Stichting Onze Hoop - voor en door migranten met een handicap of chronische ziekte en hun
familie.
Themabijeenkomst zorg in de wijk
Op 11 december 2014 van 13.00 – 16:30 uur heeft
Onze Hoop een themabijeenkomst georganiseerd in samenwerking met Cliëntenbelang
Amsterdam over de wijkzorg. Er waren zowel informele als professionele mensen
aanwezig, ook de doelgroep was hier goed vertegenwoordigd. De aspecten van de
wijkzorg als de input die van de wijkbewoners gevraagd werd (informele zorg)
werden belicht. Tijdens deze middag kon u in discussie gaan met
ervaringsdeskundigen, mantelzorgers, beleidsmedewerkers en zorgprofessionals.
Het was een goede en leerzaam bijeenkomst. Er waren 50 bezoekers aanwezig.
Hier onder volgt de toespraak van Ahmed El Mesri,
voorzitter Onze Hoop over de Wijkzorg
T. 020-7525131, M. 06-47440672
E. info@stichtingonzehoop.nl
W. www.stichtingonzehoop.nl
Beste dames en heren, fijn dat u er bent. Hierbij
heet ik u van harte welkom op deze bijeenkomst over Wijkzorg. We gaan het
vanmiddag over een belangrijk onderwerp hebben. Per 1 januari 2015 gaat er
namelijk veel veranderen op het gebied van zorg en welzijn. Een van de
verandering is dat de overheid de zorg en ondersteuning aan mensen met een
beperking zoveel mogelijk op locaal niveau wil gaan organiseren: de zogenaamde
Wijkzorg. Herman Klein-Tiessink van Cliëntenbelang zal straks vertellen wat
Wijkzorg precies inhoudt en wat dat voor u als bewoner met een hulpvraag, gaat
betekenen. Hij zal ingaan op de gevolgen die dit heeft voor de zorg en
ondersteuning die u op dit moment ontvangt of in de toekomst wellicht nog nodig
zult hebben.
Als voorzitter van Onze Hoop wil ik hieraan
voorafgaand een aantal zaken aan de orde stellen die cruciaal zijn gezien de
veranderingen die ons de komende tijd te wachten staan.
De eerste belangrijke verandering is het
overhevelen van een aantal begeleidingstaken vanuit de AWBZ naar de WMO. Dit
betekent dat de gemeente in plaats van de centrale overheid voortaan
verantwoordelijk is voor de ondersteuning van mensen met een beperking. Het
gaat hierbij om mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische
beperking en kwetsbare ouderen. Dagbesteding (inclusief vervoer) en
inloopvoorzieningen, woonbegeleiding, ondersteuning in de dagelijkse
handelingen, kortdurende opvang en mantelzorgondersteuning; de gemeente bepaalt
voortaan wat u nodig heeft en moet dit doen met een budget dat 30% lager is dan
het budget dat de centrale overheid hiervoor had. Mensen zullen minder snel een
indicatie krijgen voor opname, begeleiding of dagbesteding.
Ouderen en
mensen die voorheen werden opgenomen, moeten zo lang mogelijk thuis blijven
wonen. Terwijl er enorm wordt bezuinigd op de voorzieningen die nodig zijn om
dat mogelijk te maken. Ook is huishoudelijke hulp niet meer vanzelfsprekend.
Dit wordt alleen nog maar in bijzondere gevallen toegewezen. De overheid gaat er
namelijk vanuit dat mensen veel meer zelf moeten doen. Als zij daar niet toe in
staat zijn dan moeten zij de zorg en ondersteuning die zij nodig hebben eerst
binnen hun eigen kring van familie, vrienden, kennissen en buren zoeken. Waar
dit echt niet kan, zal een beroep op initiatieven in de buurt gedaan moeten
worden.
Dan pas zal professionele hulp worden ingezet.
Dit alles wordt vastgelegd in een zogenaamde ondersteuningsplan. Dit plan wordt
opgesteld tijdens een zogenaamde ‘keukentafelgesprek’.
Deze term zorgt bij veel mensen al voor angst en
beven omdat zij bang zijn dat zij enorm onder druk zullen worden gezet om hun
familie en vrienden om hulp en ondersteuning te vragen terwijl beide partijen
dat misschien helemaal niet willen of kunnen. Vervolgens zijn ze bang dat als
zij dat niet doen, zij niet de hulp en ondersteuning zullen krijgen die ze
nodig hebben. Wij geven mensen daarom het advies om er in ieder geval voor te
zorgen dat er iemand bij het keukentafelgesprek aanwezig is die hun situatie
goed kent en hun belangen kan verdedigen.
Ten tweede wordt de zorg en ondersteuning op een
andere manier georganiseerd. Dit gaat zoveel mogelijk wijkgericht gebeuren. Het
idee is dat – door binnen een bepaald gebied met elkaar samen te werken –
zorgorganisaties betere zorg kunnen leveren.
Het is de bedoeling dat zij dichter bij de mensen
komen te staan en elkaar als zorg- en welzijnsorganisaties beter leren kennen
waardoor ze – als er meer vormen van ondersteuning nodig zijn – goed met elkaar
kunnen samenwerken en daardoor efficiënte zorg en ondersteuning kunnen leveren.
Het probleem is dat deze nieuwe structuren van samenwerking nog lang niet
voldoende zijn ontwikkeld terwijl de veranderingen in de toewijzing van hulp en
ondersteuning al wel vanaf januari gaan plaatsvinden. We zijn daardoor bang dat
er veel mensen tussen wal en schip zullen raken niet de zorg en ondersteuning
zullen krijgen die ze nodig hebben.
Bovendien wordt er ook binnen de Wijkzorg flink
bezuinigd. Er wordt een groter beroep gedaan op de inzet van mensen zelf. Eerst
kijken wat je zelf nog kunt, dan kijken wat je vrienden en familie voor je
kunnen doen. Als daar geen mogelijkheden liggen dan wordt er gekeken welke
buurtinitiatieven er zijn die hulp zouden kunnen bieden. Dan pas mag er een
beroep worden gedaan op collectieve voorzieningen waarbij van maatwerk nog lang
geen sprake is (misschien voorbeeld van inwisselen rolstoelen noemen).
In het nieuwe systeem wordt dus veel verwacht van
vrijwilligers. Mensen moeten elkaar zoveel mogelijk onderling ondersteunen. Wat
er hierbij vergeten lijkt te worden is dat er in Nederland al op grote schaal
hulp en ondersteuning door familie en vrienden wordt geboden. Veel rek zit er
dus niet meer in. Bovendien zijn vrijwilligersorganisaties al jaren bezig met
het koppelen van buurtbewoners en lotgenoten aan elkaar die elkaar op
vrijwillige basis onderlinge hulp en ondersteuning bieden.
Zij vullen al
de gaten die in de reguliere hulpverlening vallen en straks alleen maar groter
zullen worden. Maar ook de voorgestelde werkwijze is niet nieuw. Ondersteuning
door vrijwilligersorganisaties gebeurt meestal binnen een bepaalde buurt en is
altijd al gericht geweest op het versterken van de zelfredzaamheid en eigen
kracht van de hulpvrager. Omdat dit op buurtniveau en op vrijwillige basis
gebeurt - vaak door mensen die in dezelfde positie zitten of hebben gezeten -
wordt de hulpvrager na verloop van tijd vaak zelf vrijwilliger die anderen gaat
steunen of gaat hij of zij zich op een andere manier voor de buurt inzetten.
Wat de gemeente nu via de reguliere zorg- en welzijnsorganisaties wil bereiken,
doen wij al jaren vanuit het hart. Afgelopen jaar heeft Onze Hoop dit nogmaals
gedaan in de vorm van een project in het kader van de pilot Wijkzorg in de
Indische Buurt/Oostelijk Havengebied. Ook hier weer is gebleken wat de kracht
en de meerwaarde is van hulp en ondersteuning op vrijwillige basis. Maar dit
gaat niet vanzelf. Er is veel inzet en ondersteuning van de vrijwilligers zelf
nodig. Kennis, ervaring, geld en faciliteiten zijn nodig om dit belangrijke
werk te ondersteunen en niet incidenteel maar langdurig. Als de overheid wil
dat vrijwilligers de belangrijkste kracht binnen de dragende samenleving gaan
worden, dan moet ze dat ook willen faciliteren.
Juist het tegenovergestelde lijkt echter het
geval. Zelforganisaties zoals Onze Hoop worden weggesaneerd of ontdaan van hun
huisvesting waardoor zij niet meer goed hun werk kunnen doen. Een enorme
hoeveelheid opgebouwde kennis en ervaring gaat daarmee verloren. Het werk dat
de zelforganisaties doen, kan niet zomaar overgenomen worden door een nieuwe
partij. De zelforganisaties en belangenverenigingen hebben in de loop der jaren
op basis van hun inzet en solidariteit het vertrouwen van buurtbewoners
gewonnen en staan dicht bij de mensen. Zij hebben echt contact met de kwetsbare
mensen waar het om gaat. Zij weten wat hun behoeften zijn, wat hun
mogelijkheden zijn en wat zij nodig hebben om zo zelfstandig mogelijk te kunnen
leven. Want laten we duidelijk zijn: iedereen – dus ook mensen met een
beperking – wil meedoen in de samenleving. Iedereen wil zoveel mogelijk zijn of
haar talenten inzetten, samen met anderen nuttig zijn, mobiel kunnen zijn zodat
zij naar vrienden en kennissen kunnen, of naar een doktersafspraak of naar werk
of vrijwilligerswerk.
Kortom, in de taal van de gemeente: kunnen
participeren. Juist dit participeren wordt steeds moeilijker als de nodige hulp
en ondersteuning achterwege blijven of niet voldoende worden gefaciliteerd.
Vandaar dat wij met een aantal
vrijwilligersorganisaties het initiatief hebben genomen tot het oprichten van
de Alliantie voor Informele zorg. De Alliantie voor Informele Zorg heeft als
doel om als vrijwilligersorganisaties die informele zorg bieden, de krachten te
bundelen en er op te letten dat mensen met een beperking de zorg en
ondersteuning krijgen die ze nodig hebben. Daarnaast komt zij op voor de
belangen van de vrijwilligers. Dit werk moet ondersteund worden en mag niet ten
onder gaan aan een beleid van de gemeente dat gebaseerd is op onkunde over de
echte belangen, behoeften en mogelijkheden van haar burgers. En aan een gebrek
aan solidariteit.
In deze tijd
waarbij het voor de welgestelden in onze samenleving nog altijd mogelijk is om
meerdere huizen en auto’s, dure designkleding en zinloze technische snufjes te
bezitten terwijl anderen het nog net kunnen redden met pakketten van de
voedselbank, waar ouderen en chronisch zieken met een toenemende eigen bijdrage
aan zorgkosten zitten, en met minder ondersteunende voorzieningen door de
invoering van de nieuwe participatiewet, mag niet alles neerkomen op de ruggen
van vrijwilligers. De dragende samenleving die de overheid zo graag wil moet
door ALLE burgers worden gedragen, niet alleen maar door vrijwilligers die een
groot hart maar vaak een kleine beurs hebben en echt bij hun medebewoners
betrokken zijn in plaats van drie keer per jaar met hun jacht op vakantie gaan
en via allerlei belastingvoordelen alleen maar rijker worden terwijl de armen
steeds maar armer worden. De overheid moet zorgen voor voldoende budget voor
goede en toegankelijke zorg en ondersteuning van burgers die dat nodig hebben
en voor vrijwilligersorganisaties die de expertise en ondersteuning van de
vrijwilligers leveren die kwetsbare burgers ondersteunen waar de reguliere zorg
en welzijn wegvalt.
Er is dus alle reden om kritisch te zijn en een
vinger aan de pols te houden, want als zelforganisaties verwachten we dat er veel
mensen tussen wal en schip zullen raken en de expertise op het gebied van
vrijwillige inzet gevaar loopt omdat onze eigen organisaties in hun bestaan
worden bedreigd.
De rol van belangenorganisaties wordt dus alleen
maar belangrijker. Dus ook die van Cliëntenbelang.
Cliëntenbelang zal nog beter moeten luisteren
naar de signalen die zij van haar lid-organisaties krijgt en het werk van deze
belangenorganisaties moeten ondersteunen. Daarbij hoort ook het voortdurend
werken aan diversiteit. Ouderen en kwetsbare bewoners met een
migrantenachtergrond vormen een toenemende groep waarvan de belangen worden
bedreigd.
Cliëntenbelang zal dus nog beter moeten luisteren
naar de lid-organisaties die de belangen van deze burgers behartigen. Het feit
dat deze bijeenkomst georganiseerd is in samenwerking tussen Cliëntenbelang en
Onze Hoop stelt ons hoopvol, maar er is alle reden om uitermate waakzaam te
blijven. Er zal nog veel werk verricht moeten worden en wij moeten met iedereen
die de belangen van mensen met een beperking ter harte nemen actief en kritisch
blijven en vooral goed samenwerken. Wij moeten de krachten bundelen om een
sterke partij te vormen naar de gemeente in deze ontwikkelingen.
Zo meteen zal Anneke Bolle ingaan op de
ontwikkelingen binnen de Wijkzorg gezien vanuit de belangen van mensen met een
psychische beperking. Daarna zal – zoals gezegd - Herman Klein-Tiessink van
Cliëntenbelang ingaan op een aantal praktische gevolgen van de invoering van de
Wijkzorg.
Ik wens u een plezierige en leerzame middag en u
wordt van harte uitgenodigd uw mening, vragen, zorgen en ideeën te delen
tijdens de discussie. De knelpunten en aanbevelingen die we vanmiddag met z’n
allen vaststellen, zullen we meenemen in ons verdere beleid en handelen in onze
rol als belangenbehartiger van mensen met een beperking.
De middag
sluiten we af met een borrel waarbij er gelegenheid is om op een informele
manier met elkaar na te praten.
Voor meer informatie:
Stichting Onze Hoop
Adres:
Plantage Middenlaan 14
1018 DD Amsterdam T. 020-7525131, M. 06-47440672
E. info@stichtingonzehoop.nl
W. www.stichtingonzehoop.nl
Bereikbaar met Tram 14 en 9, halte
Plantage Parklaan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten