, liefde en respect, iedere handicap of achterstand overwonnen kan worden. Of deze nu fysiek of mentaal is.

Er is veel werk aan de winkel. Wat zijn onze mogelijkheden? Hoe kan een kleine organisatie als Assadaaka invloed hebben op de regelmakers in Amsterdam, Den Haag? Dat kan alleen maar als wij met z’n allen, oude en nieuwe Amsterdammers, Nederlanders, de schouders eronder zetten: ..en ons niet laten leiden door angst maar door liefde en hoop en mogelijkheden.
Assadaaka is een plek waar mensen, allochtoon en autochtoon, elkaar kunnen ontmoeten. Wij reiken een hand aan een ieder die daarom vraagt. Veel mensen vinden hier rust en krijgen de mogelijkheid om zich te ontwikkelen.

Met deze visie benader ik (en met mij veel vrijwilligers) de vraagstukken die ik binnen Assadaaka tegenkom. Of het nu gaat over en taalachterstaand, problemen met het invullen van formulieren, vragen over het opvoeden van jonge mensen in Nederland of sport voor allochtone vrouwen.

Zo ook het vraagstuk van allochtonen medelanders die te maken krijgen met
de herkeuring WAO.
Wat betekent het om ziek te zijn? Dit verschilt natuurlijk van persoon tot persoon en van aandoening tot aandoening. In het kader van mijn voorzitterschap van Assadaaka/Onze Hoop heb ik gesproken met veel mensen die een WAO uitkering krijgen en ziek zijn en een oproep hebben gekregen om herkeurd te worden of die al herkeurd zijn, soms met grote gevolgen. Ze zijn bij mij gekomen en hopen op hulp. Maar wat kan ik voor hun doen? Ik kan luisteren en ik kan hen door verwijzen naar anderen die weer kunnen luisteren. Het zijn dramatische verhalen waarbij het mij soms teveel wordt. Ik heb voor deze inleiding een samenvoeging gemaakt van alle verhalen en heb er een universele zieke van gemaakt. Dit heb ik gedaan om het verhaal, waarmee deze mensen worstelen dag in en dag uit, te kunnen bevatten.

Vanaf het moment dat de berichten het land rondgingen dat de WAO-ers gekeurd zouden gaan worden, opende ik mijn brievenbus enigszins gestrest en als er dan een enveloppe in zat van het UWV scheurde ik deze open met bonzend hart. Elke keer weer viel het mee en kwam de relatieve rust weer terug. Tot op die ene dag dat er weer zo’n enveloppe van het UWV in de bus zat en ja dat was hem dan ... de oproep voor de medische keuring.
Het gevolg was een voortdurend kloppend hart, ongerustheid, slapeloze nachten, gespannenheid, irritaties en geruzie. Ik was bang, dat ook ik, net zoals zo velen zonder geldige medische grondslag plotseling gezond verklaard zou worden. De terugval in de bijstand, de uitzichtloosheid om als minder valide te moeten solliciteren terwijl de kans op werk nihil is.
Ook was er de voordurende angst om, als dit zou gaan gebeuren gedwongen te zijn, bijstand te zoeken bij een dure advocaat die ik met mijn beperkte WAO-inkomen zelf zou moeten betalen omdat ik net niet in aanmerking kom voor gesubsidieerde juridische bijstand. Zorgen, zorgen, zorgen.

Eerst maar eens contact opgenomen met mijn huisarts en andere behandelende specialisten over de aanstaande keuring. Wat moest ik doen, wat moest ik niet doen? Wat moet ik niet zeggen en wat moet ik wel zeggen en waar moet ik op letten?
Maar ook de medici konden mijn zorgen niet wegnemen omdat ze me ook al lieten weten dat keuringsartsen het beleid, opgelegd door de overheid moeten uitvoeren, beleid dat meer te maken heeft met het verkleinen van de instroom in de WAO en minder met de kans om werkelijk als volwaardig werknemer te kunnen functioneren.

Dan komt de dag dat je naar de keuring gaat.

De keuring zelf dus.

De arts vroeg: Vertelt u eens wat u zoal op een dag doet.
Ik antwoordde: Lastig, moeilijk, zal ik u over gisteren vertellen? Ik heb gisteren de hele dag ziek op bed gelegen. Uitgeput, medicijnen genomen om toch maar even een moment tot rust te komen.
De arts knikte begrijpend en zei: Vertelt u dan maar over een dag dat het wel goed ging.

Met moeite weet je je dan een dag te herinneren waarin het wel goed ging en je doet je verhaal. De keuringsarts knikt geïnteresseerd en wijst je er op dat je aan het afdwalen bent. Ja wat doe ik allemaal op zo’n dag, soms lukt er zo weinig dat je er niet graag over vertelt. Je wilt zo graag vertellen dat je vief en kwiek bent, je eigen geld kan verdienen, maatschappelijk relevant en sociaal actief bent ... maar ja de werkelijkheid is anders.

Je voelt je een wrak, uitgerangeerd, gemarginaliseerd en tot overmaat van ramp word je gestigmatiseerd en je mag blij zijn dat je niet aan je lot wordt overgelaten, want in andere landen worden mensen zoals jij veroordeeld tot de bedelstaf.

Ik ben dus nu, na vijf en veertig minuten gezond verklaard! Is dit een wonder? Zijn keuringsartsen superartsen?Kunnen zij wonderen verrichten?

Waarom voel ik dat wonder dan niet? Waarom ben ik nog steeds die inferieure niet functionerende steeds maar weer vastlopende werknemer waar geen enkele werkgever de moeite voor wil nemen om een gesprek mee te voeren? Alleen al de verplichting die op mij rust, om te melden aan een potentiële werkgever, wat mijn gezondheidstoestand en arbeidsverleden is, doet elke werkgever zonder aanziens des persoons de sollicitatiebrief in de prullenbak verdwijnen.

Ik ben ten einde raad. Ik zie het niet meer zitten ... het liefst zou ik willen verdwijnen in een diep zwart gat en er niet meer uitkomen.

Dit verhaal, dames en heren staat niet op zich. Je krijgt mensen met ernstige fysieke en/of mentale beperkingen die echt niet kunnen werken zo niet aan het werk.
Dit schept onrust en veroorzaakt voor de mensen alleen maar een groter probleem. Mensen worden naar de sociale dienst gestuurd omdat ze goed gekeurd zijn voor werk en wat krijg je: zieke mensen die niemand wil hebben.

Hoe kunnen we dit tij keren? Hoe kunnen we op een humane wijze omgaan met dat deel van de bevolking dat dermate beperkt is, dat zij niet in het gareel van een regulier dienstverband kan functioneren?
Ik heb zelf ook zoals u ziet een fysieke beperking. Toch heb ik vele gelukkige momenten in mijn dagelijkse bestaan. Ik heb heel veel pijn gehad en nog steeds kan de pijn mij als een dief in de nacht overvallen. Ik heb op zo’n moment twee opties: ik kan het niet accepteren, waardoor het erger wordt. Ik kan het wel accepteren en daarbinnen een weg zoeken om mijzelf te helen. Dat klinkt gek voor iemand in een rolstoel en toch heel ik mij elke dag een beetje meer!
En ik zeg het nog eens: wat ik kan en wat mij gelukt is, kunnen alle ander mensen ook! Dat willen we binnen Assadaaka voor onze medemensen betekenen. Een luisterend oor, een inspiratie bron, of hulp in het woud van regels. Meer kunnen we niet doen, maar ook niet minder. En met minder neem ik ook geen genoegen.

Ik dank u voor uw aandacht en ik gun u allen een mooi en werkzaam leven waarin uw handicap u gaat ondersteunen om uw levenspad te bewandelen. En als u hulp daarbij nodig heeft kunt u altijd contact opnemen met mij, immers ik bied u mijn vriendschap.

Dhr. Ahmed El Mesri, voorzitter Assadaaka/Onze Hoop


maandag 20 augustus 2012

Toespraak Ahmed El Mesri op 07 juni 2011 Thema: 'Opvoeddebatten met Marokkaanse vaders'.

Goedenavond dames en heren, beste aanwezigen,

Vanavond gaan we het hebben over de rol van met name Marokkaanse vaders, maar in het algemeen: allochtone vaders, bij de opvoeding van hun kinderen. Dit doen wij in het kader van het project 'Opvoeddebatten met Marokkaanse vaders' van Trias Pedagogica, een organisatie die zich bezighoudt met interculturele vraagstukken. 

Het is nog geen twee maanden geleden, om precies te zijn 19 april, dat wij hierover ook al een bijeenkomst hebben gehouden, met groot succes. Het is een belangrijk onderwerp dat veel inzet verlangt van alle betrokkenen; van de mensen die daadwerkelijk een andere rol willen spelen in de opvoeding van hun kinderen en in het leven thuis. Want ingesleten gewoontes verander je niet zomaar.

Daarom besteden wij meerdere avonden aan dit onderwerp, om daarmee mensen bij te staan, ze een hart onder de riem te steken en om twijfelaars, diegenen die nog moeite hebben met de veranderingen, over de streep te trekken.

Vanavond ga ik niet alleen in deze toespraak hier iets over zeggen, maar ook laten wij u een film zien, getiteld 'Vaderbetrokkenheid bij de opvoeding', gemaakt door Trias Pedagogica, met wie Assadaaka nauw samenwerkt op het gebied van deze interculturele problematiek.

Ik ben Ahmed El Mesri, voorzitter van stichting Onze Hoop en tevens van de multiculturele vereniging Assadaaka die zich al ruim twintig jaar bezighoudt met het bevorderen van begrip en vriendschap tussen verschillende bevolkingsgroepen in Nederland en met het stimuleren van participatie van groepen die nog niet voldoende meedoen aan de Nederlandse samenleving.

In het kader van die participatie en deelname aan de Nederlandse samenleving is het van belang een beter beeld te krijgen van de situatie waarin veel mensen zich bevinden.
Ik kom zelf oorspronkelijk uit Marokko en ken dus de situatie zoals die in dat land is op het gebied van opvoeden. Veelal is de vader daar de grote afwezige: opvoeding is traditioneel een taak van, voor en door de vrouw.

Dat geldt in dezelfde mate voor mensen die vanuit Marokko naar Nederland gekomen zijn om te werken en geld te verdienen: de Marokkaanse situatie wordt gewoon meegenomen, de man bemoeit zich nauwelijks met de opvoeding en laat dit aan de vrouw over. Maar wat theoretisch goed mogelijk lijkt, blijkt in de praktijk uit te lopen op niets minder dan een ramp: de vrouw leeft vaak in een isolement, is de taal niet machtig en kan niet met haar kinderen meedoen, die immers naar school gaan, vriendjes krijgen en zo wèl met de Nederlandse taal en gewoonten in aanraking komen.

Het machteloos toezien hoe de kinderen vervreemden van hun moeder geeft vrouwen vaak een nog groter gevoel van eenzaamheid dan zij toch al hebben. Zo komen ze in een vicieuze cirkel terecht, een neerwaartse spiraal waar zij niet met haar man over kan praten en al helemaal niet met de kinderen.
Want een volwassene die op gelijkwaardige wijze met de kinderen omgaat? Dat is in de Marokkaanse cultuur al helemaal een taboe.  

Veel migranten zitten in een soort spagaat: aan de éne kant wonen zij hier, soms al tientallen jaren, terwijl zij aan de andere kant nog steeds de hoop koesteren om terug te keren naar het land van herkomst. En deze hoop heeft ervoor gezorgd dat zij zich nooit hebben aangepast aan en verdiept in het land waar zij al jaren wonen en werken.

Het wordt tijd voor deze mensen om zich te realiseren dat zij niet meer terug zullen keren. Zij dragen het beeld met zich mee van het land dat zij verlaten hebben, maar ook in hun geboorteland zijn tientallen jaren verstreken en ook dat land is niet meer zoals het was toen zij daar vertrokken.
Zelfs als ze terug zóúden keren - als je AOW hebt en misschien nog een aanvullend pensioen, dan kun je daar waarschijnlijk goed van leven -, dan nog zullen ze een land aantreffen dat ze niet meer herkennen.
Daarnaast: eventuele kinderen zullen naar alle verwachting in Nederland blijven. Zodat ze hoe dan ook een verscheurd gezin zijn.  
Ik kan niet genoeg benadrukken dat wij af moeten van het idee terug te keren naar het geboorteland en dat wij een bestaan hier op moeten gaan bouwen. Een actieve rol in de opvoeding is daarbij ook voor mannen weggelegd en heel belangrijk.

In de vorige bijeenkomst over dit thema heb ik de nadruk gelegd op het belang van een stabiele ontwikkeling, zowel bij het kind of de kinderen als binnen de relatie van de ouders, door een actieve rol van de vader in de opvoeding. Deelname aan schoolactiviteiten - ouderavonden, waarbij de leraren de ouders op de hoogte brengen van de vorderingen van de kinderen, zijn hierbij heel belangrijk. Maar dat betekent dat je je actief hiermee bezig moet gaan houden. Komt het kind thuis met een uitnodiging voor een ouderavond, dan moeten beide ouders hiernaartoe gaan, zelfs als je de taal niet volledig meester bent. Ook bij deelname aan de zogenaamde naschoolse activiteiten moeten beide ouders, moeder èn vader, een aanwezige rol spelen.  

Deze avond gaan we, na de film, met elkaar in gesprek over welke activiteiten wij nog meer kunnen ondernemen om een stabiele relatie met onze kinderen op te bouwen en ook met onze partner. Zo kunnen we op alle punten werken aan een verbetering van onze leefomstandigheden en daar worden wij allemaal beter van - wij zelf, onze partner, onze kinderen en onze hele omgeving. 

Dank u wel, we gaan nu verder met de avond.


zondag 19 augustus 2012

Toespraak: Ahmed El Mesri, op 15 november 2009 - thema: afwijking? Hoezo??

 Foto Iona Hogenhoorn

Normaal zijn, zijn net als anderen. We hebben er allemaal mee te maken – en ja, we willen allemaal tot op zekere hoogte net zo zijn als anderen. We willen een normaal leven leiden, een leven zoals iedereen: een fijne relatie, een fijn sociaal leven, een leuke baan, genoeg geld om onze rekeningen te betalen en ook af en toe eens leuke dingen te doen. En we weten allemaal nog, uit onze schooltijd, hoe belangrijk we het vonden om niet 'uit de boot te vallen', om mee te gaan 'met de groep', om in de schoolpauze niet alleen in een hoekje te staan, door iedereen genegeerd. En ook, nu we volwassen zijn, doen wij toch vaak ons best om niet al te zeer op te vallen, om niet te veel af te wijken van wat de standaard is. Denk maar na: in ons werk kleden wij ons als onze collega's, als wij boodschappen doen, willen we ook niet al te veel opvallen, als wij naar buiten gaan gedragen wij ons zoals van ons verwacht wordt. Ja.. normaal zijn, net als anderen.. het is iets waar we allemaal veel ons best voor doen.

Aan de andere kant echter: afwijking, anders zijn dan anderen.. ópvallen, juist niet meegaan met de grote stroom.. dat is wat we diep in onszelf allemaal wel zouden willen. Want als je je buiten de grote stroom plaatst, dan val je op. En als je je buiten de grote stroom plaatst, dan maak je vaak een heel bewuste keuze om óp te vallen, om je ánders te kleden, om je ánders te gedragen, om je leven ánders in te richten dan er volgens onze normen van je verwacht wordt. Het is een levenswijze waar heel veel mensen, ook al komen ze er misschien niet voor uit, eigenlijk bewondering voor hebben, wat iedereen diep in zichzelf óók zou willen. Tenslotte wil niemand uitgemaakt worden voor 'grijze muis' en is het niet een groot compliment, als iemand tegen je zegt: 'Jij bent een bijzonder iemand'? 

Ik heb in de uitnodiging voor deze avond de uitspraak aangehaald van Emile Ratelband, waarin hij stelt dat homo's abnormaal zijn. Daarnaast geeft hij dan ook nog zijn eigen antwoord op de vraag, waarom wij hier op aarde zijn. Veel verder dan een 'Wij zijn hier simpelweg om ons voort te planten' komt hij hierin niet. Gelukkig denkt niet iedereen als hij. Er is dan ook nogal de nodige kritiek op gekomen.

Het doel van deze avond is niet om nader in te gaan op de uitspraken van meneer Ratelband. Evenmin is het ons doel om een antwoord te vinden op de vraag waarom wij op de wereld gekomen zijn. Laten wij het erop houden dat hier niet een éénduidige antwoord op te geven is; in ieder geval is het zeker niet zo eenvoudig als sommige mensen wel denken. Nee, wij zijn hier om nader te onderzoeken hoe vreemd afwijkend eigenlijk is, hoe wij zelf tegen 'afwijkend' aankijken, of wij zelf niet eigenlijk  ook veel afwijkender zouden willen zijn dan wij eigenlijk zijn en of wij, wanneer wij mensen zien die de durf hebben om voor zichzelf op te komen, mensen die hun leven inrichten zoals zij zelf willen en zich daarbij niets gelegen laten liggen aan wat van hen verwacht wordt door hun omgeving, niet eigenlijk benijden.

De vraag die ik in de uitnodiging gezet heb voor deze avond, namelijk: 'Is dit nu de boodschap waar onze sociale cohesie op zit te wachten? Gaan wij nu iedereen die zich niet kan voortplanten uitsluiten?? Gaan we ernaartoe dat ook minderheidsgroepen binnenkort niet normaal zijn??? is belangrijk om ons te stellen. Want het gaat inderdaad niet alleen over homoseksuelen, het gaat uiteindelijk om iedereen die anders is dan het merendeel van ons, iedereen die zich anders gedraagt of die gewoon 'anders' is. Maar om met al die verschillende groepen mensen, en om met al die andere mensen die niet tot een minderheidsgroep behoren, maar wel afwijken van de standaard, om te gaan, ja, met hen in contact te treden, moeten wij weten wat onze eigen houding is tegen minderheidsgroepen, tegen 'bijzondere' mensen, 'speciale' mensen, mensen die afwijken van de norm. Want wij moeten vooral niet vergeten dat wij alleen maar van mensen die van ons verschillen kunnen leren, niet van mensen die net zo zijn als wij, dezelfde dingen doen als wij, net zo denken als wij. En als ik dan toch een antwoord zou willen geven op de vraag waartoe wij hier op aarde zijn, dan zou ik toch eerder zeggen dat het is om te leren, om te leren om nog beter met elkaar in al onze verscheidenheid om te gaan.

‘Vriendschap met sociaal isolement was begin nieuw leven’


Overal hoor je het om je heen. Nederland kan niet zonder vrijwilligers. Maar wie zijn zij toch, die veelal onzichtbare mensen die zorgen dat sociale activiteiten doorgaan, mensen blijven sporten of nieuwe initiatieven ontstaan? AanZet zoekt ze op.  

Aan de telefoon Ahmed El Mesri (50), oprichter en grote inspirator binnen de vereniging Assadaaka. Zijn doel: vriendschap stimuleren tussen allochtonen en autochtonen, met en zonder handicap. Ahmed heeft vandaag al spreekuren en vergaderingen achter de rug, en vanavond zal het ook laat worden. Vrijwillig, maar “dit werk móét gewoon gedaan worden”. 

Assadaaka is Arabisch voor vriendschap, en dat is precies waar het leven van Ahmed El Mesri om draait. “Wat is er mooier dan vriendschap?” vraagt hij. De vriendschap waar Ahmed zich door laat inspireren, gaat verder dan alleen de speciale band tussen twee mensen. Aan de ene kant ziet hij Assadaaka tussen meerdere mensen, tussen culturen en volkeren. Grenzeloos. Waarbij menszijn centraal staat, voorbij culturele verschillen. Maar het is ook intiemer, als vriendschap met jezelf en, zoals Ahmed het uitdrukt, vriendschap met je sociale isolement.
 “Kijk,” vertelt hij, “ik was zestien toen ik uit Marokko vertrok. Ik wilde wat van de wereld zien en belandde op mijn zestiende in Nederland zonder overigens het plan me hier voorgoed te vestigen. Een auto-ongeluk maakte een einde aan mijn avontuurlijke bestaan. En daar zat ik dan, met een dwarslaesie, ver van huis, ver van mijn familie en vrienden. Een gehandicapte migrant waar niemand naar omkeek.”
Ahmed: “Aan verwijten heb je niets. Ik constateer alleen dat de situatie toen zo was. Ik was helemaal alleen. En pas toen ik de kracht had gevonden om mezelf te accepteren, kon ik ook het sociale isolement accepteren, en besefte ik dat ik de enige was die daar iets aan kon veranderen. Dus ja, voor mij is de vriendschap die ik met mijn leven sloot het begin geweest van een nieuw bestaan. Een leven waarin een van mijn belangrijkste doelen werd om er alles aan te doen andere mensen het lot van een isolement te besparen.”

Dertig functies

In een paar jaar tijd veroverde Ahmed een plaatsje in de maatschappij. Hij ging naar de sociale academie, maakte vrienden, kreeg een relatie, werd vader en werkte bij het Riagg als tolk-vertaler. Ook nam hij als vrijwilliger plaats in verschillende besturen van gehandicapten- en migrantenorganisaties en richtte hij in 1991 Assadaaka op. Assadaaka is een multiculturele vereniging die zich inzet voor participatie, integratie en de sociale cohesie in de multiculturele samenleving. De vereniging zet zich in voor vriendschap tussen verschillende culturen. “In mijn ogen is een goede burger een mens die bijdraagt aan het welzijn van de mensen in zijn omgeving. Maar we hebben steeds meer haast gekregen, sociale contacten worden oppervlakkiger. Er is veel eenzaamheid, zowel onder allochtonen als autochtonen. Voor hen wil Assadaaka een luisterend oor bieden en een ontmoetingsplek zijn.”
Assadaaka begon klein, maar is intussen uitgegroeid tot een organisatie die op verschillende locaties aanwezig is met meer dan tachtig vrijwilligers (dit komt even verderop ook nog). Een eigen pand heeft de vereniging helaas niet. Ahmed is met zijn rolstoel en laptop het mobiele kantoor. “We zoeken onze toevlucht in wijkhuizen, kerken, moskeen en kraakpanden. Niet dat we een krakersbeweging zijn, maar zonder onderdak kunnen we niets beginnen.”

Onlangs kreeg Ahmed voor al zijn werk een koninklijke. Ook verwijst de Sociale Dienst regelmatig mensen door. Desondanks krijgt de organisatie nauwelijks subsidie. De logica ontgaat Ahmed. “Elke activiteit kost geld. En behalve een dak boven ons hoofd zouden we erg geholpen zijn met bijvoorbeeld een paar computers voor de cursussen die we geven.” Want Assadaaka is méér dan een ontmoetingsplek en de activiteiten zijn zeer divers. Zo zijn er talloze inloopmiddagen en –avonden, worden er spreekuren gedraaid waar iedereen bijvoorbeeld terecht kan met vragen over  formulieren, en zijn computerlessen, taalcursussen, sport- en muziekactiviteiten. “Wij zijn grenzeloos. We zijn er voor iedereen, allochtonen, voor autochtonen, voor gehandicapten of niet. Ook onze vrijwilligers komen uit alle lagen van de bevolking en uit allerlei verschillende landen. Jongeren, vrouwen, mannen en ook verschillende seksen. Maar geloof of etniciteit is bij ons geen item, hooguit een interessant gespreksonderwerp. Het mooie is dat elke vrijwilliger een eigen drijfveer heeft, en daar moet je als organisatie aandacht voor hebben.

Natuurlijk brengt elke vrijwilliger zijn eigen expertise mee, maar niet alleen heeft de vrijwilliger Assadaaka iets te bieden, het omgekeerde is zeker zo belangrijk.” 

Migranten met beperking
Binnen Assadaaka is er speciale aandacht voor gehandicapte migranten. Een veelal onzichtbare groep, meent Ahmed. “Het gaat vooral om gastarbeiders van de eerste generatie die nooit tijd hebben gehad of moeite hebben genomen om onze taal te leren en zich hier letterlijk kapot hebben gewerkt.
Ze zijn niet eens altijd verzekerd en kennen de weg naar de hulpverlenende instanties niet. En áls ze al eens bij een loket belanden, struikelen ze over de formulieren die ze meekrijgen.”
Binnen de migrantensfeer rust vaak nog een taboe op ziekte en handicap. Men schaamt zich tegenover mensen en houdt gehandicapten zoveel mogelijk binnen. Tegelijk – hoe paradoxaal het ook klinkt – is mantelzorg in deze culturen veel vanzelfsprekender dan binnen de Nederlandse.
“Je komt mensen tegen die al jarenlang door familieleden worden verzorgd maar nooit de kans krijgen om op eigen benen te staan. Soms zijn ze onverzekerd, hebben al jarenlang geen arts meer gezien, hebben nooit gerevalideerd, hebben geen hulpmiddelen, laat staan dat ze zelfstandig buiten komen of werken. De zorg van de familie werkt verstikkend en de gehandicapte is feitelijk dubbel gehandicapt. Instanties kunnen deze mensen niet bereiken; ze vallen daardoor buiten de boot en Assadaaka wil daar verandering in brengen. Soms is onze begeleiding heel intensief, in andere gevallen is een simpele verwijzing of het invullen van een aanvraagformulier voldoende om een familie weer zichtbaar te maken voor de maatschappij. Primaire integratie, zeg maar. Ik vind dit schrijnend, want het zijn wel mensen die zich tientallen jaren met al hun energie voor ons land hebben ingezet.”
Ahmed wil dat Nederlandse instanties zich bewust worden van deze onzichtbare groep en probeert tegelijk bij de gezinnen die hij bezoekt op respectvolle manier het taboe van handicap en ziekte aan de kaak te stellen. “Ik ken de etnische en historische achtergronden, maar ik ken ook de Nederlandse cultuur. Als je een brug wilt slaan, is het natuurlijk een voordeel als je in die verschillende werelden thuisbent.”
 
Energie en kracht
Omdat er steeds meer migranten met een handicap bij Assadaaka aankloppen voor hulp, heeft Ahmed twee jaar geleden het comité Onze Hoop opgericht. Comité Onze Hoop houdt zich bezig met de belangen van migranten met een handicap en een chronische ziekte en hun families, gewijd aan het sociale isolement..


 “We kwamen eens bij een gezin waarvan de man drie jaar ervoor verlamd was geraakt door een CVA. Man en vrouw woonden nog altijd drie hoog zonder lift, en beiden waren al die jaren niet meer buiten geweest. De man vanwege de woonsituatie, de vrouw omdat ze zonder haar man de weg buiten niet wist.” Het comité geeft deze signalen door aan de overheid, instanties en ambtenaren van stadsdelen. Gevraagd en ongevraagd geeft Onze Hoop ook advies over bijvoorbeeld integratievraagstukken en WMO-problemen.
Ahmed ziet dat er nog veel werk te verrichten is, maar dat weerhoudt hem er niet van door te gaan met een tomeloze kracht en energie waarin je bijna vanzelf wordt meegezogen. Een inspirerende man die zelf zijn inspiratie uit zijn activiteiten haalt.  
Toen enkele jaren geleden bij het Riagg de stroom werk ophield, kwam Ahmed op straat te staan. “Ik vond dat niet erg: het was voor mij een kans om meer te betekenen in werk dat werkelijk gedaan moet worden. Inmiddels ben ik er zoet mee. Onbetaald als je het in geld uitdrukt. Maar het is werk waar ik vol overtuiging mee bezig kan zijn, en dat mij de energie en kracht geeft om verder te gaan.”  

Door: Jessie van Loon


woensdag 15 augustus 2012

Een interactief politiek debat voor politici en hun kiezers


Een uitnodiging 5 dagen voor de verkiezingen om deel te nemen aan ons interactief politiek debat op vrijdag 7 september aanstaande voor de tweede kamer verkiezingen die op 12 september 2012 gehouden zal worden en tevens een persbericht.

Politiek Debat

In het kader van de tweede kamer verkiezingen  organiseert vereniging Assadaaka samen met het Samenwerkingsverband van Marokkaanse Nederlanders (SMN)  en verschillende maatschappelijk organisaties een politiek debat.
 Thema: “ Naar een betere toekomst voor kwetsbare mensen in de samenleving”

Tijdens deze politieke avond, die in het teken staat van crisis, wordt samen met burgers, (maatschappelijke) organisaties, politici en bestuurders over de toekomst van Nederland gesproken.

U bent van harte welkom bij het politieke debat.

Kom en discussieer mee over onderstaande stellingen!

Plaats Assadaaka, Buurthuis Ruma Khami

Adres Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam

Datum: vrijdag 7 september 2012

Tijd 19.30-21.30 uur
 
Tijdens het debat komen  stellingen aan bod

·         Waar geven we ons geld aan uit?

·         Wie is eigenlijk de baas in Nederland?

·         Hoe krijg ik iets op de politieke agenda?
 
·          Zijn stemwijzers belangrijk? www.stemwijzer.nl

·         Maak ook gebruik van Huis van de democratie in den haag.


Programma

Inloop / informeel koffie en thee                                           : 19.00  -  19.30 uur

Openingswoord Ahmed El Mesri                                            : 19.30  -  19.40 uur

Politiek debat                                                                              : 19.40  -  20.40 uur

Vragen uit het publiek                                                               : 20.40  -  21.10 uur

Afsluiting / informeel koffie en thee                                      : 21.10  -  21.30 uur
 
Kom en praat met ons over uw verwachtingen van de politiek  voor een betere toekomst voor kwetsbare mensen in de samenleving.

Beganegrond, toegankelijk, ruime WC

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Ahmed El Mesri.
Contact: (020) 7525131 (06-47440672). E.  info@assadaaka.nl -  w.  www.assadaaka.nl
 
Deze Politiek Debat zal georganiseerd worden door Assadaaka in samenwerking met SMN, Stichting Onze Hoop, de Nederlandse Bond voor oudere Migranten Actief (NOMA), Migrantenplatform in zorg en welzijn en Stichting Coexistence.