vrijdag 19 december 2014

Interview met Tess Jungblut van de Vriendschap Community Assadaaka (VCA).


Tess Jungblut

Het werk van de Vriendschap Community:

Assadaaka is Vriendschap - Aan de vooravond van de gemeenteraads- en deelraadverkiezingen 2005 had Cees van der Steen een gesprek met Tess Jungblut van de Multiculturele Vereniging Assadaaka (Indische Buurt in Amsterdam Oost) op de ontmoetingsdag “Laat het geweld uit wijken”, georganiseerd door het Platform Vredescultuur op 4 februari in de Mozes en AƤronkerk te Amsterdam.
Cees: “Tess, kun je ons iets vertellen, wie je bent en hoe je werkt in Assadaaka?
Hoe ben je in Assadaaka terechtgekomen?”

Tess: “Ik ben Tess Jungblut. Ik ben 48 jaar en ik woon in Amsterdam.
Na de moordaanslag op Theo van Gogh bemerkte ik aan mezelf dat ik steeds banger en banger werd. Wanneer ik op straat moest wachten bij een tramhalte, terwijl daar vrouwen stonden met een hoofddoek en mannen met een djellaba, dacht ik ‘direct gaat hier een bom af’. Ik las de krant elke dag. Ik keek naar de tv en naar het journaal.


Een jaar lang werd er alleen maar gefocust op geweld, geweld, geweld…
Op een dag besloot ik: ‘dit wil ik niet meer. Ik wil niet meer leven in een leven dat zo vol geweld is en ik wil ook niet meer leven in angst’. Ik was echt heel erg bang. In mijn radeloosheid heb ik, heel simpel, God om hulp gevraagd; ‘help me alstublieft. Ik wil hier iets aan doen.’ Twee dagen daarna viel er een weekblaadje De Kadekrant door de brievenbus met daarin een verhaal over de Multiculturele Vereniging Assadaaka”.
 

Cees: “Wat trok je? Je was juist bang voor ze?”

Tess: “Ik wilde af van die angst ‘voor vreemdelingen’. En het woord Assadaaka staat voor het woord Vriendschap. Dat was iets wat ik ontbeerde in mijn leven, ‘vriendschap’. Ik kende geen vriendschap meer. Ik kende alleen maar vijandschap.
 

Zo voelde dit voor mij. Ik heb Ahmed El Mesri, de voorzitter van Assadaaka gebeld en een afspraak met hem gemaakt. Terwijl ik die afspraak maakte klopte mijn hart. Ik dacht: ‘Ik maak een afspraak met een Marokkaan’. Hij zei: ‘Kom maar langs’. Dus ik fietste op een zondag in januari met kloppend hart van het Oostelijk Havengebied naar de Balistraat in de Indische buurt. Toen ik daar aankwam, trof zijn uiterlijk, blank en wit, mij.

Het is helemaal geen Marokkaan, dacht ik. Ik bemerkte, dat ik allerlei stereotiepe denkbeelden in mijn hoofd had. Al heel snel raakten we verdiept in een gesprek over mogelijkheden en wat mogelijk zou zijn als mensen elkaar in vriendschap zouden ontmoeten. Wat zou er mogelijk zijn als alle wapens neergelegd zouden worden en mensen in vrede naast en met elkaar konden leven. Het was een hele emotionele ontmoeting. Onze geesten raakten elkaar en we wisten dat wij iets moesten gaan doen. Ik wilde een project doen met vrouwen en hoofddoeken. Ahmed suggereerde dat wij 0ok mannen moesten uitnodigen. Het is een hele goede avond geworden. Er waren zelfs kinderen.

Ik ben bij Assadaaka gebleven en werk er sindsdien als vicevoorzitter”.

Cees: “En wat je mij vertelde, je hebt voor jezelf een avond gecreĆ«erd in Assadaaka om je eigen bange en boze gedachten uit te spreken ten aanzien van die mensen ‘Allochtonen’, die het ook betreft. Je wilde juist bij hen gehoor vinden”.

Tess: “Dat klopt. Het was heel confronterend voor mij. In het openbaar zeggen wat je werkelijk gedacht en gevoeld hebt al die jaren (eigenlijk je hele leven). Ik werd mij bewust van de stereotypen in mijn denksysteem. Neem bijvoorbeeld het woord Tweede Wereld Oorlog. Wat popt er dan op? Holocaust, Hitler, collaborateurs, haat, verdeeldheid, etniciteit en zwart-wit. Dat gaat automatisch. Daar hoef je niets voor te doen.


Ik heb op die avond aan mensen uit verschillende culturen en in het bijzonder de Marokkaanse cultuur mijn vooroordelen kunnen uitspreken en ik heb deze vooroordelen kunnen transformeren in een gezonde kijk op mensen ongeacht hun afkomst. Gaandeweg kwam ik erachter dat alles wat ik dacht over de wereld en de mensen puur projectie van mij was en gaandeweg kwam ik in een andere wereld. Een wereld waarin vrede een kans heeft en waarin liefde het draagvlak is???.


Cees: “En wat daarna”.


Tess: “Ik ben tot de ontdekking gekomen dat alles wat je doet vanuit jezelf moet komen. Vanuit dat ene punt in jezelf. Daar waar innerlijke vrede is.


Het was altijd het ik-jij verhaal. Ik ben zo en jij bent niet zo. Daarom moet je bijvoorbeeld educatie hebben. Want jij moet net zo worden als ik. Jij moet net zo gaan denken, als ik denk. Ik ben absoluut niet tegen educatie. Alleen, waarom geven we educatie?

Om de ander net zo te laten worden als je zelf? Dat is wat in Nederland aan de gang is (ik denk wereldwijd). Iedereen moet hetzelfde zijn. Anders lig je eruit? Tegelijkertijd heb je te maken met individualisering. Niemand wil zo zijn als de ander. Je wilt namelijk zo zijn zoals je zelf bent nietwaar? Ik denk, dat daar een heel belangrijk punt ligt voor ons allen (‘zegt ze huilend’). Een weg vinden waarin het individu telt en waarin tegelijkertijd het algemene belang van vrede het uitgangspunt moet zijn. Je kan alleen maar vanuit jezelf putten, vanuit je eigen bron, de vrede die in je is, de liefde die in je is.”


Cees: “Is dat een goede ervaring voor jou?”


Tess: “Ja, het is een goede ervaring geweest voor mij. Het is een worsteling en dat is het nog steeds soms. Ik wil het pad van de vrede bewandelen.”


Cees: “Je voelt het zo in Assadaaka?”


Tess: “Absoluut!”


Cees: “Kun je ons een advies meegeven als het gaat om kiezen? Jouw keuze gaat verder dan de gemeenteraadsverkiezingen.”

Tess: “Dat is een hele moeilijke vraag. Ik kan helemaal geen advies geven.
Ik kan alleen maar zeggen, dat je moet kiezen, waar je hart ligt en dat is voor elk mens anders”.


Cees: “Eigenlijk zeg je, ga naar je hart”.


Tess: “Ja absoluut. Eigenlijk zou er een nieuwe partij moeten komen: ‘De partij van het hart’.”

Cees van der Steen
25 februari 2006

Geen opmerkingen:

Een reactie posten