Ontoegankelijkheid van moskeeën in Amsterdam
Hoge drempel voor ingang moskee Nour, Witte de Withstraat 96, Amsterdam,14 december 2007. Foto: Martin Alberts, Collectie Stadsarchief Amsterdam.
Veel moskeeën in Amsterdam zijn
gevestigd in oude gebouwen. Vaak zijn die niet rolstoeltoegankelijk. Volgens
Ahmed el Mesri is dit een groot probleem. Van oudere moslims hoort hij vaak dat
zij de moskee niet meer in kunnen, en zelf gaat hij hierdoor ook nauwelijks
meer naar het gebedshuis.
Toegankelijkheid
In 1976 vertrok Ahmed uit Marokko naar Europa om de wereld te
verkennen. Hij verkocht zijn winkel en nam afscheid van zijn moeder.
Uiteindelijk werd Amsterdam zijn basis. Na een avondje uit in Sneek kreeg Ahmed
een auto-ongeluk. Hij revalideerde anderhalf jaar in Leersum en sloot daar
verschillende vriendschappen met mensen uit de omringende dorpen. Naar zijn
weten waren er in die tijd nog weinig andere eerste generatie-migranten die in
een rolstoel zaten.
Na het revalidatieproces kwam Ahmed weer in Amsterdam wonen. Hij
besloot zich in te gaan zetten voor andere mensen. Ook zijn geloof bleef voor
hem heel belangrijk. Voor de praktisering hiervan is gezamenlijk gebed
belangrijk. Hij merkte echter dat veel moskeeën voor mensen met een
lichamelijke beperking zeer slecht toegankelijk zijn. “De drempel is te hoog,”
vertelt Ahmed. Deze drempel is niet alleen letterlijk te hoog, door een gebrek
aan liften of hellingen. Voor sommigen is de moskee ook op andere manieren
ontoegankelijk. Er zijn bijvoorbeeld mensen die bedlegerig zijn en die het
gebed op vrijdag niet kunnen bijwonen. Ahmed is om deze reden in Nederland nog
maar vijf keer naar een moskee geweest. Het is voor hem belangrijk om zelf te
bepalen wanneer hij naar de moskee gaat. Hij wil daarbij niet afhankelijk zijn
van hulp.
Zorgmijders
Gedurende zijn gemeenschapswerk binnen de Indische Buurt in Amsterdam
ontmoette Ahmed veel mensen met hetzelfde probleem. Er zijn veel ouderen of
mensen met een beperking van allerlei culturele achtergronden die hulp nodig hebben.
Zij voelen zich bezwaard om hulp te vragen en voelen zich vaak niet begrepen.
Hierdoor isoleren zij zichzelf van de buitenwereld. Volgens de reguliere
zorginstanties willen deze ‘zorgmijders’ geen hulp, terwijl deze mensen juist
hulp nodig hebben. Veel van deze mensen weten vriendschapsvereniging Assadaaka
wél te vinden, opgericht door Ahmed in 1991. Hij probeert deze mensen te helpen
en te laten participeren, zodat zij daarna ook hun lotgenoten zullen helpen.
Doordat deze mensen weinig meer hun huis uitkomen, raken zij ook sociaal
geïsoleerd. Zij missen daardoor sociale interactie. In het geval van oudere
moslims is de moskee hier onmisbaar voor. Door de ontoegankelijkheid van deze
gebouwen valt de moskee af als sociale verzamelplek én gebedshuis.
Voor moslims is gezamenlijk gebed erg belangrijk. Zij geloven dat
regelmatig gebed nodig is, om in het paradijs te komen. Ahmed ziet dat veel
migranten vanaf hun vijftigste actiever bezig zijn met hun geloof. “Naarmate je
ouder wordt werk je eigenlijk naar je overlijden toe,” legt Ahmed uit. Het
gezamenlijke gebed heeft de voorkeur, maar als je niet in staat bent om naar de
moskee te komen mag je volgens de geschriften ook thuis bidden. Ook jongeren in
een rolstoel komen dit probleem tegen. “Ik kende iemand die altijd een nat
washandje in een plastic zakje mee had. Als hij bij de moskee binnenkwam begon
hij z’n wielen schoon te maken. Dan zei hij altijd trots: kijk, voordat ik naar
binnen ga, doe ik dit. Maar waarom? Als we jou of een ander gaan analyseren dan
zouden we iedereen moeten verbieden.”
Taboe
Ahmed is van zijn generatie één van de eerste die in Nederland een
beperking heeft gekregen. Het is volgens hem echt nog een taboe. “Er werd niet
over gepraat.” De keren dat hij wél een moskee bezocht werd hem tientallen
keren beterschap gewenst. Het zit dus volgens Ahmed ook in de mentaliteit van
mensen. Een beperking wordt vaak onbewust nog als minderwaardig gezien.
Ahmed probeert taboes juist bespreekbaar te maken. Niet alleen wat
betreft beperkingen, maar ook over homoseksualiteit, huiselijk geweld en
armoede. Hij gaat vaak met mensen in gesprek over religieuze geschriften. Wat
staat er nu precies? Toen hij zich met deze onderwerpen bezig begon te houden
kreeg hij veel backlash vanuit de gemeenschap. Ook over homoseksualiteit. “Een
vriendin van mij heeft een stichting in West. Zij vertelde dat mensen zich
zorgen maakten om mij, omdat ik mij bezig hield met homoseksualiteit. Ik zei,
als je hen de volgende keer spreekt, dan zeg je gewoon dat Ahmed zich meer
zorgen maakt om hen dan andersom. Ook als ik homo was, wat heb je daarmee te
maken? Wat is het probleem?”
Onwetendheid
De ontoegankelijkheid van moskeeën is ogenschijnlijk geen probleem.
Veel mensen zijn er niet mee bezig, waardoor het probleem niet lijkt te
bestaan. Ahmed hoorde echter 20 à 30 jaar geleden al over dit probleem. Toen
was de ontoegankelijkheid nog groter. Ook in de media is hier nauwelijks
aandacht aanbesteed. In de Trouw van 6 december 1994 wordt het probleem in een
ingezonden brief kort aangekaart: “Ik vind het een verheugend feit, dat de
nieuwe moskee in Zaanstad als multifunctioneel gebouw is opgezet.
Tegelijkertijd maak ik mij bezorgd. Waarom moest er zo’n hoge trap voor het
gebouw komen?"
Kent de islam geen gehandicapten
en ouderen, die slecht ter been zijn?
In de Telegraaf van 9 november 2018 stond een artikel over Rafik Abid.
Om in de moskee te kunnen bidden moet je gewoonlijk je schoenen uitdoen. Rafik
was met zijn rolstoel niet welkom in de moskee. Toen hij werd geweigerd werd
hij boos. Voor de ingang van de Fath Moskee in Den Haag moesten twee agenten
hem tot bedaren brengen. Ahmed wil het probleem duidelijk anders aanpakken. Hij
wil iets veranderen aan de onwetendheid binnen de gemeenschap. Mensen moeten
bewust gemaakt worden van het belang van een toegankelijke moskee. Als de
gemeenschap meer oog krijgt voor mensen met een beperking en rekening houdt met
rolstoelgangers, dan zal de moskee veel toegankelijker worden. “Laat dat gewoon
aan God over. God oordeelt niet.”
Vergrijzing
Bart Weggeman, beleidsmedewerker Sociale en Fysieke toegankelijkheid
bij Cliëntenbelang Amsterdam, ziet dit ook terug. “Ik heb zelf al eerder
geconstateerd dat toegankelijkheid bij moskeeën, vooral in oude gebouwen, een
probleem is.” Het probleem wordt volgens hem in de toekomst alleen maar groter
omdat de groep eerste generatie-migranten steeds ouder wordt. Mensen moeten
bewust worden van dit probleem. Ook Ahmed ziet de vergrijzing binnen de islam.
Maar juist de mensen die de dupe zijn van ontoegankelijkheid, zijn al
vergrijsd. Verder voelt eigenlijk niemand zich hier verantwoordelijk voor.
Bart ziet ook verschillen tussen de vestiging van moskeeën in oude en
nieuwe gebouwen. “Bij de Westermoskee is het nu opgelost door het nieuwe
gebouw, maar de toegankelijkheid van het oude gebouw was pak hem beet 15 jaar
geleden al een issue. … Het spanningsveld ligt vooral bij de kleinere moskeeën,
zij hebben niet het geld om een nieuw gebouw neer te zetten.”
Verantwoordelijkheid
Wie is nu eigenlijk verantwoordelijk voor het toegankelijk maken van de
gebedshuizen in Amsterdam? Volgens Bart is het een beetje een definitiekwestie.
“Als je kijkt naar de bouwwetgeving in Nederland dan vallen moskeeën onder
bijeenkomstgebouwen. En voor nieuwe bijeenkomstgebouwen gelden een aantal
minimale eisen ten aanzien van rolstoeltoegankelijkheid.” Dit betekent dat het
belangrijkste deel van het gebouw rolstoeltoegankelijk moet zijn. In het geval
van een gebedshuis is dit de gebedsruimte. Afhankelijk van de grootte van het
gebouw moet er daarnaast een rolstoeltoegankelijke wc aanwezig zijn. “Voor
bestaande bouw is er eigenlijk heel weinig wetgeving.” Oudere gebedshuizen
hoeven deze nieuwe eisen dus ook niet met terugwerkende kracht in te voeren.
“In principe ligt de
verantwoordelijkheid van het toegankelijk maken van een bijeenkomstgebouw in de
levensbeschouwelijke sfeer bij de eigenaar van het gebouw.” Het is een andere
situatie als een organisatie bijvoorbeeld subsidie krijgt van de gemeente. Dan
kan de gemeente eisen dat het gebouw rolstoeltoegankelijk is. Bart denkt alleen
niet dat de gemeente snel zo’n subsidierelatie aan zou gaan met een
cultureel-religieuze instelling.
Oplossing
Volgens Ahmed zou er een grote bijeenkomst georganiseerd moeten worden,
waarbij de moskeeën, de ambassadeur van Marokko en de gemeente vertegenwoordigd
zijn. Door zo’n bijeenkomst worden de moskeebesturen zich bewust van het
probleem. Door de aanwezigheid van de ambassadeur wordt het belang ervan
onderstreept. Het doel is een verandering in de mentaliteit van de gemeenschap.
Wat Ahmed vooral belangrijk vindt is dat de gemeente en de moskeebesturen
hierbij samenwerken. Het belang van toegankelijkheid moet worden benadrukt en
het taboe moet bespreekbaar worden gemaakt.
Ook Bart denkt dat de gemeenschap de ontoegankelijkheid van de moskee
zelf eerst als een probleem moet ervaren. Cliëntenbelang Amsterdam wil wel het
gesprek met Ahmed aangaan. “We kunnen wel ondersteuning geven. Bijvoorbeeld om
te helpen met een inventarisatie van hoe toegankelijk die moskee nu eigenlijk
is.” Ook Bart is van mening er samengewerkt moet worden.
Er moet volgens Ahmed één lijn worden getrokken. “Een rolstoel moet
gewoon naar binnen. Niet op het tapijt, maar hup, naar een plek met een zeil.
En na afloop, na het gebed, gewoon even dweilen bijvoorbeeld. Niks aan de hand.
Want god houdt van jou, hij heeft jou geschapen met alles.” Een tijdelijke
oplossing zou een livestream of een ‘moskee-radio’ kunnen zijn. Het sociale
aspect wordt zo echter nog niet opgelost. Uiteindelijk moet de toegankelijkheid
verbeteren. Tot die tijd is het belangrijk dat mensen worden gewezen op het
feit dat moskeeën ontoegankelijk zijn, en dat het praten over beperkingen geen
taboe is.
Met dank aan:
Ahmed el Mesri
Bart Weggeman
Geschreven door:
Loes Knijn en Jonne Peters
Geen opmerkingen:
Een reactie posten