dinsdag 11 december 2012

Verslag conferentie Spreekuur en drempelvrees, 22 november 2012

 
 
 
 
 
 
 
 
Stichting Onze  Hoop voor en door migranten met een handicap of  chronische ziekte 

Deze conferentie was georganiseerd door stichting Onze Hoop. Met als doelstelling om te inventariseren wat het belang is van het bestaan en het werk van laagdrempelige zelforganisaties. Vooral daar waar zij hulp bieden in de vorm van maatschappelijke en sociaaljuridische spreekuren voor migranten met een beperking.
Deze organisaties fungeren hierin als eerste aanspreekpunt voor deze groep, voor wie de drempel naar de officiële instanties maar al te vaak nog veel te hoog is.  

De dagvoorzitter van deze conferentie was Hans Krikke, directeur stichting Samenwonen-Samenleven. Hij heette de aanwezigen van harte welkom en ging verder:
‘In de benaming van veel migrantenorganisaties zit iets van kracht en saamhorigheid. Dat is niet voor niets. Zo ook in de naam van Onze Hoop. Net als Assadaaka (= vriendschap).’
Hij ging verder met te benoemen dat je dit ook terugziet bij andere, soortgelijke organisaties: die insteek van zelfredzaamheid, eigen kracht, saamhorigheid, zelfstandigheid. Zo bezien zijn migrantenorganisaties eigenlijk de ontwerpers van het begrip ‘Eigen kracht’, zoals dat nu in de politiek zo sterk wordt gepropageerd. Die organisaties doen feitelijk niet anders dan dit in praktijk brengen. Zij zijn de uitvinders van zelfredzaamheid.
‘Vanuit dit uitgangspunt,’ kondigde Hans aan, ‘gaan we starten met de conferentie.’
Verder legde hij kort uit hoe de middag er uit zou gaan zien: ‘Na de diverse inleidingen kunnen de vragen komen die het basismateriaal gaan vormen voor de 3 aparte werkgroepen. In deze groepen moeten aanbevelingen gevonden worden – eerst aan onszèlf, en van daaruit: naar de politiek.’ De bedoeling was dan dat de uitslagen van de bevindingen in de werkgroepen na afloop werden teruggekoppeld in de plenaire groep.

Hierna was Ahmed El Mesri, de voorzitter van Onze Hoop, aan het woord met een inleiding in de problematiek van het thema Spreekuur en drempelvrees.  Voor de tekst hiervan: zie aparte bijlage. 
Uit deze toespraak kwamen punten (‘diamantjes’) naar voren die het belang van de spreekuren van de zelforganisaties benadrukken en Hans schreef die op het bord.
De belangrijkste:       -        aanspreken op eigen kracht
-                     eigen motivatie vinden en inzetten
-                     de visie en de missie van de zelforganisaties vormen de essentie.

Hierna kwam Ad Warnar aan het woord, de directeur van Cliëntenbelang Amsterdam.
Onze Hoop is, met nog 84 andere leden (organisaties), lid van Cliëntenbelang. Ad Warnar bracht naar voren dat het belang van mensen als Ahmed en de zelforganisaties essentieel is voor het bestaan van Cliëntenbelang: ‘Zonder hen zouden wij ons werk niet kunnen doen, noch de overheid.’
Hij tekende een schema in de vorm van een zandloper op het bord, dat duidelijk moest maken hoe deze uitwisseling werkt. En hij vertelde erbij wat het doel van Cliëntenbelang is: de overheid en verzekeraars beïnvloeden (met informatie uit de doelgroep zelf en uit de zelforganisaties die dagelijks met de mensen werken) om zo extra steun te krijgen opdat de heel kwetsbare groepen niet tussen wal en schip vallen. En die zijn:
-                     de migranten
-                     de mantelzorgers
-                     mensen met beperkingen - fysiek, psychisch, e.a.

Cliëntenbelang Amsterdam probeert collectieve belangenbehartiging toe te passen. In de vereniging werken 30 professionals, met 85 lidorganisaties, samen in 6 clusters. Er werken 120 vrijwilligers.
Ahmed zit met Onze Hoop in cluster 1. Hij ziet en hoort veel van de direct betrokkenen en meldt voorkomende knelpunten.
De kernvraag is: hoe kan het beter?
Dit is de kern van de structuur: dat de signalen van de zelfhulpgroepen doorkomen naar ‘boven’(in de zandloper) zodat het beleid kan worden beïnvloed. Wij geven informatie en begeleiden met hulp om klachten in te dienen.
Cliëntenbelang wordt door de Gemeente betaald vanuit de WMO.
Er bestaat ook nog een Meldpunt Cliëntenbelang Amsterdam.
Cliëntenbelang is een zusterorganisatie met Zorgbelang.
Je kunt het zo zien: een trits van:  Politiek – Cliëntenbelang – Zelforganisaties.
Stelling: Als je in deze trits gaat hakken snijd je in je eigen vlees.
Andere stelling: de politiek gaat toch meer bezuinigen, dus alle tussenstations zouden weg moeten. Als er toch bezuinigd moet worden, dan Cliëntenbelang weg. Investeer liever in het verlagen van de drempels bij de officiële instanties.

Ahmed: Misschien zijn we over 20 à 30 jaar overbodig, maar nú zijn we nog heel erg nodig!

Fenna Ulichki., gemeenteraadslid van Groen Links:
De vraag is vooral: wat voor sóórt bezuinigingen gaan er komen? Voor chronisch zieken en gehandicapten gaat de hulp in de huishouding verdwijnen. In de nieuwe regeling moet de Gemeente er over gaan in ’t vervolg. Dat lijkt mooi maar het is een enorme bezuinigings-maatregel, want in de praktijk betekent het dat er héél veel zorg gaat verdwijnen, vooral in de individuele voorzieningen. Het wordt minder, of helemaal niet. We gaan dat in onze directe omgeving merken, iedereen – denk aan oude ouders, aan kinderen die zorg nodig hebben, enzovoort.
Ik kan niet kiezen tussen Cliëntenbelang of de zelforganisaties. Ik zou zeggen: allebei! En vooral: beter maken: met minder méér en beter presteren. We hebben iederéén nodig, we moeten het sámen beter maken. Dus: Met minder méér presteren!

Iemand uit het publiek zegt: We moeten de straat op!
Iemand anders zegt: De overheid weet niet hoe de maatschappij in elkaar zit, ze moeten het blijven horen.
Weer iemand anders zegt: Ze weten het wel, maar ze willen het niet weten.

Saskia Hubelmeijer: We worden van het kastje naar de muur gestuurd als organisatie qua huisvesting. Terwijl er zoveel panden leeg staan! Waarom gebeurt dáár niks mee? Dat is toch een schande!

Hans Krikke vat samen: De potentieel beschikbare voorzieningen beter gebruiken. 

Vervolgens worden we uitgenodigd naar de tevoren gekozen workshop te gaan, met als opdracht: aanbevelingen aan onszelf formuleren. 

Werkgroep 1 o.l.v. Anneke Bolle, van vereniging Geestdrift.
Thema: Wat is het belang voor cliënten van het organiseren van aparte spreekuren voor migranten met een beperking door vrijwilligers- (migranten)organisaties?

Deze workshop begon met een voorstelrondje. 8 deelnemers, waaronder ikzelf, en de voorzitter Anneke. Zij herhaalt het thema nog ’n keer en vraagt wie er iets over wil zeggen.

Greet Aernaoudts spreekt vanuit eigen ervaring met het spreekuur dat zij op donderdag houdt bij Onze Hoop. Ze vertelt eerst over wie er zoal komen, vooral Marokkaanse mensen. De drempel is laag. Aanvankelijk komen ze vaak voor Ahmed, die zelf ook spreekuren houdt en wekelijks veel mensen te woord staat. Ook de stagiaires houden spreekuren.
Langzamerhand komen er steeds meer mensen ook bij mij terecht. Ik behandel aanvragen voor voorzieningen met ze, ik help bij het invullen van formulieren en klachtenbehandeling, enzovoort. Ik merk dat ze het heel prettig vinden dat er veel tijd voor ze is.
Er komen veel oudere mensen, maar het is eigenlijk heel gevarieerd qua leeftijd, afkomst en problematiek. Iedereen is welkom. Bij taalproblemen is Ahmed er altijd. 

Anneke benadrukt dat uitwisseling tussen bevolkingsgroepen heel belangrijk is. Bijvoorbeeld toen ze zelf lesgaf dat de lessen werden afgewisseld met door de deelnemers aangeboden maaltijden.

Iemand uit de groep van Stichting EMCEMO (Euromediterraan Centrum Migratie en Ontwikkeling, opgericht in 1998): We zijn begonnen in Oost, zitten nu in het Centrum. Het moet eigenlijk nog meer van de grond komen. We houden voornamelijk juridisch spreekuur, voor voornamelijk Marokkaanse migranten. Ook invullen formulieren e.d. Voor ouderen, ouders en allerlei andere mensen die vaak de taal onvoldoende beheersen. We geven ook voorlichting.

Laila Azzouz, beleidsadviseur Sociaal Domein: De officiële instanties moeten zelf hun eigen doelgroepen zien te bereiken.

Anneke: Daarnaast blijven zelforganisaties hun nut hebben. Zelforganisaties en de reguliere instanties: hoe is de verhouding, hoe moet die zijn?

Greet: Zelforganisaties zouden moeten blijven, maar meer moeten samenwerken met professionele organisaties. De professionaliteit gebruiken als vrijwilligersorganisaties. Maar ze moeten wel blijven bestaan – juist om de drempel laag te houden.

Anneke: Vanuit de zelforganisatie kunnen dingen worden doorgegeven die van hogerhand niet goed gaan of niet goed zijn geregeld.

Stanley, van een zelforganisatie in Hoorn: Er was in ’t begin geen speciaal Antillianen-spreekuur mogelijk. Toen ben ik er zelf mee begonnen (in Hoorn). Nu verwijs ik ook door en zet ik mensen aan tot zelfwerkzaamheid. Ik stimuleer steeds zelfstandigheid.

Anneke: ‘Alles zelf doen’ is soms te makkelijk gezegd. Je kunt als vrijwilligersorganisatie niet alles zelf behappen, je hebt de samenwerking met officiële instanties nodig – om door te verwijzen ook. Omdat je niet alles zelf kunt oplossen.
Je kunt wel openstaan voor goede contacten met officiële instanties. Maar je moet daarnaast ook zeker op je poot durven spelen.

Een vrouw van Radio Sunshine: Veel mensen worden van het kastje naar de muur gestuurd door instanties. Wij gaan ook in gesprek met totaal geïsoleerde mensen die contact met ons zoeken. Wij gaan zelf op dingen en mensen af, maar soms voel ik me machteloos. Wij zijn een sociaal-maatschappelijke radiozender, ook spiritueel. We hebben te weinig vrijwilligers en we betalen alles uit eigen zak, we krijgen geen subsidie. Ik ben dit gestart uit eigen ervaring na de Bijlmerramp. We willen graag meer medewerkers. Ook stagiaires. We hebben ook contact gemaakt met de VWCA, maar daar komt weinig uit.

Anneke: Hoe/welke steun zou je moeten krijgen, zonder je zelfstandigheid te verliezen?

Stanley uit Hoorn: Er is toch geld nodig voor basale dingen. Ik hoef echt geen salaris, maar er moet wel iets zijn voor de dingen die je gewoon nodig hebt om te kunnen bestaan als zelforganisatie (telefoon, pc, materiaal en spullen om mensen te ontvangen e.d.).

Anneke: Hoe kan het dan wel?

Laila Azzouz: Je moet ook slim zijn: gebruik het formele loket waar het voor kan. Samenwerking is belangrijk. En vooral: praktisch blijven.

Lies: Zelforganisaties zouden veel meer moeten definiëren en formuleren wat de eigen grenzen zijn. Daar duidelijke afspraken over maken. Dat is ook ter bescherming van je eigen medewerkers. Want het kan toch niet zo zijn dat mensen die het hart op de goede plaats hebben zichzelf helemaal leeg geven en daar zelf bijna aan onderdoor gaan. Dat kan volgens mij nooit de bedoeling zijn. Hulp is niet: alles aan iemand geven. Hulp kan alleen maar zijn dat je een ander op weg helpt om het zelf te kunnen gaan doen. Anders blijft er van jezelf niks over en ontkracht je jezelf ook als organisatie.
Signalen geven naar buiten wat je grenzen zijn en waar je naar toe doorverwijst en wanneer, op welk punt. De eigen beperkingen duidelijk aangeven, ook naar de overheid.

Een Turkse vrouw: Ik merk dat ik soms ook te veel doe.

Anneke: Hoe zou je nou kunnen zorgen dat mensen niet te veel gaan doen vanuit migrantenorganisaties? Hoe bereik je dat?

Door meerdere mensen wordt aangegeven dat onderling met elkaar erover praten veel kan helpen. ’n Soort van intervisie dus.

Anneke gaat verder: Bijeenkomsten, regelmatig. Daarnaast telefoonnummers om uit te wisselen.

Greet: Ik heb ook mijn eigen afbakening wanneer ik werk. Dat maakt dat het voor mezelf leuk blijft en dat ik het kan blijven doen.

Anneke: Zien jullie iets in een cursus bij de Vrijwilligersacademie? Om dit soort dingen te leren.
Dit wordt algemeen beaamd.

Werkgroep 2 Reguliere hulpverlening laagdrempeliger?
Hedy Jane Guds, juriste en Saskia Hubelmeijer, ervaringsdiskundig/beleidsmedewerkster Onze Hoop.
Naar workshop II kwamen:   10 personen van Loket Zorg en samenleven; Informatie steunpunt Haarlem; Spreekuur Ceintuur; ASK Vluchtelingen; OSIRAAmstelrand; WilNu; Assadaaka lid; bewoners. Het was geen homogene groep en al gauw bleek het vrij moeilijk om een gelijkwaardige communicatie te voeren, er waren ook mensen aanwezig die zich duidelijk minder op hun gemak leken te voelen vanwege de taalbarriere.Vaak lag het tempo van de woorden en ook gedachten wisseling te hoog daarvoor en bij de (ex) professionele deelnemers was er niet altijd oog voor het meekrijgen van alle aanwezigen. Daar waren wij de werkgroep leiders dus vooral mee bezig.    
Op een workshopleider in scootmobiel na waren er geen aanwezigen met zichtbare beperkingen. In het inhoudelijke dialoog /debat welke voortborduurde op het plenaire gedeelte was dit ook geen punt van aandacht. Hieronder kort de uitkomsten zoals op een flap genoteerd tijdens de sessie naar aanleiding van de Onze Hoop bevraging en zo mogelijk een slotaanbeveling als workshop leiders.  
1.    In antwoord waarom de mensen eerder naar spreekuren van vrijwilligersinstanties als Onze Hoop komen dan naar reguliere instanties toegaan worden diverse antwoorden gegeven waaronder de volgende A het wantrouwen naar de  reguliere diensten is hoog ; problemen worden je daar vaak aangepraat (of kom je niet meer vanaf), de hulpverlening is teveel gericht op protocollen en op de outputfinancieringseisen; er ontbreekt vaak ook transparantie. B Ook zijn er nog steeds grote talige hindernissen, er wordt met vrijwillige tolken en gidsen gewerkt wat ook niet zonder obstakels is.
2.    In antwoord of de reguliere hulpverlening zich niet veel meer moet specialiseren op laag drempeligheid en het bereiken van de allerzwaksten kwamen de volgende opmerkingen: 
·         men moet meer voorlichting en informatie geven; 
·         meer aan planmatige samenwerking doen;
·         meer naar wijkgericht samenwerken met afstemmingsoverleg, ook tussen professionals en vrijwilligers en op het gebied van diversiteit;
·         meer kwaliteitsbeheersing
·         DWI Kennemerland heeft met of netals Hoorn Kersenboogard drempelslechting onderzocht , de betrokkene deelnemer uit Haarlem levert dit onderzoeksrapport bij Onze Hoop voor vervolgacties waar hij graag aan bijdraagd. Deze deelnemer had een vurige debat inbreng. Opvallend in het debat was dat bij niemand uit de groep het woord diversiteit viel en men het er ook niet over had. Desgevraagd kwam –schoorvoetend- de melding dat er toch wel aandacht voor diversiteit was, al leidde dat dan meestal niet praktisch tot een afspiegeling.
3.    In antwoord op wat er zal gebeuren als de vrijwilligersorganisaties wegvallen kwamen diverse antwoorden varierend van nix, weet niet tot heel erg, jammer want ze zijn de kersen op de taart, tot dat het de ‘doodklap voor de sociale samenleving’ is.
4.    De toegevoegde vraag was wat er met het oog op de toekomst in het belang van de clienten van de spreekuren bij vrijwillige instellingen gedaan kan worden om de huidige situatie ter verbetering van de huidige situatie. Hiertoe werd een meteen in het begin herhaalde plenair gedane voorstel van de vurige inbrenger uit Haarlem aangegrepen en wat aangepast aan de groep ter verder te bespreking voorgelegd. Het voorstel was : kom tot een wisseling van de wacht door de reguliere hulpverlening af te bouwen en de vrijwilligersinstellingen op te tuigen tot dat niveau dat nodig is en werkt voor de doelgroepen.

Het werd ter discussie gebracht als voorstel voor Het Hulpverleningsmodel 2025 waarin de reguliere hulpverlening en de vrijwilligersorganisaties samengevoegd zijn met gelijke verdeling van betaalde en van  vrijwillige (optimaal vergoede) even professioneel getrainde en opgeleide medewerkers. Zo wordt dan veel gedaan om meer feitelijke gelijkheid en gelijkwaardigheid na te streven.  Dit moest in vier stappen worden bereikt: I een expertise scan waarin talenten en vaardigheden, opleiding en ervaring van alle betrokkenen uit de beide hoeken worden samengebracht. II Er wordt meer solidariteit en loyaliteit naar elkaar toe gecreerd en niet alleen naar eigen volk: het belang van clienten staat centraal.III Wijk gerichte aanpak  met 1 loket zoals al bij vraag2 punt3 aangegeven. IV sociale inkomens maatregelen via DWI erkenning  inzetten op weg naar samenvoeging van de bijde delen.
Aanbeveling :
Mijns inziens is er een nieuw hoofdstuk in de sociaal-politieke ontwikkeling in Amsterdam en in randstad Nederland bereikt.  Er treedt nu een professionele wisseling van de wacht op met het pensioneren van veel babyboomers. De verwachte diversifiering treed niet op maar met expats of met Oost Europeanen en gepensioneerde zzpers worden nogsteeds ondershands die vrij komende posities bekleed. Mensen uit de ‘allochtone’ gemeenschap –die al lang in de wacht staan- krijgen niet de kans zich hiervoor te bekwamen en op natuurlijke wijze in het gat te springen, vandaar ’n voorstel. (verslag door Hedy Jane Guds). 

Werkgroep 3
Wat gebeurt er als de zelforganisaties wegvallen?  Hans Krikke

Hoe kunnen migrantenorganisaties meer presteren met minder middelen?
- samenwerken
- efficiënter inzetten van middelen
- beheer en programmering moeten beter. Schep de voorwaarden om organisatie beter op orde te hebben.
- er is te weinig ondersteuning en training van de vrijwilligers.
- Men start vanuit een ideaal. De moeilijkheden komen vooral voor wanneer subsidiegevers hoge eisen gaan stellen om de onkosten te verantwoorden.
- de ervaringsdeskundigheid van vrijwilligers wordt niet erkend. Daarin ligt hun professionaliteit, maar dit kapitaal wordt niet benut.
- migranten met een hulpvraag zijn steeds meer geemancipeerd; stellen steeds meer vragen.
- reguliere instanties zouden iets beschikbaar moeten stellen voor zelforganisaties.

Wat moeten wijzelf beter doen?
- Naar onszelf kijken.
- Uitwisseling met andere zelforganisaties.
- Maak een inventarisatie van migranteorganisaties op professionaliteit en sleutelfiguren.
- Maak ook een expertisescan van migrantenorganisaties met als doel een eventuele uitruil van expertise. Van elkaar leren!

Einde workshops.

Hierna ging de conferentie plenair verder. Hans Krikke inventariseerde per groep de oogst van de 3 aparte werkgroepen, de aanbevelingen aan onszelf: 

Aanbevelingen per groep

Groep 1, die van Anneke Bolle Wat is het belang voor cliënten van het bestaan van aparte spreekuren bij de zelforganisaties:

1.    Zelforganisaties dreigen overbelast te worden; daartoe: regelmatig
bijeenkomsten met elkaar. Telefoonnummers uitwisselen.
2.    Contact hebben met reguliere instanties – contact en tegenkracht (je
     eigenheid bewaren!).
3.    Tip: Vrijwilligersacademie, cursussen aanvragen. Trainingen.
4.    Uitgangspunten formuleren en vastleggen – zelfdefiniëring van je taken en kwaliteiten = bescherming en begrenzing, duidelijkheid!

Groep 2, die van Hedy Jane Guds en Saskia HubelmeijerHoe de reguliere hulpverlening laagdrempeliger kan worden gemaakt:

                   Er was een antwoord: Alle reguliere instanties gewoon afschaffen.
Voeg binnen x jaar de reguliere instanties en de zelforganisaties samen, in
een nieuwe kwaliteit van samenwerking:
1.     Maak een expertisescan (informatie, taalproblemen, meer samenwerking,
     e.d.)
2.     Meer samenwerking, wederzijdse solidariteit tussen vrijwilligers en professionals.
3.     Wijkniveau uitbouw – samenwerken op basis van complementariteit (elkaar aanvullen) en vraaggericht werken.
4.     Sociale inkomensmaatregelen: ervaringsdesk reguliere en betaalbare banen.

Groep 3, die van Hans KrikkeWat gebeurt er als de zelforganisaties, waaronder die voor migranten, wegvallen:

1.  Op maat gerichte ondersteuning, waaronder trainingen, cursussen e.d.
2.    Ervaringsdeskundigheid erkennen, waarderen en benutten. 
3.    Per wijk overzicht van sleutelpersonen.
4.    Uitruilen van kennis en vaardigheden.
Motto: Neem jezelf serieus! En: De overheid moet vrijwilligers ook serieus (gaan) nemen.

Concluderend sloot Hans Krikke deze ronde af: dat we elkaar nodig hebben als migrantenorganisaties. Hoe doen we dat? Dit is de vraag die er nu ligt. En hieruit moeten acties voortkomen.
Hoe kunnen de financiën gereguleerd worden zodat er rechtvaardiger verdeeld kan worden? Daar hebben we budgettering voor nodig. En inzicht in hoe financiën georganiseerd worden.
En we moeten bereid zijn om te demonstreren.
Samengevat:           -        Wéét wat je nodig hebt,
                            -        hoe het georganiseerd kan worden, en
                            -        wat je moet doen om je te laten horen 

Resultaten van de conferentie
Wat gaan we met de aanbevelingen doen?

- brainstormen met een groepje uit verschillende organisaties op welke aanbevelingen we actie gaan inzetten. Laat ook het WMO-loket deelnemen aan dit groepje.
- expertise-scan van migrantenorganisaties.
- huisbezoeken.
- feedback van de deelnemers aan de conferentie n.a.v. het verslag van de conferentie.  

Hulpbronnen, sleutelpersonen, ervaringsdeskundigen:
-           Ton de Vries (De kracht van het Zelfdoen). Geeft richtlijnen voor waar het nieuwe beleid is gerealiseerd en doet dan een voorstel voor oriëntatie, in Hoorn of in A’dam Oost.
-           Niamat Muna van Sw-Sl en Nehob; Ad Warnar van Cliëntenbelang A’dam; WMO loket; Onze Hoop; Oost Wijkinventarisatie.

Aan dit verslag werkten mee: Lies Bierenbroodspot, Hedy Jane Guds, Malene Duijst, Ahmed El Mesri, Arthur Vreede.

Eindredactie en copyright: Stichting Onze Hoop 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
Voor meer informatie Stichting Onze  Hoop    
Plantage Middenlaan 14-1, 1018 DD Amsterdam, T. 020-7525131, M. 06-47440672,

Geen opmerkingen:

Een reactie posten