Aanwezig:
van Assadaaka: Ahmed El Mesri, Saskia
Hubelmeijer, Lies Bierenbroodspot (notulen); Geeta van Stichting Sadhna; Chris Bouma van ”Connecting Differences”; leden van
Assadaaka en belangstellenden.
Saskia stelt zich voor en heet de aanwezigen welkom. Ze geeft
de planning voor de avond.
Hierna geeft Ahmed zijn lezing Jezelf kunnen zijn in de Indische Buurt (zie
aldaar).
Hieruit en uit wat Chris noemt komen
4 punten naar voren:
Informatieverstrekking
is belangrijk
Erkenning
en acceptatie van diversiteit
Tegengaan
van discriminatie en (verbaal) geweld tegen homo’s en mensen met een andere
seksuele geaardheid
Stimuleren
van het bespreekbaar maken van diversiteit – ouders en kinderen, op scholen, op
veel plekken, zo breed mogelijk.
Saskia vat heel kort de toespraak samen:
Openstelling
voor andere dan de traditionele patronen
Discriminatie
ontstaat vaak uit angst – de angst voor het ‘anders’ zijn en de angst voor de
aantasting van de eigen traditionele waarden
Je bent
niet anders uit keuze maar omdat je zo bènt
Het
doorbreken van het taboe begint met het erkennen dat er een probleem is
Het is
een mensenplicht om elkaar als mens te blijven erkennen
De
aanbevelingen (hierboven genoemde 4 punten).
Geeta vult aan: Deze bijeenkomst is een vervolg op de in
januari gehouden bijeenkomst ‘Jezelf kunnen zijn in Oost’. Ze vervolgt met een
wijze conclusie: ‘Als je geaccepteerd wil worden moet je zelf ook anderen
accepteren.’
Hier reciteert/zingt de imam Nourdin een
gebed met als thema ‘vrede’.
Nu wordt de film De zus van Zahra ingestart.
(Jammer genoeg is de sfeer tijdens de
vertoning rommelig en afleidend: er lopen steeds mensen in en uit, er wordt
gepraat, er gaan mensen weg, de deur gaat open en dicht…
Het duurt dan ook even voordat de film
echt óverkomt bij de kijkers.)
Een paar citaten en fragmenten, her en
der uit de film:
Iemand zegt:
‘In bijna alle gevallen is het zo dat een moeder het (homoseksueel zij
van haar kind, als moslima zijnde) als eerste aanvaardt.’
Iemand
anders zegt: ‘Hoe kun je geloven in iets dat je bestaan ontkent?’
Er wordt
ingegaan op het begrip ‘identiteit’: Identiteit komt van identiek (op psychologisch vlak, wordt er bedoeld), in die zin dat denken
en gedrag met elkaar overeenkomen, bij elkaar horen.
‘Een
westerse context is anders dan een Arabische context – sociologisch gezien.’
‘Er is
een dubbele moraal: als twee mannen elkaar aanraken worden ze niet aangehouden
door de politie; maar een man en een vrouw die elkaar in het openbaar aanraken
mag niet.’ (In Arabische landen?)
‘Er is
een verschil tussen de passieve (vrouw) en de actieve (man).’
‘Mannelijke
identiteit bouwt zich op: Ik ben geen homo (in de eerste plaats, bedoelt hij),
ik ben een man. Ik ben meer dan alleen homo: ik ben student, ik leef in de
stad, ik ben jong, ik ben een man, enzovoort. En ik ben homo.’
Een jonge
vrouw die uit de kast is gekomen tegenover haar familie zegt tegen de
filmmaakster: ‘Mijn kamer is hoe mijn leven is: rommelig en puinhoopachtig.’
En ze
gaat verder: ‘Als ik het gewoon verteld had thuis hadden ze me met stenen
bekogeld. Ik heb het dus maar opgeschreven. Eigenlijk weet ik dat ook niet meer
precies. Ik vroeg me steeds af: Moet ik het wel vertellen?
Ik heb
nooit een concrete reactie gekregen. M’n moeder zei: Aah…, meer niet. M’n
vader? Geen reactie.
Ik heb
het er uitgeflapt: “Papa, wat zou je er van vinden als ik een holebi was…? Stel
je voor… Wat dan?”
“Ik ben
moslim,” zei hij, “moet je dat nog vragen? Je moet normaal zijn.”’
De vader:
‘Alsof het plafond op m’n hoofd viel. Ik kan niet dansen en gelukkig zijn
hiermee. Dat is haar zaak.’
De
dochter gaat verder: ‘Onvoorwaardelijke liefde? Ik zat met zijn reactie. Ik heb
hem ontgoocheld. Maar ik kan mezelf hierin niet veranderen. Ik heb dat wel
geprobeerd.’
De vader:
‘Ze moet zelf de verantwoordelijkheid nemen voor haar eigen keuze.’
Vraag:
‘Is dat een echte keuze? Is het misschien aangeboren?’
Hier wordt de film stopgezet. Hij duurt
te lang om in z’n geheel vertoond te worden en belangrijke thema’s m.b.t. het
onderwerp homoseksualiteit, het al of niet naar buiten treden daarmee en hoe
daarop wordt gereageerd door de omgeving, zijn al naar voren gekomen.
Saskia vat die thema’s vervolgens nog eens samen:
‘Belangrijk is de worsteling: de
achtergrond van de ouders en van de mensen die in de film gevolgd werden over
hun coming out.
Acceptatie (aanvaarding) is een hele
worsteling. Je geaardheid kan zelfs leiden tot de dood: bedreigingen en
minachting door anderen, en dan de eigen wanhoop.
Er is ook een verschil tussen de
westerse en de niet-westerse kijk erop. Dus de achtergrond.
Zo is er ook een verschil tussen hier
homo zijn of in Marokko homo zijn.
Het “verschijnsel”(homoseksualiteit) is
lang ontkend, de “3e sekse”.’
Saskia vraagt naar reacties uit de zaal.
Iemand zegt: ‘Ik was geraakt door dat
stukje waar die moeder sprak, over dat ze haar kind zou moeten doden...’
‘Het gaat ook over waar je bij wilt
horen: je probeert bij anderen te horen, terwijl je ook bij je familie wilt
horen.’
‘Je kunt ook breken met je afkomst. Maar
dat geeft ook een conflict. En als familie wil je ook niet breken met je eigen kinderen.’
Iemand anders merkt op dat het in de
film heel erg gaat over homoseksualiteit. Binnen de Marokkaanse gemeenschap is
daar nog heel weinig kennis over. Ook over hoe ze ermee moeten omgaan. Vragen
als: Wat gebeurt er precies? en Hoe kunnen wij ermee omgaan?
Iemand anders merkt op dat het niet
altijd alleen maar een Marokkaans probleem is. Ook gewone Nederlandse families
worstelen ermee, vanuit de christelijke hoek.
Veel autochtonen doen alsof ze alles
weten, maar ze weten ook niet alles en ze worstelen er net zo mee. Dus het is niet
alleen een Marokkaans probleem.
Daar wordt op gereageerd: ‘Het verschil is dat Marokkanen het niet zullen
zeggen. Geen coming out. En onderling praten ze er ook niet over, en zeker niet
naar buiten.’
Saskia vraagt: ‘Wat zou er dan moeten gebeuren?’
Een reactie: ‘Op scholen moet voorlichting
worden gegeven. Kennis over de cultuur en over hoe homoseksualiteit zich
voordoet, en specifiek in Nederland.
En de ouders: die moeten meer informatie
krijgen: wat het is, en hoe je ermee om kunt gaan. Het homo zijn mag niet
vanuit de islam, maar het is en blijft je kind.
Vooral meer kennis is grote
behoefte aan.’
Er wordt ook genoemd dat mensen voor de
buitenwereld maar trouwden, maar dat ze achter de buitendeur hun
homoseksualiteit gewoon beleefden. ‘Veel mensen laten het niet zien.’
Er wordt
ook genoemd dat er nu wel veel aan ’t veranderen is, waar vroeger de
waarden erg traditioneel waren. De Marokkaanse maatschappij is traditioneel
gestoeld op de islam en op de koran. De religie is erg sterk in de morele waarden.
Toch zijn de opvattingen aan ’t
veranderen, wordt er gezegd. En de vraag wordt voorzichtig gesteld: Komt er
meer tolerantie?
Daarop wordt gereageerd: In Casablanca
verandert er wel veel, maar in kleine dorpen is het veel traditioneler. En
Marokkaanse homoseksuelen benoemen zichzelf ook niet als homo.
Iemand noemt een documentaire over dit
onderwerp: I am gay and I am a muslim,
door ene Chris Balloney o.i.d.???
Er wordt nog genoemd dat in de tijd van
de Ottomaanse cultuur homoseksualiteit veel gewoner was.
Chris noemt nog dat Khadija Arib een boekje heeft
geschreven met interviews dat een beeld geeft van lesbische moslima’s: Allah heeft ons zo gemaakt.
De avond wordt afgerond met de conclusie
dat we nog lang niet zijn uitgepraat over dit belangrijke onderwerp.
De aanwezigen worden bedankt voor hun
komst en er wordt nog samen gegeten.