vrijdag 30 december 2011

INZET VAN ERVARINGSDESKUNDIGHEID 2011 ONZE HOOP


Aanbevelingen van 3 RECENTE bijeenkomsten van ONZE HOOP op een rij.
Afkortingen: MMH = Migranten met een handicap of chronische ziekte 

I          Evaluatie Onze Hoop 19 juli ‘11

Tegen welke problemen lopen we aan?
·         Migranten hebben enorme achterstand.
·         Ouderenzorg is taboe.
·         Het hebben van een handicap is taboe.
·         Bij instanties/loketten wordt je niet geaccepteerd als buitenlander.
·         Migranten hebben geen notie van het bestaan van buurthuizen/stichtingen om hulp te zoeken
·         Ouders, die vroeger van de tolkendiensten van hun kinderen gebruik maakten weten niets en vereenzamen snel, wanneer de kinderen uit huis zijn.
·         In ziekenhuizen zijn tolken nodig.
·         Instanties kleineren migranten door net te doen alsof cliënt niet goed Nederlands kan praten.
·         Migranten hebben er behoefte aan dat iemand met hen meegaat naar instanties, ook al om zich tegen discriminatie te wapenen.
-      Welke thema’s willen we in de toekomst gaan aanpakken? Al dan niet in het kader van collectieve belangenbehartiging.
·         Ouderdom.
·         WMO-loket (bejegening)
·         Dementie
·         Omgaan met homosexualiteit
·         Ouderschap
·         Mantelzorgcoach
·         Veranderende wetgeving
·         Discriminatie
-      Spreekuren
De spreekuren van st. Onze Hoop voldoen aan de verwachtingen, zijn zinvol en bereiken die mensen die moeilijk bij reguliere instanties terecht kunnen.
-      Vrijwilligers
Zijn in steeds grotere getale actief. Veel van hen zijn zelf cliënten of zijn dat geweest. Het vrijwilligerswerk geeft een goed gevoel. Mensen krijgen het gevoel mee te doen en mee te denken. Door mee te draaien in de organisatie hebben zij ook elementaire vaardigheden ontwikkeld en ervaring opgedaan.  Er zijn in het verleden trainingen geweest en men wil dat blijven doen. O.a.:
·         Assertiviteit
·         EHBO
·         Cognitieve Stimulatie
·         Organisatiemanagement.

II        Aanbevelingen van Conferentie “Zie mij nou!”, 20 oktober 2011


Miniconferentie over migranten met een handicap, de zorgsector en politiek beleid.
Doelstelling: doelgroep zichtbaar maken voor beleid en zorg (en welzijn), wederzijdse kennismaking.

A)         De conclusies uit Workshop 2 (match MMH - beleid) van Ali El Mouamin (Dienst wonen, zorg en samenleven) en Prof. Dr. Arnoud Verhoeff (GGD) waren:
Ten aanzien van het eerste onderwerp, Bejegening werd er gevraagd naar ervaringen en de specifieke knelpunten.

Er zijn twee aanbevelingen gedaan:                  
1.         Toerusting & training van loketmedewerkers, dus:
Deskundigheidsbevordering
Bij behandeling van dit thema kwam naar voren dat een aantal deelnemers vindt dat de bejegening door loketadviseurs (bij de Loketten Zorg en Samenleven) verbeterd kan worden. Het is echter niet altijd duidelijk waar het bij de bejegening gaat om specifieke knelpunten voor migranten. Conclusie bij dit thema is om bij de deskundigheidsbevordering van loketmedewerkers, na te gaan of er voldoende aandacht is voor de specifieke behoeften van migranten.

2.            Betrek zorg- en welzijnsaanbieders. Ook
migrantenorganisaties.

Uit de workshop is naar voren gekomen dat het belangrijk is om de samenwerking te zoeken met zorg- en welzijnsaanbieders en migrantenorganisaties. Door alle partijen te betrekken en de aanwezige expertise te benutten kan er veel meer bereikt worden.

Ten aanzien van het tweede onderwerp, Toegankelijkheid, was de conclusie:
                       
                                                           De toegang moet vooral laagdrempelig blijven, in alle
opzichten.

De toegankelijkheid van voorzieningen is niet altijd laagdrempelig. Uit de workshop is duidelijk naar voren gekomen dat er geen wens is voor ander beleid of voorzieningen voor migranten, maar dat de voorzieningen en het huidige beleid, ook toegankelijk en laagdrempelig moet zijn voor migranten.  Blijven investeren in de laagdrempeligheid van het aanbod, voor alle Amsterdammers is belangrijk.

B)         Hierna kwam Tineke Stricker aan het woord (workshop 3, match MMH - kwaliteit van zorg):
Met name de onbekendheid is een punt om de aandacht op te richten. Migranten halen veel informatie in hun netwerk, maar daar is de informatie niet altijd compleet, dus:

1.            Richt je op professionalisering van sleutelfiguren in het netwerk. Maak ze bekend met de sociale kaart van de zorg in Amsterdam. Verbind daar eventueel een “keurmerk”of “kennispasje” aan.
2.            Bij huisbezoeken: let op of ieder op de juiste plek terecht
komt. Dit vraagt om voorlichting en scholing van
intermediairs.

C)         En als laatste deed Rahma El Hannoufi verslag van de workshop ‘cultuurspecifieke aanpak’. Zij noemde als knelpunten die hierbij ’t meest prominent naar voren waren gekomen:
                                               Taal
                                               Schaamte / schuld / taboe
                                               Sociale controle
                                               Geloof.

Als aanbevelingen waren uit deze workshop naar voren gekomen:

1.            Gebruik maken van ervaringsdeskundigen.
2.            Onderwerp op agenda’s zetten.
3.            Lotgenotencontacten.
4.            Vraag en aanbod bij elkaar brengen. 

III       Aanbevelingen Bijeenkomst “Eigen Verantwoordelijkheid” 16 november

  • Vrijwilligerswerk voor migranten met een beperking is vaak moeilijk te krijgen. Om uit hun isolement te komen is het juist heel erg belangrijk om wel vrijwilligerswerk te hebben, organisaties staan daar heel vaak niet voor open.
  • De moeilijk bereikbare mensen onder de migranten en vluchtelingen vragen niet vanzelfsprekend om hulp terwijl dat hard nodig is. Soms heel specialistische hulp omdat zij trauma’s hebben vanuit hun moederland. Soms zijn hele gezinnen geïsoleerd. – Anneke Bolle spreekt af met Malène Duijst en Ahmed El Mesri om dit onder de aandacht te brengen bij de Regenbooggroep.
  • Mantelzorg wordt vaak genoemd door de overheid. Maar de groep waar het om draait wordt veelal niet bereikt, omdat de groep niet in beeld is. De activiteiten die worden aangeboden zijn niet passend op wat de mantelzorger nodig heeft.
Het geld voor ondersteuning van Mantelzorgers gaat zo naar projecten waarbij de doelgroep die geïsoleerd is niet wordt bereikt en niet aan hun vragen wordt voldaan.
  • De oudere migranten, de mensen die hier in de jaren 1970 naar toe zijn gekomen is een groep die niet gewend is om hun problemen en ziekten onder de aandacht te brengen. Bij deze zogenaamde ‘oudere migranten’ is veel meer dan bij andere ouderen sprake van beperkingen, ziekte en een hulpvraag.
  • Het is nodig dat de huizen/instellingen voor ouderen meer cultuursensitief zijn. Oudere migranten willen soms samen met andere mensen uit hun moederland de oude dag doorbrengen. Zij blijven vaak tot op hoge leeftijd thuis omdat de tehuizen voor hen niet aantrekkelijk zijn en er geen ruimte is voor hun gebruiken. De 75 + migranten willen best naar een verzorgingstehuis als zij zich daar meer thuis zouden voelen, als er rekening met hun eetgewoonten wordt gehouden en indien zij contact kunnen leggen met de mensen die er wonen en werken. Je voelt je meer welkom als je je herkent in de anderen en ook de medewerkers.
  • Door de hoge parkeerkosten lopen eenzame mensen met een beperking bezoek mis van vrijwilligers. Geld is vaak een probleem. In Den Haag hebben burgers een bezoekerspas waarop zij hun bezoek gratis kunnen laten parkeren. Waarom kan dat niet in Amsterdam? In ieder geval voor de mensen die een beperking hebben en voor hun sociale contacten afhankelijk zijn van bezoek dat bij hen komt?
Conclusie
Een aantal kernbegrippen keren steeds weer terug in de discussies. Dat zijn ouderen, mantelzorg, sociaal isolement en lotgenotencontacten. Bij strategieën om uit dat sociaal isolement te raken wordt vaak vrijwilligerswerk genoemd. Vrijwilligerswerk is namelijk niet alleen maar een manier om eenzaamheid te bestrijden, maar ook om waardigheid en waardering (terug) te krijgen. Bij ouderen valt op dat ze nogal ouderwets zijn; bepaalde taboe’s en opvattingen over persoonlijke waardigheid leven bij hen vaak sterker.
Anderzijds werd o.a. tijdens de conferentie benadrukt dat personeel in zorg en welzijn meer geschoold moet worden. Onze Hoop wil meer dan in het verleden zich gaan toeleggen op het leggen van verbindingen met organisaties in zorg en welzijn, maar ook met de overheid.  
© stichting Onze Hoop
T 020 7525131                  
T 020 7525105
F 020 7525101 

woensdag 28 december 2011

Toespraak Ahmed El Mesri, voorzitter stichting Onze Hoop op 23 december 2011 - Thema-avond eenzaamheid en armoede

Op vrijdagavond 23 december jl. organiseerde de stichting Onze Hoop  een thema-avond: Eenzaamheid en armoede.  Doelstelling van de themabijeenkomst was om de  problematiek van mensen met een handicap die geconfronteerd worden met armoede en eenzaamheid  voor de sector zorg en welzijn en de politiek zichtbaar te maken.  
Hier volgt de toespraak van Ahmed El Mesri. voorzitter Onze Hoop.

Met vriendelijke groet,

Namens Stichting Onze Hoop
Mw. E. Belijns
Plantage Middenlaan 14-1
1018 DD Amsterdam
Tel. 020-7525131

Thema: Eenzaamheid en armoede

Welkom op deze laatste, afsluitende avond van 2011. In deze tijd van feest, van licht – hoewel de dagen kort zijn – en veelal samenzijn met familie en vrienden,  is de eenzaamheid die er rondom ons is vaak des te schrijnender. Maar terwijl alles gericht is op samenzijn en op feest vieren, is die eenzaamheid juist heel onzichtbaar. Meestal gaat het immers om mensen die alleen thuis zitten en dus in het geheel niet te zien zijn. Op deze avond willen wij extra aandacht aan deze grote en helaas groeiende groep mensen besteden en kijken wat de rol is die wij op ons kunnen nemen om het leven voor deze mensen minder eenzaam te maken.
Ik ben Ahmed El Mesri, de voorzitter van stichting Onze Hoop die zich al jaren inzet voor integratie, voor sociale cohesie, voor participatie, kortom, voor alle belangrijke dingen die mensen tot mensen maken.

Eén van de dingen die mensen menselijk make, is de omgang met andere mensen. Voor veel mensen is dat niet meer dan normaal: ze doen het dagelijks en die éne keer dat ze een hele dag alleen zijn is niet meer dan een momentopname. Iedereen wil tenslotte ook wel eens alleen zijn. Maar ik weet uit mijn jarenlange ervaring dat ook veel mensen onvrijwillig verstoken zijn van contact met hun medemensen. Vaak is er iets in hun leven gebeurd, waardoor ze vereenzaamd zijn: een partner die overleden is of een relatie die verbroken is, waardoor veel mensen opeens bijna vreemdelingen geworden zijn; of mensen zijn hun baan kwijtgeraakt. Maar voor veel mensen is het krijgen van een chronische ziekte een dusdanig ingrijpende gebeurtenis dat zij veel vrienden verliezen, soms zelfs familie. En laten we niet vergeten dat het voor veel mensen immers niet gemakkelijk is om met iemand om te gaan die een chronische ziekte heeft.

In onze vele bijeenkomsten die wij in de afgelopen jaren georganiseerd hebben, hebben wij regelmatig aandacht gevraagd voor de groep mensen met een chronische ziekte of een beperking. Het gevaar van eenzaamheid is voor deze groep mensen veel groter dan voor mensen die 'gezond' zijn. Onze ervaring heeft ons inmiddels geleerd dat deze problematiek voor de grote groep migranten die in ons land wonen nog extra groot is. Niet alleen bevindt zich onder deze groep mensen een relatief grote groep mensen met een chronische ziekte en/of een beperking, deze groep heeft nog eens met de extra beperking van migrant-zijn te maken.

Ik heb het altijd gezegd en herhaal het op deze avond nog een keer: deze groep mensen heeft een dubbele beperking. Ze zijn ziek, ze hebben een beperking, ze zitten vol met heimwee naar het land van herkomst, waar ze, zo realiseren ze zich ook inmiddels wel, nooit meer bij leven naar terug zullen gaan, maar in het land waar ze al zo lang wonen, zijn ze nooit goed geïntegreerd – veelal spreken ze de taal niet of slechts heel gebrekkig – ze hebben altijd al een min of meer afgezonderd leven geleid, en nu, nu ze oud geworden zijn en ook niet meer werken, komen al deze gebreken naar boven. Gecombineerd met schaamte, zowel voor hun ziekte als voor hun niet meer deelnemen aan de maatschappij, ligt de eenzaamheid volledig op de loer.

We lezen steeds vaker berichten dat meer mensen een beroep doen op de Voedselbank. Dankzij de voedselpakketten kunnen ook hun kinderen deze donkere dagen feestelijk doorbrengen. Dit initiatief van de burger heeft een bijdrage geleverd om armoede te bestrijden. Helaas is deze oplossing onzeker, omdat de Voedselbank heeft aangegeven dat ze steeds minder spullen krijgt van het bedrijfsleven. Tevens moet je aan allerlei criteria voldoen om in aanmerking te komen voor een voedselpakket. Veel mensen voldoen niet aan deze criteria, maar leven wel in armoede en raken geïsoleerd, wat weer leidt tot eenzaamheid. Het is tijd voor een structurele oplossing. De overheid moet meer gaan doen aan armoedebestrijding en zijn verantwoordelijkheid nemen.

Omdat deze groep oudere mensen met een migrantenachtergrond de komende jaren alleen maar zal groeien is het sociaal-maatschappelijke probleem dat hierdoor ontstaat niet meer alleen theorie, maar wordt het steeds meer realiteit. Het is te gemakkelijk om te zeggen dat het alleen een taak van de politiek is om hiervoor een oplossing te maken. Het is een probleem waaraan wij allemaal een steentje moeten bijdragen in de oplossing. Vanavond gaan we hier ook over praten en met elkaar van gedachten wisselen.

Helaas moeten we al direct constateren dat de groep van mensen om wie het gaat nauwelijks of misschien wel helemaal niet vertegenwoordigd is. Dat is immers een rechtstreeks gevolg van eenzaamheid: mensen zitten thuis en in het beste geval is de televisie hun enige contact met de buitenwereld. Daarom is het, en dat zeg ik als opening, een taak van ons allen om deze verborgen eenzaamheid te constateren – hij ligt vaak om de hoek, op de etage waar je woont, of een etage beneden of boven je – en om je eigen verantwoordelijkheid te nemen in het oplossen hiervan.

Het is beslist niet makkelijk: culturele verschillen spelen een rol, rolpatronen, onbekendheid en angst, schaamte en taboes spelen allemaal een rol; ook daar willen wij over gaan praten vanavond en hopelijk kunnen wij een manier vinden om het de komende dagen en misschien weken, maanden en jaren, voor veel mensen die eenzaam zijn door hun chronische ziekte, door hun beperking, door hun migrant-zijn en door armoede  minder eenzaam te maken.

Ik dank u wel.

©Toespraak Ahmed El Mesri, voorzitter stichting Onze Hoop op 23 december 2011. 
Thema-avond eenzaamheid en armoede

Stichting Onze Hoop zet zich al jaren in voor migranten met een handicap, chronische ziekte, ouderen en hun families om de participatie, integratie en sociale cohesie binnen deze doelgroep te bevorderen. 

 
 
 
 
 

zaterdag 24 december 2011

Toespraak Ahmed El Mesri, voorzitter Assadaaka op 22 december 2011- Thema-middag: Vrede, eenzaamheid en armoede


Op donderdagmiddag 22 december jl. organiseerde de multiculturele vereniging voor vriendschap Assadaaka  een themamiddag: Vrede, eenzaamheid en armoede. Doelstelling van de themabijeenkomst was om de  problematiek van mensen met een handicap die geconfronteerd worden met armoede en eenzaamheid  voor de sector zorg en welzijn en de politiek. Hier volgt de toespraak van Ahmed El Mesri. voorzitter Assadaaka.

Thema: Vrede, eenzaam en armoede tijdens de kerst

Beste aanwezigen, dames en heren,

Enkele dagen voor het grootste feest van het jaar in de westerse wereld, Kerstmis, zijn wij in deze zaal bijeen gekomen om hier alvast een voorproefje van te nemen. En met dit voorproefje van Kerstmis staan wij ook stil bij het thema van dit feest: vrede op aarde. Een moeilijk thema, nu wij de afgelopen jaren dagelijks in het nieuws en in andere media geconfronteerd worden met de verschrikkingen van oorlog, de moderne oorlog, die, hoewel misschien ver van ons bed, door alle moderne middelen en het gevoelsmatig steeds kleiner worden van de aarde juist ook dichterbij is dan ooit.

Maar hoe verschrikkelijk oorlogen en andere gewapende conflicten ook zijn – en hierbij kan je denken aan het Midden Oosten, aan het Verre Oosten, aan de talrijke conflicten die zich in de Arabische landen (Arabische lente) afspelen en aan etnische conflicten in Afrika – het zijn gebeurtenissen waar wij, hier, persoonlijk, heel weinig aan kunnen veranderen. Natuurlijk hoeven wij er onze ogen niet voor te sluiten en misschien zouden onze regeringen en indirect dus wij ook wel een veel actievere rol kunnen spelen in het zoeken naar oplossingen.

Maar nu wij dit geconstateerd hebben, moeten wij niet blijven staan bij de constatering dat wij er niets aan kunnen doen en verder gaan met ons eigen dagelijkse leven. Het is al te gemakkelijk om te kijken naar verre conflicten, naar verre misstanden, en vervolgens zeggen dat we daar toch niets aan kunnen doen. Nee, het is veel beter om te kijken naar de dingen om ons heen, de misstanden, de dreigende conflicten en de conflicten die er al zijn – want grote conflicten, oorlogen, ja zelfs wereldoorlogen, beginnen klein – waar wij wel direct invloed op uit kunnen oefenen, zodat wij binnen onze eigen omgeving ervoor kunnen zorgen dat de conflicten niet uitlopen op onbeheersbare strijd tussen mensen. En deze tijd, de tijd waarin de dagen het kortste zijn, waarin de natuur rust, het jaar op zijn einde loopt, is een uitstekende tijd om terug te blikken op het afgelopen jaar.

We gaan dat ook allemaal zeker weer doen, tijdens kerstmis, en zeker op oudejaarsavond. Maar we gaan niet alleen maar stilstaan bij de grote strijden die geleverd worden ver van ons bed, bij de onderwerpen die groot in het nieuws zijn; nee, we gaan ook kijken naar wat we zelf gedaan hebben om onze wereld een mooiere, betere plek te laten zijn. Wat we gedaan hebben toen onze medemens, onze buurman, buurvrouw, onze hulp nodig had.

Misschien had hij of zij niet de moed om hulp te vragen – want ook voor het vragen van hulp is moed nodig, je moet je over schaamte heen zetten, je moet erkennen dat je er zelf niet uitkomt, en dat is wat in onze wereld, een wereld waarin iedereen geacht wordt voor zichzelf te kunnen zorgen, ja, dat is dan ook iets wat nog wel eens als zwakte opgevat kan worden.

Maar even zo goed is het mogelijk dat wij zelf degenen geweest zijn die het afgelopen jaar hulp gevraagd hebben, hulp bij een moeilijke situatie, op het gebied van geld, op het gebied van relaties, op welk gebied dan ook. En dan komen die problemen, waarover wij zo gemakkelijk in het abstracte kunnen praten – ze staan immers heel ver van ons af – opeens wel heel dichtbij en dan verwachten anderen actie van ons of verwachten wij actie van anderen.

Het afgelopen jaar heeft Assadaaka, samen met verschillende organisaties ook weer actief hulp geboden aan hen die hiervoor bij ons aangeklopt hebben. Voor ons en onze medewerkers is de hulpvraag iets heel concreets en is ook ons hulpaanbod iets heel concreets. Wij willen de laatste bijeenkomst van 2011 dan ook in het teken stellen van hen die hulp nodig hebben, van hen die hulp vragen. Want de vraag om hulp is al het begin van de oplossing van het probleem; en die vraag leidt ertoe dat de oorzaak van het conflict waartoe een hulpvraag uiteindelijk leidt, weggenomen wordt.

Deze avond organiseren wij dan ook in samenwerking met verschillende organisaties in Amsterdam en staat in het teken van de mensen die deze feestdagen eenzaam en zelfs zonder dak boven hun hoofd moeten vieren. Een feest dat voor velen in het teken van samenzijn met familie, vrienden en geliefden staat, is dat niet voor iedereen. En wij staan vanavond niet alleen stil bij de mensen voor wie de komende dagen niet zo vrolijk zullen verlopen, wij bieden ook aan deze mensen daadwerkelijk hulp, samen met u, aanwezigen. Wij staan de daklozen, de eenzamen, de vermoeiden, in deze barre tijden in het bijzonder bij, niet alleen met woorden, maar ook met daden.

Ik wens u alvast allemaal heel prettige dagen en hoop dat u ook het komende jaar in uw eigen omgeving uw steentje weer bij zult dragen om deze wereld een betere plek te maken. Want het is misschien een cliché, maar een betere wereld begint nog altijd bij onszelf, en niet alleen in ons eigen hart, maar vooral ook in ons eigen handelen.

©Toespraak Ahmed El Mesri, voorzitter Assadaaka op 22 december 2011.
Thema-middag: Vrede, eenzaamheid en armoede

zondag 18 december 2011

Toespraak Ahmed El Mesri op 15 december 2011 - Vrijwilliger, wegwijzer in de Nederlandse samenleving




Op donderdag 15 december  jl. organiseerde de multiculturele vereniging voor vriendschap Assadaaka voor haar vrijwilligers en andere belangstellenden een bijeenkomst met als thema: Vrijwilliger, wegwijzer in de Nederlandse samenleving.
Doelstelling van de themabijeenkomst was om de wederzijds nut van het vrijwilligerswerk zichtbaar te maken in deze tijd van bezuiniging.
Hier volgt de toespraak van Ahmed El Mesri.

Vrijwilliger, wegwijzer in de Nederlandse samenleving.

Vanavond komen we bij elkaar om het einde van het jaar te vieren en om daarnaast stil te staan bij het belangrijke aandeel dat vrijwilligers leveren aan de Nederlandse samenleving. Want het is niet meer dan eerlijk om regelmatig stil te staan bij de inzet van mensen voor hun medemens, voor hun buurt, voor hun stad, voor de samenleving in het algemeen.

Ik ben Ahmed El Mesri en als voorzitter van de multiculturele vereniging Assadaaka een ervaringsdeskundige in het werken met vrijwilligers. Daardoor weet ik niet alleen hoe belangrijk het werk is dat zij verzetten, ik weet eveneens hoe belangrijk het werk voor degene die het doet zelf is. Daarom is het thema van deze avond ook: 'vrijwilliger, wegwijzer in de Nederlandse samenleving. Zelf ben ik door mijn werkzaamheden voor Assadaaka en voor verschillende organisaties die zich bezighouden met oudere migranten en de belangen voor allochtonen met een beperking, op een heel eigen wijze op de hoogte gekomen van deze problematiek in de Nederlandse samenleving.

Op bovenvermelde wijze immers leer je op verschillende manieren naar de samenleving te kijken en daardoor kan ik ook de vele mensen met wie ik samenwerk bijstaan. Het is dankbaar werk, zowel voor mijzelf als voor alle mensen met wie ik samenwerk. Ik zeg dan ook met recht: 'ik vind het geweldig wat je doet', en vol overtuiging. Vrijwilligerswerk is vaak laagdrempelig en dus voor veel mensen toegankelijk; daarmee is niet gezegd dat er geen eisen aan gesteld worden en dat het altijd makkelijk zou zijn. Helaas hangt er nog vaak, heel onterecht, een aura van vrijblijvendheid omheen. Een bijeenkomst als die van vanavond is erop gericht om hier definitief een einde aan te maken. Niet alleen willen we iedereen bedanken voor al het verrichte werk, ook willen we anderen attent maken op het feit dat mensen zich inzetten voor anderen, voor hun buurt en voor de samenleving in het algemeen, en dat allemaal belangeloos.

Assadaaka speelt een belangrijke rol in het begeleiden van vrijwilligers en daardoor weer in het vinden van een weg in de Nederlandse samenleving; want juist omdat vrijwilligerswerk de samenleving van verschillende kanten laat zien, krijgen mensen hierdoor weer een heel andere kijk op die samenleving. Wij hechten daarom ook veel waarde hieraan en zien graag dat onze zienswijze meer ingang vindt, zeker nu wij ons in een periode bevinden waarin het  moment is om ons eens te bezinnen op de weg die wij ingeslagen zijn.

Het is immers ruim twintig jaar geleden dat het communistische systeem gevallen is, maar het lijkt er nu op dat ook het kapitalistische systeem niet de oplossing is voor onze samenleving. Ons belangeloos inzetten voor de samenleving in het algemeen zal een belangrijke rol moeten gaan spelen in de nieuwe samenleving die wij met ons allen moeten gaan creëren. Dat is tenminste de wereld zoals wij die voor ons zien: een wereld waarin wij niet alleen voor onszelf leven en alleen maar aan ons eigen belang denken, maar veel meer een wereld waarin wij opkomen voor elkaar en ons inzetten voor elkaar. Zelf zetten wij ons daar al jaren lang voor in, maar met een avond als deze geven wij daar nog eens extra aandacht aan.

Daarnaast willen wij graag van gedachten wisselen met mensen die vrijwilligerswerk doen en met mensen die dat nog niet doen en over al hun beweegredenen.

Ik wens iedereen een fijne en leerzame avond toe.

©Toespraak Ahmed El Mesri op 15 december 2011 -  Wegwijzer in de Nederlandse samenleving.


maandag 12 december 2011

Toespraak Ahmed El Mesri over vrijwillig​erswerk voor mensen met een handicap op 8 december 2011






Op donderdagmiddag 8 december  jl. organiseerde Stichting Onze Hoop een thema: VRIJWILLIGERSWERK EN HET CREËREN VAN BINDING en over vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap!  Doelstelling van de themabijeenkomst was om de  problematiek van mensen met een handicap die geconfronteerd met discriminatie op de werkvloer zijn  zichtbaar te maken  voor de sector zorg en welzijn en de politiek. Hier volgt de toespraak van Ahmed El Mesri. voorzitter stichting  Onze Hoop.

VRIJWILLIGERSWERK EN HET CREËREN VAN BINDING, inleiding over vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap.

Vandaag hebben wij een bijeenkomst over vrijwilligerswerk in het algemeen voor mensen met een handicap en in het bijzonder migranten met een handicap die niet aan vrijwilligerswerk kunnen komen.
Om te weten waar we het eigenlijk over hebben, wil ik  eerst stilstaan bij de inhoud en de betekenis van vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is even nietszeggend als de term 'werk' in het algemeen. Als mensen aan je vragen: wat voor werk doe je? en je zegt: 'Ik werk', dan is dat niet een volledig antwoord op de vraag. Zo is het antwoord 'Vrijwilligerswerk' evenmin een volledig antwoord op de vraag 'Wat voor werk doe je?'
Vrijwilligerswerk, de term zegt het al, is werk dat mensen verrichten op vrijwillige basis. Dat houdt in dat ze er niet voor betaald krijgen – maximaal een bijdrage in de kosten die ze maken. Maar dat is ook het enige dat de term 'vrijwilligerswerk' bindt, want de werkzaamheden zelf zijn even gevarieerd als in de wereld van het werk waar mensen wél voor betaald krijgen.
Ik ben Ahmed El Mesri en weet als mede oprichter en voorzitter van stichting Onze Hoop, de multiculturele vereniging Assadaaka in deze hoedanigheid, alles van het werken met vrijwilligers.
Er zijn legio redenen waarom mensen vrijwilligerswerk doen; de enige reden die er niet bij is, is het verdienen van geld. Van vrijwilligerswerk word je financieel niet beter. Ik wil het hier juist hebben over in welk opzicht je er zelf beter van wordt en je omgeving ook. Wij, van Onze Hoop en Assadaaka, hebben hier al heel veel voorbeelden van gezien,  wij hebben gezien hoe mensen in hun voordeel veranderd zijn door het vrijwilligerswerk, of door het vrijwilligerswerk bij andere organisaties en instellingen. Eén van de mooie dingen van vrijwilligerswerk is dat er geen concurrentie is: je verricht werk vanuit een idealistische visie. Je wilt bijvoorbeeld je omgeving schoner en veiliger maken en daarom maak je regelmatig met buurtbewoners de straat schoon, je houdt 's avonds een oogje in het zeil, houdt gesprekken met zogenaamde 'hangjongeren', die, zo blijkt uit mijn praktijk, vaak alleen maar op zoek zijn naar iets te doen en in het geheel niet het doel hebben om andere mensen lastig te vallen.
Door deze werkzaamheden wordt je betrokkenheid bij de buurt groter, je leert buurtbewoners kennen, je krijgt contact met andere mensen. Dat bevordert de sociale cohesie, dat maakt de buurt daadwerkelijk veiliger en een prettiger buurt om in te leven.
Bij Assadaaka kun je bv. Nederlandse les geven aan mensen die uit een ander land komen en hier in Nederland een bestaan op willen bouwen. Daardoor kom je in contact met andere culturen, met andere levenswijzen en levensvisies en dat is ook voor jezelf een verrijking.
Dat geeft een beter beeld dan  de media ons opdringen of zelfs de beelden die politieke partijen ons opdringen, omdat je uit ervaring geleerd hebt en iedere dag nog steeds leert dat ze niet kloppen met de realiteit. Vrijwilligerswerk bindt, het bindt mensen met en zonder beperking aan elkaar, aan de plek waar ze wonen, aan de plek waar ze werken, aan het werk dat ze doen. Betrokkenheid is vaak heel groot bij mensen die vrijwilligerswerk doen en betrokkenheid is in deze tijd extra belangrijk, omdat je soms wel het idee kunt krijgen dat alles uit elkaar aan het vallen is, dat het weer een 'ieder voor zich en god voor ons allen' maatschappij aan het worden is, waarin geen begrip is voor de medemens, maar waarin ieder zich juist op zijn eigen eilandje lijkt terug te trekken. Wij, van Onze Hoop en Assadaaka, zetten ons al jaren in voor integratie – maar zonder verlies van je eigenheid – , voor participatie, voor sociale cohesie.
Als je ziet, zoals ik dat dagelijks zie, welke rol vrijwilligerswerk daarin speelt, dan zie je het maatschappelijke belang ervan in, maar tevens ook het persoonlijke belang voor degene die het doet. Mensen groeien, mensen ontwikkelen zich en verpieteren niet thuis, door actief deel te nemen aan de maatschappij, aan de wereld waarin zij leven. In deze tijd, waarin alleen maar doemtijdingen op ons af lijken te komen, is het heel belangrijk om andere kanten te zien, ook van onze visie op werk. Vrijwilligerswerk neemt een serieuze plaats in binnen onze visie op werk in het algemeen, omdat onze maatschappij niet zonder vrijwilligerswerk en vrijwilligers kan. Helaas zijn niet alle gebouwen waar vrijwilligerswerk wordt gedaan, toegankelijk voor mensen met een handicap.
Ook op de werkplek zelf ontbreekt het nog vaak aan faciliteit voor deze doelgroep. Onze achterban wordt vaak geconfronteerd met discriminatie op de werkvloer. Ook dat beschouw ik als een vorm van ontoegankelijkheid.
Vandaag gaan wij hier met u allen over praten, over van gedachten wisselen en in het bijzonder over vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap in deze moeilijke tijd van bezuinigingen, politiek klimaat en van crisis.  Door deze bijeenkomst gaan wij vrijwilligerswerk herdefiniëren, herbekijken en van het enigszins 'zielige' imago dat er voor veel mensen, helaas, nog steeds omheen hangt, ontdoen.
Ik wens u allen een leerzame bijeenkomst toe.

©Toespraak Ahmed El Mesri over vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap op 8 december 2011
      
--
Stichting Onze Hoop zet zich al jaren in voor migranten met een handicap, chronische ziekte, ouderen en hun families om de participatie, integratie en sociale cohesie binnen deze doelgroep te bevorderen. www.comiteonzehoop.web-log.nl of info.onzehoop@gmail.com

donderdag 8 december 2011

Toespraak Ahmed El Mesri op 7 december 2011 “Meervoudi​g gediscrimi​neerd”




Op woensdagavond 7 december  jl. organiseerde Stichting Onze Hoop organiseren  en de multiculturele vereniging voor vriendschap, Assadaaka i.s.m. Vrouwen aan het Woord een thema-avond Meervoudig gediscrimineerd! Doelstelling van de themabijeenkomst was om de  problematiek van mensen die gediscrimineerd zijn  zichtbaar te maken  voor de sector zorg en welzijn en de politiek.
Hier volgt de toespraak van Ahmed El Mesri .

Thema: Meervoudig gediscrimineerd

Geachte dames en heren,

Mijn naam is Ahmed El Mesri, ik ben geboren in Marokko, maar woon al geruime tijd in Nederland en ik heb hier twintig jaar geleden de multiculturele vereniging Assadaaka opgezet, waarvan ik voorzitter ben. Door mijn lange ervaring op het gebied van integratie en sociale cohesie heb ik een goed beeld gekregen van het leven van veel mensen van niet westerse oorsprong die naar Nederland gekomen zijn. Omdat ik gezien heb dat de problemen waar veel van deze mensen mee te maken hebben, specifiek voor deze groep is, heb ik enige jaren geleden de stichting Onze Hoop opgericht, die zich inzet voor mensen van niet Nederlandse afkomst met een handicap. Daarnaast ben ik vicevoorzitter van de NOMA, de Nederlandse bond voor Oudere Migranten Actief.

Door de werkzaamheden en de vele mensen die ik via beide laatstgenoemde organisaties ontmoet, hebben ik en mijn collega's een goed beeld gekregen van wat het betekent om meervoudig gediscrimineerd en gehandicapt te zijn. En daar wil ik het dan ook graag met u over hebben. Wat betekent het om gediscrimineerd en dubbel gehandicapt te zijn? En waarom zijn mensen met een beperking en een niet Nederlandse achtergrond meervoudig gehandicapt? Wat kunnen wij eraan doen en hoe moeten wij ermee omgaan?

Ik heb al vaak gezegd en word er in mijn praktijkervaring voortdurend in bevestigd: de immigrant uit een niet Westers land heeft een handicap of misschien liever gezegd een beperking. Een beperking omdat hij hier als buitenstaander gekomen is en zelfs als hij erin geslaagd is om zo goed en zo kwaad als het gaat zich aan de Nederlandse maatschappij aan te passen, hij blijft toch een buitenstaander. En als zelfs de goed  geïntegreerde buitenlander toch altijd nog als een buitenstaander gezien wordt, hoe veel meer geldt dat dan wel niet voor de immigrant die hier gekomen is met het idee enkele jaren te werken en daarna weer terug te keren naar het land van herkomst, kortom, de immigrant die nooit geïntegreerd is.

En juist die immigranten zijn het die veertig jaar geleden, vaak als jonge, sterke mannen, naar Nederland kwamen en meegeholpen hebben het land op te bouwen zonder er zelf echt deel aan gehad te hebben, die mannen zijn het die nu de 65-jarige leeftijd naderen of gepasseerd zijn, die arbeidsongeschikt geworden zijn van het veelal zware werk dat ze gedaan hebben, en die gehandicapt zijn door hun ongeïntegreerdheid, hun echt vreemd zijn in een wereld waarin zij weliswaar leven maar waarvan zij geen deel uitmaken.
Ook ik ervaar mijn lichamelijke handicap als een extra handicap.


Ik ben een goed voorbeeld van een geïntegreerde Marokkaan: ik spreek de Nederlandse taal, ik probeer, voor zover mijn lichamelijke beperking het mij toelaat, mee te doen aan de Nederlandse maatschappij, maar toch merk ik vaak dat mensen mij in eerste instantie nog steeds zien als een Marokkaan en mij soms zelfs met enige achterdocht bekijken. Hoeveel meer geldt dat dan niet voor die vele mensen die onzichtbaar waren zolang als zij aan het arbeidsproces deelnamen, maar nu, nu zij lichamelijke beperkingen hebben en met veel psychische en sociale problemen te maken hebben, nog veel meer negatief in het beeld komen.

Jarenlang hebben zij hard gewerkt, maar nu worden zij vaak alsnog gezien als mensen die misbruik maken van onze sociale voorzieningen. En hun handicap van een niet Nederlandse achtergrond, die altijd op de achtergrond meegespeeld heeft, die altijd aanwezig geweest is, die lijkt nu nog eens extra geaccentueerd te worden door de lichamelijke en psychische handicaps die door de ouderdom en het leven erbij gekomen zijn.

En ja, dat geldt zelfs voor de mensen die de zogenaamde tweede generatie immigranten zijn: mensen die hier weliswaar geboren en getogen zijn, maar ook nog de nationaliteit van het geboorteland van hun ouders hebben, mensen die vaak heen en weer geslingerd worden tussen loyaliteit aan het geboorteland en loyaliteit aan het land van ouderlijke herkomst, mensen die zich hier niet volledig thuis voelen, maar die ook niet meer terug zouden kunnen gaan naar het land van ouderlijke herkomst.

Ik kan nog een hele lijst op gaan noemen van mensen die te maken hebben met deze dubbele discriminatie, handicaps of zelfs nog meer. Het loyaliteitsprobleem waar ik het net over had, blijft niet beperkt tot de zogenaamde tweede generatie, maar blijft doorgaan –en een oplossing van dit probleem lijkt nog steeds niet voorhanden, integendeel: juist zelfs door de schijnbare of misschien zelfs blijkbare verharding in het allochtonenvraagstuk lijkt dit alleen maar meer op scherp gezet te worden: het 'wij' tegen 'zij'.

Maar gelukkig begint het besef door te dringen –een besef dat ik al vele jaren heb en waarom ik een stichting als Onze Hoop in het leven geroepen heb, waarom ook een organisatie als de NOMA belangrijk werk verricht –dat de problematiek van de immigrant niet beperkt is tot het verschil in cultuur, niet beperkt is tot een mislukte integratie, maar dat het een veel groter complex is, dat op allerlei manieren in alle gebieden van het bestaan doordringt.

Wij hebben in de afgelopen jaren veel ervaring opgebouwd in het oplossen van problemen waarmee meervoudig gehandicapte, gediscrimineerde immigranten te maken hebben of te maken krijgen.
De eerste stap –en dat blijkt steeds opnieuw van enorm groot belang te zijn –, is erkenning van het probleem, zowel door degene die met het probleem geconfronteerd wordt als door degene die aan de zijde van de hulpverlening staat. Dat herkenningspunt wordt nu ook door beleidsmakers, onderzoekers, hulpverleners en allerlei anderen die met deze mensen te maken hebben, erkend. Wij zullen ook zeker niet stil blijven staan bij het constateren van het probleem of het in kaart brengen van de situatie. Het is onze taak om de situatie aan te pakken, om te komen tot een bevredigende oplossing. Hopelijk kunnen wij hieraan vanavond een eerste bijdrage leveren.

Ik dank u.

©Toespraak Ahmed El Mesri op 7 december 2011 “Meervoudig gediscrimineerd”