Op zaterdag 13 juni 2015: 16u-20u, Buurtcentrum de Meevaart, onze maandelijkse kookactiviteit in het kader van de informele wijkzorg. Voorafgaande aan het eten was er een lezing van dhr. A. El Mesri en een presentatie met gezondheidsvoorlichting. Deze keer ging over gezondheid op reis en gezondheid tijdens de Ramadan. Samen koken en gezondheidsvoorlichting voor bewoners met een beperking en mantelzorgers in het kader van de informele wijkzorg.
Hieronder leest u verder lezing van Ahmed El Mesri.
Lezing op 13 juni 2015 over samen koken en gezondheidsvoorlichting voor bewoners met een beperking en mantelzorgers in het kader van de informele wijkzorg van Ahmed El Mesri, Voorzitter Stichting Onze Hoop en Assadaaka en deskundige in multiculturalisatie.
Welkom, dames en heren, beste Amsterdammers,
Voor wie mij niet kent: ik ben Ahmed El Mesri, voorzitter van de vriendschap community.
De Vriendschap Community Assadaaka stelt zich ten doel: Een laagdrempelige organisatie die verschillende groeperingen met en zonder beperking in de samenleving (de buurt) wil samenbrengen om wederzijds begrip te bevorderen, door een ontmoetingsplek aan te bieden en activiteiten te organiseren en zet zich in om hun positie te verbeteren en hun sociaal isolement te doorbreken. Deze activiteiten dienen de integratie en emancipatie te bevorderen met behoud van eigenheid in persoon en achtergrond.
Deze dag is weer een goed voorbeeld van de mooie dingen die wij, bewoners van de Indische Buurt-Oost en Amsterdam in het algemeen, samen kunnen organiseren en vieren in deze mooie buurt, voor mensen met en zonder beperking.
Op een dag als deze reiken bewoners elkaar de hand, komen met elkaar in contact, komen tot dingen die zij met elkaar gemeen hebben en zien de dingen waarin zij van elkaar verschillen. Dat is belangrijk: zowel de dingen die wij gemeen hebben als de dingen waarin wij van elkaar verschillen. Want maatschappelijke cohesie, waar overal nu veel over wordt gesproken – ook in de politiek –, betekent niet dat wij allemaal precies hetzelfde worden, maar juist dat we erkennen en accepteren dat we van elkaar verschillen in veel dingen en dat we, ondanks dat, nader tot elkaar kunnen komen, en zo samen meer een gehéél kunnen worden. In de buurt, in de stad, in het land.
Het woord cohesie komt oorspronkelijk uit de natuurkunde. Het wordt in het grote Nederlandse woordenboek de Van Dale als volgt omschreven: Cohesie – samenhang, aantrekking tussen de moleculen van een zelfde lichaam.
Dat is mooi als je daarover nadenkt. Wij mensen zijn dus als het ware de onderdelen van één groot lichaam – de mensheid. Of ‘de Nederlanders’, of ‘de maatschappij’, of ‘de bewoners van Amsterdam-Oost’. En die onderdelen worden onderling door elkaar aangetrokken.
Dat is een gegeven. Daar hoeven we eigenlijk niks meer aan te doen. Als je het zo bekijkt zouden we toch alleen maar door de dingen te ondernemen die wij doen, met de erkenning van elkaars eigenheid, kunnen komen tot een leefbare wereld? Een betere wereld, een betere maatschappij?
Dat is het ideaal. En het is altijd goed om je ideaal voor ogen te houden: dat is je kompas, daar doe je het voor, zo zou je willen dat het kon zijn. Het is je innerlijke motivatie die je aanzet om je stappen naar buiten te doen.
Terug naar de realiteit, terug naar hier, naar Amsterdam en naar onszelf. De realiteit om ons heen laat ook zien dat mensen in de praktijk geneigd zijn om zich alleen te vereenzelvigen met de eigen groep. En kritisch te kijken naar ‘de anderen’. Maar de waarheid is dat we allemaal ‘de anderen’ zijn. En dat we allemaal gemeen hebben dat we mensen zijn en veiligheid nodig hebben en geborgenheid en erkenning om wie we zijn, gezien worden, meetellen. En daarnaast hebben we allemaal een mengeling van nieuwsgierigheid en angst die ons steeds doet kijken naar de ander: Wie ben jij? Wat doe jij? Wat doe jij anders dan ik en waarom? Vind ik dat leuk? Kan ik meedoen? Of vind je mij dan gek? Of vindt mijn eigen groep mij dan gek? En hoe vind ik dat dan? En wat wil ik met jou en met dat waar jij anders in bent? En wat blijft er dan over van mij? En wat vind jij van mijn anders zijn? En wat doet dat met mij?
Dit zijn op zich allemaal heel zinvolle vragen, bewust of onbewust, die de meeste mensen wellicht ook bij zichzelf kunnen herkennen als het gaat om het waarnemen van ‘vreemden’. En net als dieren aan elkaar snuffelen om kennis te maken, zo doen mensen dat eigenlijk ook. En hoe bewuster je dat doet, en hoe meer je bereid bent naar de ander te kijken en te luisteren en tegelijkertijd jezelf te laten zien en horen, des te beter kunnen begrip en respect voor ‘de ander’ groeien.
Maar dit is een proces dat – zeker in een grotere context als een gemeente of een land – veel tijd kost en geduld vraagt. En het vraagt in de eerste plaats de moed om het te doen: niet in je eigen hokje blijven zitten maar het lef hebben om je deur open te doen en voorzichtig in contact te komen met de ander. Terwijl je het misschien wel eng vindt. En de ander misschien ook wel. En dan op een punt te komen waar je kunt zien: hé, die ander ziet er wel anders uit, maar daaronder zie ik een mens met dezelfde behoeftes en verlangens en noden als ik. Hoe lang duurt het voor je een ander mens ziet en niet meer ‘iemand die anders is als ik’?
Dat is een vraag die ten grondslag ligt aan het proces van door je eigen beelden heen stappen en elkaar echt willen leren kennen. Dat is, in het groot, ook de basisvraag die m.i. ten grondslag ligt aan het vraagstuk van immigratie en integratie. Ook dat is een proces. Een proces dat zich ook op wereldniveau rondom ons heen afspeelt. En soms komt dat ineens heel dichtbij: in je eigen buurt, in je eigen straat, in een persoonlijke ontmoeting.
En het is dezelfde vraag die ook speelt in het omgaan met mensen met een handicap of mensen die in isolement leven. Ik zelf doe dat ook niet makkelijk: om zomaar op iemand af te stappen die in een rolstoel zit of zich ‘anders’ gedraagt dan je verwacht. Op zo’n moment en in de aarzeling die ik dan zelf voel, herken ik dat het moeite kost om over je eigen beelden heen te stappen en dat je er moeite voor moet doen om een ander mens te ontmoeten. En dat die ander daar misschien in eerste instantie helemaal niet op zit te wachten. Of misschien wel, maar heeft die ander er zèlf het lef niet voor.
Op dat punt komt de vraag: waar kies ik voor? Blijf ik binnen en houd ik afstand, of durf ik een stap te wagen? Ook al valt het misschien tegen. Het antwoord op die vraag kan ieder mens alleen maar zelf geven. Dat is de ware betekenis van het woord ver-antwoord-elijk zijn voor je eigen gedrag: antwoord geven in denken en gedrag op de vragen die het leven aan je stelt.
In dat voortdurende proces moet ieder dus, moeten wij allemaal, onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Zeker in een grote stad als Amsterdam, waar maar al te vaak mensen aan hun eigen lot worden overgelaten, mensen tussen de wal en het schip vallen, zonder dat er een sociaal vangnet is waar zij op terug kunnen vallen.
Een dag als deze is zo belangrijk omdat daarmee bewoners, ook zij die in een isolement leven, weer eens zichtbaar worden en we ook weer eens aan die vergeten bewoners herinnerd worden. Zodat we weer eens in onze eigen straat gaan kijken naar mensen die hulp nodig hebben, hoewel ze er misschien niet om vragen.
In de christelijke traditie betekent Pinksteren het feest van wat genoemd wordt ‘de uitstorting van de Heilige Geest over de aarde’.
Eigenlijk betekent dat dat we inspiratie krijgen aangereikt. Inspiratie om het beste van onszelf te geven. Inspiratie om met elkaar om te gaan en elkaar met nieuwe ogen te bekijken.
Dus laten we deze bijeenkomst ook gebruiken om ons de vraag te stellen hoe wij initiatieven als deze kracht bij kunnen zetten door zelf bij elkaar te komen, contact te maken, elkaar te leren kennen en met elkaar te praten en om in gesprek te blijven over de dingen die ons bezighouden in de buurt. En wellicht ook om te discussiëren over belangrijke sociale, maatschappelijke en politieke kwesties.
De Vriendschap Community Assadaaka doet dit al vele jaren, gaat al vele jaren met bewoners in gesprek, geeft bewoners een stem en helpt mensen ook daadwerkelijk verder met problemen die zij in hun leven ondervinden. En omdat wij al vele jaren bestaan, kunnen wij een woordje meespreken over de ontwikkelingen in de wijk, de pogingen van beleidsmakers en in het kielzog hiervan de zorg en het welzijnswerk om hieraan vorm te geven.
De ervaringen die wij hebben opgedaan met welzijnsinstellingen zijn in al die jaren niet altijd even positief en aangenaam geweest. En wat wij daarbij altijd gezien hebben is dat welzijnsinstellingen komen en gaan, maar dat het voortdurend de bewoners zelf zijn die de straten en wijken leefbaar moeten maken en houden.
De afgelopen tien jaar, met de drastische veranderingen binnen het opbouwwerk in Zeeburg-Oost, hebben opnieuw laten zien dat wij, bewoners, veel kracht en flexibiliteit hebben en heel goed in staat zijn dingen op het gebied van saamhorigheid, leefbaar maken en sociale cohesie, zelf te organiseren. Wij vinden dan ook dat er mogelijkheid moet zijn voor bewoners om dergelijke initiatieven te ontplooien, om direct zelf dingen voor elkaar, voor de wijk, voor de stad, voor de maatschappij te ondernemen. De Vriendschap Community Assadaaka brengt dit al jaren in praktijk. Mede daarom zijn wij hier ook aanwezig, om de bewoners een gezicht te geven, ook die bewoners die hun gezicht niet willen, kunnen of durven laten zien. Het houdt namelijk niet op met één samenzijn hier, in de Indische Buurt-Oost. Het werk houdt hier niet op, het moet verdergaan, iedere dag van het jaar. De maatschappij is iets dat we met ons allen steeds opnieuw moeten maken en waar niemand buiten mag vallen. Want onze buurt, onze stad, onze wereld, dat zijn wij allemaal.
Daarom, beste mensen, is deze dag niet alleen bedoeld om feest te vieren, maar ook als een oproep om elkaar te leren kennen – in de dingen waarin wij hetzelfde zijn en in de dingen waarin wij verschillen. Zodat wij inzien dat die dingen waarin wij verschillen voor ons eigenlijk ook steeds weer lessen zijn. Want wat wij al weten, dat hoeven wij niet meer te leren, maar wat wij nog niet weten – dat zijn lessen voor ons.
Wij denken dat wij, als bewoners van deze wijk en van deze mooie stad, die lessen heel goed zelf kunnen trekken en dat wij heel goed zelf deze wijk en daarmee deze stad tot een betere plek kunnen maken.
De Vriendschap Community Assadaaka is in ieder geval van plan haar werk hierin gewoon voort te zetten en met de hulp van bewoners zullen wij daar zeker in slagen.
Ik wens u allemaal een heel fijne dag toe en ik hoop dat er nog vele dagen als deze mogen volgen.
Dank u voor uw aandacht
Welkom, dames en heren, beste Amsterdammers,
Voor wie mij niet kent: ik ben Ahmed El Mesri, voorzitter van de vriendschap community.
De Vriendschap Community Assadaaka stelt zich ten doel: Een laagdrempelige organisatie die verschillende groeperingen met en zonder beperking in de samenleving (de buurt) wil samenbrengen om wederzijds begrip te bevorderen, door een ontmoetingsplek aan te bieden en activiteiten te organiseren en zet zich in om hun positie te verbeteren en hun sociaal isolement te doorbreken. Deze activiteiten dienen de integratie en emancipatie te bevorderen met behoud van eigenheid in persoon en achtergrond.
Deze dag is weer een goed voorbeeld van de mooie dingen die wij, bewoners van de Indische Buurt-Oost en Amsterdam in het algemeen, samen kunnen organiseren en vieren in deze mooie buurt, voor mensen met en zonder beperking.
Op een dag als deze reiken bewoners elkaar de hand, komen met elkaar in contact, komen tot dingen die zij met elkaar gemeen hebben en zien de dingen waarin zij van elkaar verschillen. Dat is belangrijk: zowel de dingen die wij gemeen hebben als de dingen waarin wij van elkaar verschillen. Want maatschappelijke cohesie, waar overal nu veel over wordt gesproken – ook in de politiek –, betekent niet dat wij allemaal precies hetzelfde worden, maar juist dat we erkennen en accepteren dat we van elkaar verschillen in veel dingen en dat we, ondanks dat, nader tot elkaar kunnen komen, en zo samen meer een gehéél kunnen worden. In de buurt, in de stad, in het land.
Het woord cohesie komt oorspronkelijk uit de natuurkunde. Het wordt in het grote Nederlandse woordenboek de Van Dale als volgt omschreven: Cohesie – samenhang, aantrekking tussen de moleculen van een zelfde lichaam.
Dat is mooi als je daarover nadenkt. Wij mensen zijn dus als het ware de onderdelen van één groot lichaam – de mensheid. Of ‘de Nederlanders’, of ‘de maatschappij’, of ‘de bewoners van Amsterdam-Oost’. En die onderdelen worden onderling door elkaar aangetrokken.
Dat is een gegeven. Daar hoeven we eigenlijk niks meer aan te doen. Als je het zo bekijkt zouden we toch alleen maar door de dingen te ondernemen die wij doen, met de erkenning van elkaars eigenheid, kunnen komen tot een leefbare wereld? Een betere wereld, een betere maatschappij?
Dat is het ideaal. En het is altijd goed om je ideaal voor ogen te houden: dat is je kompas, daar doe je het voor, zo zou je willen dat het kon zijn. Het is je innerlijke motivatie die je aanzet om je stappen naar buiten te doen.
Terug naar de realiteit, terug naar hier, naar Amsterdam en naar onszelf. De realiteit om ons heen laat ook zien dat mensen in de praktijk geneigd zijn om zich alleen te vereenzelvigen met de eigen groep. En kritisch te kijken naar ‘de anderen’. Maar de waarheid is dat we allemaal ‘de anderen’ zijn. En dat we allemaal gemeen hebben dat we mensen zijn en veiligheid nodig hebben en geborgenheid en erkenning om wie we zijn, gezien worden, meetellen. En daarnaast hebben we allemaal een mengeling van nieuwsgierigheid en angst die ons steeds doet kijken naar de ander: Wie ben jij? Wat doe jij? Wat doe jij anders dan ik en waarom? Vind ik dat leuk? Kan ik meedoen? Of vind je mij dan gek? Of vindt mijn eigen groep mij dan gek? En hoe vind ik dat dan? En wat wil ik met jou en met dat waar jij anders in bent? En wat blijft er dan over van mij? En wat vind jij van mijn anders zijn? En wat doet dat met mij?
Dit zijn op zich allemaal heel zinvolle vragen, bewust of onbewust, die de meeste mensen wellicht ook bij zichzelf kunnen herkennen als het gaat om het waarnemen van ‘vreemden’. En net als dieren aan elkaar snuffelen om kennis te maken, zo doen mensen dat eigenlijk ook. En hoe bewuster je dat doet, en hoe meer je bereid bent naar de ander te kijken en te luisteren en tegelijkertijd jezelf te laten zien en horen, des te beter kunnen begrip en respect voor ‘de ander’ groeien.
Maar dit is een proces dat – zeker in een grotere context als een gemeente of een land – veel tijd kost en geduld vraagt. En het vraagt in de eerste plaats de moed om het te doen: niet in je eigen hokje blijven zitten maar het lef hebben om je deur open te doen en voorzichtig in contact te komen met de ander. Terwijl je het misschien wel eng vindt. En de ander misschien ook wel. En dan op een punt te komen waar je kunt zien: hé, die ander ziet er wel anders uit, maar daaronder zie ik een mens met dezelfde behoeftes en verlangens en noden als ik. Hoe lang duurt het voor je een ander mens ziet en niet meer ‘iemand die anders is als ik’?
Dat is een vraag die ten grondslag ligt aan het proces van door je eigen beelden heen stappen en elkaar echt willen leren kennen. Dat is, in het groot, ook de basisvraag die m.i. ten grondslag ligt aan het vraagstuk van immigratie en integratie. Ook dat is een proces. Een proces dat zich ook op wereldniveau rondom ons heen afspeelt. En soms komt dat ineens heel dichtbij: in je eigen buurt, in je eigen straat, in een persoonlijke ontmoeting.
En het is dezelfde vraag die ook speelt in het omgaan met mensen met een handicap of mensen die in isolement leven. Ik zelf doe dat ook niet makkelijk: om zomaar op iemand af te stappen die in een rolstoel zit of zich ‘anders’ gedraagt dan je verwacht. Op zo’n moment en in de aarzeling die ik dan zelf voel, herken ik dat het moeite kost om over je eigen beelden heen te stappen en dat je er moeite voor moet doen om een ander mens te ontmoeten. En dat die ander daar misschien in eerste instantie helemaal niet op zit te wachten. Of misschien wel, maar heeft die ander er zèlf het lef niet voor.
Op dat punt komt de vraag: waar kies ik voor? Blijf ik binnen en houd ik afstand, of durf ik een stap te wagen? Ook al valt het misschien tegen. Het antwoord op die vraag kan ieder mens alleen maar zelf geven. Dat is de ware betekenis van het woord ver-antwoord-elijk zijn voor je eigen gedrag: antwoord geven in denken en gedrag op de vragen die het leven aan je stelt.
In dat voortdurende proces moet ieder dus, moeten wij allemaal, onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Zeker in een grote stad als Amsterdam, waar maar al te vaak mensen aan hun eigen lot worden overgelaten, mensen tussen de wal en het schip vallen, zonder dat er een sociaal vangnet is waar zij op terug kunnen vallen.
Een dag als deze is zo belangrijk omdat daarmee bewoners, ook zij die in een isolement leven, weer eens zichtbaar worden en we ook weer eens aan die vergeten bewoners herinnerd worden. Zodat we weer eens in onze eigen straat gaan kijken naar mensen die hulp nodig hebben, hoewel ze er misschien niet om vragen.
In de christelijke traditie betekent Pinksteren het feest van wat genoemd wordt ‘de uitstorting van de Heilige Geest over de aarde’.
Eigenlijk betekent dat dat we inspiratie krijgen aangereikt. Inspiratie om het beste van onszelf te geven. Inspiratie om met elkaar om te gaan en elkaar met nieuwe ogen te bekijken.
Dus laten we deze bijeenkomst ook gebruiken om ons de vraag te stellen hoe wij initiatieven als deze kracht bij kunnen zetten door zelf bij elkaar te komen, contact te maken, elkaar te leren kennen en met elkaar te praten en om in gesprek te blijven over de dingen die ons bezighouden in de buurt. En wellicht ook om te discussiëren over belangrijke sociale, maatschappelijke en politieke kwesties.
De Vriendschap Community Assadaaka doet dit al vele jaren, gaat al vele jaren met bewoners in gesprek, geeft bewoners een stem en helpt mensen ook daadwerkelijk verder met problemen die zij in hun leven ondervinden. En omdat wij al vele jaren bestaan, kunnen wij een woordje meespreken over de ontwikkelingen in de wijk, de pogingen van beleidsmakers en in het kielzog hiervan de zorg en het welzijnswerk om hieraan vorm te geven.
De ervaringen die wij hebben opgedaan met welzijnsinstellingen zijn in al die jaren niet altijd even positief en aangenaam geweest. En wat wij daarbij altijd gezien hebben is dat welzijnsinstellingen komen en gaan, maar dat het voortdurend de bewoners zelf zijn die de straten en wijken leefbaar moeten maken en houden.
De afgelopen tien jaar, met de drastische veranderingen binnen het opbouwwerk in Zeeburg-Oost, hebben opnieuw laten zien dat wij, bewoners, veel kracht en flexibiliteit hebben en heel goed in staat zijn dingen op het gebied van saamhorigheid, leefbaar maken en sociale cohesie, zelf te organiseren. Wij vinden dan ook dat er mogelijkheid moet zijn voor bewoners om dergelijke initiatieven te ontplooien, om direct zelf dingen voor elkaar, voor de wijk, voor de stad, voor de maatschappij te ondernemen. De Vriendschap Community Assadaaka brengt dit al jaren in praktijk. Mede daarom zijn wij hier ook aanwezig, om de bewoners een gezicht te geven, ook die bewoners die hun gezicht niet willen, kunnen of durven laten zien. Het houdt namelijk niet op met één samenzijn hier, in de Indische Buurt-Oost. Het werk houdt hier niet op, het moet verdergaan, iedere dag van het jaar. De maatschappij is iets dat we met ons allen steeds opnieuw moeten maken en waar niemand buiten mag vallen. Want onze buurt, onze stad, onze wereld, dat zijn wij allemaal.
Daarom, beste mensen, is deze dag niet alleen bedoeld om feest te vieren, maar ook als een oproep om elkaar te leren kennen – in de dingen waarin wij hetzelfde zijn en in de dingen waarin wij verschillen. Zodat wij inzien dat die dingen waarin wij verschillen voor ons eigenlijk ook steeds weer lessen zijn. Want wat wij al weten, dat hoeven wij niet meer te leren, maar wat wij nog niet weten – dat zijn lessen voor ons.
Wij denken dat wij, als bewoners van deze wijk en van deze mooie stad, die lessen heel goed zelf kunnen trekken en dat wij heel goed zelf deze wijk en daarmee deze stad tot een betere plek kunnen maken.
De Vriendschap Community Assadaaka is in ieder geval van plan haar werk hierin gewoon voort te zetten en met de hulp van bewoners zullen wij daar zeker in slagen.
Ik wens u allemaal een heel fijne dag toe en ik hoop dat er nog vele dagen als deze mogen volgen.
Dank u voor uw aandacht
Geen opmerkingen:
Een reactie posten