zondag 11 maart 2012

Jaarverslag 2011 stichting Onze Hoop

2011 was voor Onze Hoop een jaar boordevol activiteiten en ontwikkelingen. Naast themabijeenkomsten, spreekuren en gezondheidsvoorlichtingen waren er ook nieuwe initiatieven. Zo hebben we in oktober een conferentie over de zichtbaarheid van de doelgroep georganiseerd, waarin werd samengewerkt met de dienst wonen, zorg en samenleven, met de GGD, met Cliëntenbelang Amsterdam en met Cordaan. Ook hebben we dit jaar knelpunten van de doelgroep geanalyseerd en aanbevelingen gebundeld en gedistribueerd.
Natuurlijk zijn we ook doorgegaan met reguliere activiteiten zoals gesprektafels voor lotgenoten, persoonlijke begeleiding van zeer schrijnende gevallen, EHBO-cursussen, acties toegankelijkheid van instellingen, overleg met lokale overheden, educatieve excursies, lotgenotencontacten en beleids- en mentaliteit beïnvloeding. 
De dienst- en hulpverlening aan migranten in zorg en welzijn in Amsterdam door stichting Onze Hoop heeft zich in 2011 geconsolideerd. Wij durven gerust te stellen dat zeker 10.000 mensen direct of indirect geprofiteerd hebben van onze diensten en activiteiten. De cliënten en vrijwilligers van Onze Hoop zijn sterk in de mond tot mond reclame en zo weten velen, die moeilijk elders terecht kunnen Onze Hoop te bereiken. De kracht van onze hulpverlening bestaat uit laagdrempeligheid en ervaringsdeskundigheid en dat zijn zaken die veel migranten aanspreekt.    
Wij danken de dienst wonen, zorg en samenleven voor de financiële ondersteuning en Cliëntenbelang Amsterdam voor de personele en facilitaire ondersteuning.
Hieronder volgt knipselgewijs een kleine selectie van verslagen en oproepen.
Nieuwjaarsreceptie

Toespraak Ahmed El Mesri

Thema: Begeleiding van de Onbereikbaren

Beste aanwezigen, dames en heren,

Het nieuwe jaar is al weer aardig op weg; de meesten van onze vrienden, familie, geliefden en anderen hebben wij al de beste wensen overgebracht Hier, bij de viering van het nieuwe jaar wil ik het met u hebben over onze goede voornemens, wat wij van plan zijn om in dit jaar te bereiken.

Eergisteren hadden wij een nieuwjaarsreceptie van de multiculturele vereniging Assadaaka in ons tijdelijke nieuwe onderkomen en een heleboel van de woorden die ik daar gezegd heb zou ik hier kunnen herhalen. Er zijn veel mensen die menen dat de multiculturele samenleving gefaald heeft, die vinden dat de term 'multicultureel' achterhaald is, die geloven dat de oplossing van het migrantenprobleem een aanpassing aan de Nederlandse maatschappij en de Nederlandse cultuur vraagt. Maar ik heb in de afgelopen jaren gemerkt dat er dan een grote rijkdom aan menselijke cultuur verloren gaat, ook voor Nederlanders. Migranten komen immers met hun eigen culturele bagage hier naar toe en kunnen daarmee een belangrijke bijdrage leveren aan de Nederlandse maatschappij.

Migranten met een handicap of chronische ziekte, de doelgroep van stichting Onze Hoop, hoeven hun eigen identiteit niet op te geven om te kunnen participeren in de Nederlandse maatschappij. In onze visie kunnen migranten met een handicap of chronische ziekte zich een plaats verwerven binnen de Nederlandse maatschappij zonder hun eigen identiteit op te geven. Daartoe is echter wel nodig, dat zij een steuntje in de rug krijgen van organisaties zoals Onze Hoop. Wij bieden een luisterend oor en begeleiding aan mensen die de wanhoop nabij zijn en niet meer weten tot wie zij zich moeten wenden. Met andere woorden wij geven begeleiding aan de onbereikbaren. Tevens bieden wij migranten mogelijkheden om zich op een laagdrempelige manier te ontplooien via themabijeenkomsten, excursies, voorlichtingen en, jazeker, ook feestelijke samenkomsten. 

De ervaring heeft mij geleerd dat er inderdaad groepen migranten zijn die niet participeren, voor wie de integratie daadwerkelijk mislukt is en die als een vreemde groep in de Nederlandse samenleving wonen zonder ooit deelgenomen te hebben aan die samenleving.

Stichting Onze Hoop legt zich specifiek toe op de situatie van deze groep migranten met een handicap of een chronische ziekte. 
En hoe zien wij de ontwikkelingen in 2011?

Allereerst moet ik zeggen dat er gelukkig ook goede wil is bij de gemeente en bij beleidsmakers. Het probleem wordt erkend en onderkend. De kracht en de extra waarde van stichting Onze Hoop  ligt in de laagdrempeligheid, de mogelijkheid die wij hebben om de doelgroep te bereiken. Wij doen dit op veel verschillende manieren.

Ons goede voornemen voor 2011 is om samen met de NOMA en de vereniging Assadaaka een laagdrempelig en toegankelijk inloophuis te starten voor migranten met een handicap of chronische ziekte en hun families, voor oudere migranten en voor anderen die een sociale achterstand hebben. Een eerste stap op weg naar de realisatie van een inloophuis is het verwerven van financiële bronnen die dat mogelijk maken. De behoefte aan een inloophuis vloeit voort uit het feit de doelgroep niet participeert in de samenleving, maar integendeel in een sociaal isolement leeft. Bovendien bewegen de meesten van hen zich niet gemakkelijk in het doolhof van dienstverlenende, hulpverlenende en uitkerende instanties. Men kent vaak de weg niet, spreekt de taal onvoldoende, beschikt niet over geschikte netwerken of over het juiste opleidingsniveau en men voelt zich onheus bejegend en paternalistisch behandeld.

Zo’n inloophuis biedt de mensen een plaats van samenkomst, een laagdrempelige huiskamer en mogelijkheden tot het verkrijgen van informatie en begeleiding.
In de ideale situatie zal zo’n inloophuis ook kantoren bevatten van waaruit wij ons werk in de sfeer van belangenbehartiging van de sociaal zwakkeren met of zonder beperking kunnen verrichten, politici kunnen informeren en beleid kunnen beïnvloeden. Het is een mooi beeld en het is de vraag of wij dit allemaal in één jaar voor elkaar kunnen krijgen, maar het is een voornemen waar wij ons aan vast zullen houden, een voornemen dat wij niet willen laten sneuvelen.

Ten slotte wil ik Cliëntenbelang Amsterdam bedanken voor alle ondersteuning die zij ons hebben gegeven, zowel materieel als in de vorm van investering in mensuren. De beleidsmatige en secretariële ondersteuning wordt door ons als onontbeerlijk ervaren en wij hopen daar ook in de toekomst op te kunnen rekenen. 
Ik wens u allemaal een geweldig 2011 toe.

Gezondheidsvoorlichtingen

Datum  voorlichtingen                 Thema


03 januari   2011                     Erfelijkheid

10 januari   2011                     HIV & AIDS
17 januari   2011                     SOA
31 januari   2011                     Anatomie
07 februari 2011                     Gezondheidszorg in Nederland
14 februari 2011                     Omgeving & gezondheid (milieu)
28 februari 2011                     Gezonde voeding
07 maart     2011                     Spijsverteringsstelsel
14 maart     2011                     Diabetes
21 maart     2011                     Ademhalingsstelsel
28 maart     2011                     Zenuwstelsel
04 april       2011                     Immuniteit (Lymfevaten)
11 april       2011                     Seksualiteit
18 april       2011                     Zwangerschap & bevalling
25 april       2011                     Vrouwen- en mannenklachten
02 mei         2011                     Psychosomatiek
09 mei         2011                     Medicijnengebruik
23 mei         2011                     Geboorteregeling & onvruchtbaarheid
30 mei         2011                     HIV & AIDS
06 juni        2011                      SOA
20 juni        2011                      Erfelijkheid
19 sep.        2011                      Opvoeden zo!
26 sep.        2011                      Opvoeden zo!
10 oktober   2011                     Opvoeden zo!
24 oktober   2011                     Opvoeden zo!
07 nov.        2011                     Opvoeden zo!
28 nov.        2011                     Opvoeden zo!
06 dec.        2011                     Opvoeden zo!
12 dec.        2011                     Opvoeden zo!
Taal: Nederlands – tolken mogelijk

Tijd: 18:30 tot en met 20:30 uur -  Toegang gratis

Samenzijn bij stichting Onze Hoop  op 2de Pinksterdag 

maandag 13 juni 2011Toespraak Ahmed El Mesri en Lies Bierenbroodspot over het thema: Samenzijn bij stichting Onze Hoop
Welkom, dames en heren, beste Amsterdammers,
Stichting Onze Hoop is opgericht voor en door migranten met een handicap of chronische ziekte, zonder daarbij anderen uit te sluiten.
Stichting Onze Hoop is gevestigd in de Indische Buurt en Oost, maar actief in heel Amsterdam.
Deze dag is weer een goed voorbeeld van de mooie dingen die wij, bewoners van de Indische Buurt-Oost en Amsterdam in het algemeen, samen kunnen organiseren en vieren in deze mooie buurt, voor mensen met en zonder beperking.
Op een dag als deze reiken bewoners elkaar de hand, komen met elkaar in contact, komen tot dingen die zij met elkaar gemeen hebben en zien de dingen waarin zij van elkaar verschillen. Dat is belangrijk: zowel de dingen die wij gemeen hebben als de dingen waarin wij van elkaar verschillen. Want maatschappelijke cohesie, waar overal nu veel over wordt gesproken – ook in de politiek –, betekent niet dat wij allemaal precies hetzelfde worden, maar juist dat we erkennen en accepteren dat we van elkaar verschillen in veel dingen en dat we, ondanks dat, nader tot elkaar kunnen komen, en zo samen meer een gehéél kunnen worden. In de buurt, in de stad, in het land.
Lies:

Het woord cohesie komt oorspronkelijk uit de natuurkunde. Het wordt in het grote Nederlandse woordenboek de Van Dale als volgt omschreven:  Cohesie samenhang, aantrekking tussen de moleculen van een zelfde lichaam.
Dat is mooi als je daarover nadenkt. Wij mensen zijn dus als het ware de onderdelen van één groot lichaam – de mensheid. Of ‘de Nederlanders’, of ‘de maatschappij’, of  ‘de bewoners van Amsterdam-Oost’. En die onderdelen worden onderling door elkaar aangetrokken. Dat is een gegeven. Daar hoeven we eigenlijk niks meer aan te doen. Als je het zo bekijkt zouden we toch alleen maar door de dingen te ondernemen die wij doen, met de erkenning van elkaars eigenheid, kunnen komen tot een leefbare wereld? Een betere wereld, een betere maatschappij?

Dat is het ideaal. En het is altijd goed om je ideaal voor ogen te houden: dat is je kompas, daar doe je het voor, zo zou je willen dat het kon zijn. Het is je innerlijke motivatie die je aanzet om je stappen naar buiten te doen.
Terug naar de realiteit, terug naar hier, naar Amsterdam en naar onszelf. De realiteit om ons heen laat ook zien dat mensen in de praktijk geneigd zijn om zich alleen te vereenzelvigen met de eigen groep. En kritisch te kijken naar ‘de anderen’. Maar de waarheid is dat we allemaal ‘de anderen’ zijn. En dat we allemaal gemeen hebben dat we mensen zijn en veiligheid nodig hebben en geborgenheid en erkenning om wie we zijn, gezien worden, meetellen. En daarnaast hebben we allemaal een mengeling van nieuwsgierigheid en angst die ons steeds doet kijken naar de ander: Wie ben jij? Wat doe jij? Wat doe jij anders dan ik en waarom? Vind ik dat leuk? Kan ik meedoen? Of vind je mij dan gek? Of vindt mijn eigen groep mij dan gek? En hoe vind ik dat dan? En wat wil ik met jou en met dat waar jij anders in bent? En wat blijft er dan over van mij? En wat vind jij van mijn anders zijn? En wat doet dat met mij?
Dit zijn op zich allemaal heel zinvolle vragen, bewust of onbewust, die de meeste mensen wellicht ook bij zichzelf kunnen herkennen als het gaat om het waarnemen van ‘vreemden’. En net als dieren aan elkaar snuffelen om kennis te maken, zo doen mensen dat eigenlijk ook. En hoe bewuster je dat doet, en hoe meer je bereid bent naar de ander te kijken en te luisteren en tegelijkertijd jezelf te laten zien en horen, des te beter kunnen begrip en respect voor ‘de ander’ groeien.
Maar dit is een proces dat – zeker in een grotere context als een gemeente of een land – veel tijd kost en geduld vraagt. En het vraagt in de eerste plaats de moed om het te doen: niet in je eigen hokje blijven zitten maar het lef hebben om je deur open te doen en voorzichtig in contact te komen met de ander. Terwijl je het misschien wel eng vindt. En de ander misschien ook wel. En dan op een punt te komen waar je kunt zien: hé, die ander ziet er wel anders uit, maar daaronder zie ik een mens met dezelfde behoeftes en verlangens en noden als ik.

Hoe lang duurt het voor je een ander mens ziet en niet meer ‘iemand die anders is als ik’?
Dat is een vraag die ten grondslag ligt aan het proces van door je eigen beelden heen stappen en elkaar echt willen leren kennen.  Dat is, in het groot, ook de basisvraag die m.i. ten grondslag ligt aan het vraagstuk van immigratie en integratie. Ook dat is een proces. Een proces dat zich ook op wereldniveau rondom ons heen afspeelt. En soms komt dat ineens heel dichtbij: in je eigen buurt, in je eigen straat, in een persoonlijke ontmoeting.
En het is dezelfde vraag die ook speelt in het omgaan met mensen met een handicap of mensen die in isolement leven. Ik zelf doe dat ook niet makkelijk: om zomaar op iemand af te stappen die in een rolstoel zit of zich ‘anders’ gedraagt dan je verwacht. Op zo’n moment en in de aarzeling die ik dan zelf voel, herken ik dat het moeite kost om over je eigen beelden heen te stappen en dat je er moeite voor moet doen om een ander mens te ontmoeten. En dat die ander daar misschien in eerste instantie helemaal niet op zit te wachten. Of misschien wel, maar heeft die ander er zèlf het lef niet voor.
Op dat punt komt de vraag: waar kies ik voor? Blijf ik binnen en houd ik afstand, of durf ik een stap te wagen? Ook al valt het misschien tegen. Het antwoord op die vraag kan ieder mens alleen maar zelf geven.  Dat is de ware betekenis van het woord ver-antwoord-elijk zijn voor je eigen gedrag: antwoord geven in denken en gedrag op de vragen die het leven aan je stelt.

Ahmed:
In dat voortdurende proces moet ieder dus, moeten wij allemaal, onze eigen verantwoordelijkheid nemen. Zeker in een grote stad als Amsterdam, waar maar al te vaak mensen aan hun eigen lot worden overgelaten, mensen tussen de wal en het schip vallen, zonder dat er een sociaal vangnet is waar zij op terug kunnen vallen.
Een dag als deze  is zo belangrijk omdat daarmee bewoners, ook zij die in een isolement leven, weer eens zichtbaar worden en we ook weer eens aan die vergeten bewoners herinnerd worden. Zodat we weer eens in onze eigen straat gaan kijken naar mensen die hulp nodig hebben, hoewel ze er misschien niet om vragen.
In de christelijke traditie betekent Pinksteren het feest van wat genoemd wordt ‘de uitstorting van de Heilige Geest over de aarde’. Eigenlijk betekent dat dat we inspiratie krijgen aangereikt. Inspiratie om het beste van onszelf te geven. Inspiratie om met elkaar om te gaan en elkaar met nieuwe ogen te bekijken.
Dus laten we deze bijeenkomst ook gebruiken om ons de vraag te stellen hoe wij initiatieven als deze kracht bij kunnen zetten door zelf bij elkaar te komen, contact te maken, elkaar te leren kennen en met elkaar te praten en om in gesprek te blijven over de dingen die ons bezighouden in de buurt. En wellicht ook om te discussiëren over belangrijke sociale, maatschappelijke en politieke kwesties.
Stichting Onze Hoop doet dit al vele jaren, gaat al vele jaren met bewoners in gesprek, geeft bewoners een stem en helpt mensen ook daadwerkelijk verder met problemen die zij in hun leven ondervinden. En omdat wij al vele jaren bestaan, kunnen wij een woordje meespreken over de ontwikkelingen in de wijk, de pogingen van beleidsmakers en in het kielzog hiervan de zorg en het welzijnswerk om hieraan vorm te geven.
De ervaringen die wij hebben opgedaan met welzijnsinstellingen zijn in al die jaren niet altijd even positief en aangenaam geweest. En wat wij daarbij altijd gezien hebben is dat welzijnsinstellingen komen en gaan, maar dat het voortdurend de bewoners zelf zijn die de straten en wijken leefbaar moeten maken en houden.
De afgelopen vier jaar, met de drastische veranderingen binnen het opbouwwerk in Zeeburg-Oost, hebben opnieuw laten zien dat wij, bewoners, veel kracht en flexibiliteit hebben en heel goed in staat zijn dingen op het gebied van saamhorigheid, leefbaar maken en sociale cohesie, zelf te organiseren. Wij vinden dan ook dat er mogelijkheid moet zijn voor bewoners om dergelijke initiatieven te ontplooien, om direct zelf dingen voor elkaar, voor de wijk, voor de stad, voor de maatschappij te ondernemen. Stichting Onze Hoop  brengt dit al jaren in praktijk.
Mede daarom zijn wij hier ook aanwezig, om de bewoners een gezicht te geven, ook die bewoners die hun gezicht niet willen, kunnen of durven laten zien. Het houdt namelijk niet op met één samenzijn hier, in de Indische Buurt-Oost. Het werk houdt hier niet op, het moet verdergaan, iedere dag van het jaar. De maatschappij is iets dat we met ons allen steeds opnieuw moeten maken en waar niemand buiten mag vallen. Want onze buurt, onze stad, onze wereld, dat zijn wij allemaal.
Daarom, beste mensen, is deze dag niet alleen bedoeld om feest te vieren, maar ook als een oproep om elkaar te leren kennen – in de dingen waarin wij hetzelfde zijn en in de dingen waarin wij verschillen. Zodat wij inzien dat die dingen waarin wij verschillen voor ons eigenlijk ook steeds weer lessen zijn. Want wat wij al weten, dat hoeven wij niet meer te leren, maar wat wij nog niet weten – dat zijn lessen voor ons.
Wij denken dat wij, als bewoners van deze wijk en van deze mooie stad, die lessen heel goed zelf kunnen trekken en dat wij heel goed zelf deze wijk en daarmee deze stad tot een betere plek kunnen maken.
Stichting Onze Hoop is in ieder geval van plan haar werk hierin gewoon voort te zetten en met de hulp van bewoners zullen wij daar zeker in slagen.
Ik wens u allemaal een heel fijne dag toe en ik hoop dat er nog vele dagen als deze mogen volgen.


18 juli

In het kader van armoede en isolement bestrijding organiseert stichting Onze Hoop voor migranten met een handicap of chronische ziekte:

BBQ/Meshwi
Centrum Ruma Khami
Voor migranten met een handicap of chronische ziekte, oudere migranten en alle mensen die niet op vakantie kunnen

U bent van harte welkom bij deze bijeenkomst

Datum: maandag 18 juli 2011
Tijd: 18.30 – 21.30 uur 
Locatie: Centrum Ruma Khami
Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam

Thema: ‘Zijn de buurthuizen toegankelijk voor iedereen?’

  Mensensen met beperking over buurthuizen   

AAN: Alle bewoners met beperking, belangstellenden en belanghebbenden in A’dam  Oost.

Onderwerp: Bijeenkomst van stichting Onze Hoop met ‘Zijn de buurthuizen toegankelijk voor iedereen?’ Stichting Onze Hoop nodigt u van harte uit voor bijeenkomst over de  toegankelijkheid van onze openbaar gebouw. (Koffie, thee, frisdrank en versnapering zijn gratis)

Waar:  Locatie: Stichting Onze Hoop, 
Centrum Ruma Khami, Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam
Wanneer:  dinsdag 13 juli 2011 van 19.30  t/m 21.30 uur

Programma:

• Voorlichting:

Wat zijn de richtlijnen die gelden voor de toegankelijkheid van een openbaar gebouw?

(vragen als de bereikbaarheid (kan ik er komen?), toegankelijkheid (kan ik erin?) en bruikbaarheid (kan ik er goed gebruik van maken?) komen uitvoerig aan de orde.

• Informatie:
Door gastsprekers

• Plenair:

Debat met aanwezigen

Waarom; In het Integraal Wmo Programma AMSTERDAM een aantal uitgangspunten geformuleerd voor een omvorming van activiteitencentra ’s in Amsterdam:
- Toegankelijkheid voor alle bewoners in de buurt en of wijk.
- Het aanbod zal mede door vragen van diverse gebruikersgroepen worden ingevuld.
- Interactie met andere culturen ter bevordering van integratie en participatie
- Er zal plaats zijn voor andere instellingen op het gebied van hulpverlening en
maatschappelijke dienstverlening.
Stichting Onze Hoop is van mening dat mensen met een beperking ook gebruik moeten kunnen maken van de mogelijkheden van een buurthuis.

Het stadsdeel kan hieraan meewerken door het buurthuis ook toegankelijk te maken voor mensen met een beperking. Ook ouderen behoren tot deze groep. Zij ervaren zowel mentale als fysieke drempels.
Een toegankelijke ontmoetingsplek voor iedereen in de nabije omgeving, is uiterst belangrijk.

Initiatief;
Stichting Onze Hoop vindt dat bewoners zelf actiever aan de slag moeten. Wij organiseren daarom deze bijeenkomst om mensen met een beperking de kans te geven zelf ook te laten horen wat zij van een buurthuis verwachten en of zij zelf behoefte hebben aan het organiseren van activiteiten in een buurthuis. Tijdens de bijeenkomst worden mensen ook geïnformeerd over de richtlijnen die gelden voor een toegankelijke openbare ruimte.

Met dergelijke themabijeenkomsten wil
stichting Onze Hoop personen met een beperking stimuleren om mee te doen, mee te denken en mee te helpen.

De bevindingen uit de bijeenkomst worden doorgezonden aan
De Wmo-adviesraad
De verantwoordelijke portefeuillehouder

Alle raadsleden 
 

Mantelzorg
Datum: 31 mei 2011
Aanwezigen: leden van de stichting Onze Hoop en Assadaka
De bijeenkomst
Op 31 mei heeft de stichting Onze Hoop de bijeenkomst, genaamd migranten met psychisch aandoening, sociaal isolement en mantelzorgers, georganiseerd. Het doel van deze bijeenkomst was de draaglast van het sociale leven van migranten met een psychische aandoening te indiceren. Daarnaast was het de bedoeling om mogelijke oplossingen aan te dragen voor dit onderwerp.

De (gast)sprekers waren Ahmed El Mesri (voorzitter van stichting Onze Hoop), Mohammed en Fatima (werknemers van PuntP van Arkin). Verschillende stichtingen zoals onder andere Pijn in het gevoel en Informatie Steunpunt raakten in discussie om een oplossing te vinden voor het verbreken van het isolement van een mantelverzorger.

De tendens van deze discussie was de enorme schaamte die de immigranten voelen als ze naar het Loket stappen om aan te geven dat ze mantelzorgers zijn. Hoe dit taboe dat voor een schaamtegevoel zorgt doorbroken moet worden, is nog echter de vraag. De stichtingen zijn het er in ieder geval eens dat het geloof een belangrijke rol kan spelen om de mantelverzorgers uit de tent te lokken om toch naar het Loket te stappen voor het mogelijke ontvangen subsidie.

De afloop

De woordvoerder sloot de bijeenkomst goed af door een samenvatting te geven van het woord mantelzorg.
Door middel van het deelnemen aan deze bijeenkomst, ben ik in gesprek gegaan met de voorzitter Ahmed van de stichting Onze Hoop. Nadat Ahmed mij verwees naar folders over de stichting, nodigde hij mij uit op 7 juni voor de bijeenkomst Vaderschap en Opvoeden.

Wat wij willen!

Doel van de bijeenkomst was om alle activiteiten van het afgelopen jaar te evalueren.
Aanwezig: 40 personen

Toespraak door de voorzitter

Beste aanwezigen,

'Wat wij willen’ – dat is het thema van de bijeenkomst van vanavond.

De meeste mensen denken wel te weten wat ze willen, maar dan betreft het vaak materiële dingen.

In deze bijeenkomst die is georganiseerd door stichting Onze Hoop gaan we kijken naar méér dan alleen het materiële.

Mijn naam is Ahmed El Mesri. Ik ben de voorzitter van stichting Onze Hoop en ik heet u allen van harte welkom.

U weet natuurlijk dat stichting Onze Hoop zich al jaren inzet voor de belangen en specifieke behoeften van migranten met een beperking. Door mijn ervaring en werkzaamheden bij de multiculturele vereniging Assadaaka bleek mij namelijk dat de belangen en behoeftes voor migranten een andere inhoud hebben dan die voor hier geboren en getogen inwoners.

Echter, in mijn zoektocht naar organisaties die zich heel specifiek op deze problematiek richtten, vond ik niets. Vandaar dat ik er uiteindelijk toe ben gekomen om de stichting Onze Hoop zelf op te richten.

De naam Onze Hoop geeft aan dat wij niet bij de pakken neer gaan zitten, maar dat wij ons inzetten om:

1.    de problemen waar veel migranten mee te kampen hebben, aan te pakken en;

2.    in het bijzonder aandacht te vragen voor de problemen waarmee migranten met een handicap te maken hebben.

In de afgelopen jaren hebben wij al het één en ander bereikt, maar er blijft nog heel veel te doen. Daarom hebben wij deze avond georganiseerd waarin wij met elkaar gaan kijken naar wat er nog allemaal gedaan moet worden en hoe wij dat kunnen bereiken.

Zoals u in de uitnodiging heeft kunnen lezen gaan wij vanavond vier dingen doen:

1. We gaan de behoeften, wensen en verlangens die er leven bij migranten, bij hun

 families en bij alle andere mensen die met hen te maken hebben, op een rijtje zetten;

2. We gaan plannen maken voor de toekomst;

3. We gaan kijken naar wat we met ons allen tot nu toe bereikt hebben; en tenslotte:

4. We gaan kijken wat mensen individueel bereikt hebben. Wie voelt zich sterker en beter dan een jaar geleden?

Dat is een ambitieus programma, kan ik u wel vertellen. Maar voordat wij gaan beginnen, wil ik nog even een kanttekening plaatsen bij punt 1: de behoeften, wensen en verlangens die er leven bij migranten, bij hun families en bij anderen die met hen te maken hebben.

Zoals ik aan het begin van mijn rede al zei: bij wensen en verlangens denken veel mensen aan materiële zaken. Die gaan voornamelijk over hebben. Wij willen hier, vanavond, ook vooral de nadruk leggen op niet-materiële zaken, zoals gevoelens van geluk, een gevoel van tevredenheid, gezondheid, goede relaties. Die gaan veel meer over zijn en ervaren en over het innerlijk.

Beide, het materiële en het immateriële, hebben zonder twijfel met elkaar te maken. Wie geen dak boven het hoofd heeft, zal zich waarschijnlijk wat minder druk maken over goede relaties.

Maar hoe belangrijk de stoffelijke dingen ook zijn, het psychisch welzijn vormt een even essentieel deel van ons leven. Daar, zo blijkt uit mijn ervaring, ontbreekt nog weleens het een en ander aan bij de groep waarvoor wij ons inzetten.

Zeker voor mensen met een beperking is er a priori een spanning tussen afhankelijkheid en hulpbehoevendheid enerzijds, en zelfstandigheid en zelfbeschikking anderzijds. Ieder mens heeft het aangeboren verlangen in zich om gezien en erkend te worden, om zich te kunnen ontwikkelen en geliefd te worden om wie die mens is. Nabijheid ervaren, aangehaald worden, zich geliefd te weten, met respect behandeld worden, meetellen in het dagelijks leven, meetellen in de familie en de wereld buiten de eigen kring. Kunnen liefhebben en zich geliefd weten. Maar ook: zelf kunnen mee-beslissen over dingen die belangrijk zijn, een eigen stem hebben en gehoord worden.

Als iemand zelf weet te verwoorden wat hij of zij wil en nodig heeft, geeft dat kracht om dingen mogelijk te maken, ook voor de omgeving. Geeft dat hoop op verbetering van dingen die veranderd en verbeterd kunnen worden. Geeft dat voldoening bij resultaat. En geeft dat waardering, erkenning, respect,  tevredenheid en volwaardige interactie tussen mensen onderling. 

En daar willen wij dan ook vanavond extra aandacht aan besteden, met als leidraad: Het is waar, ik ben migrant en ik heb een beperking, maar hoe kan ik, ondanks die beperking, toch een gelukkig leven leiden? En hoe kunnen de mensen in de omgeving van die migranten daar een steentje aan bijdragen?

Daarom is de titel van het thema van deze avond ‘Wat wij willen’. Want als wij weten wat nu onze wensen en verlangens zijn, dan kunnen we plannen gaan maken voor de toekomst om deze te realiseren. Want de blik op de toekomst houden en op wat we wezenlijk verlangen en nodig hebben houdt de hoop levend. En dan kunnen we, aan de hand van de evaluatie van vorig jaar, kijken naar wat we bereikt hebben.

Tenslotte is het van wezenlijk belang dat we naar onszelf kijken en ons realiseren wat we zelf het afgelopen jaar hebben gedaan en hebben bereikt. Het is goed om je af te vragen hoe je je voelt vergeleken met het jaar ervóór: of je je beter of sterker voelt dan een jaar geleden. Als dat zo is, dan ben je op de goede weg. Maar als dat niet zo is, dan is het tijd om het roer om te gooien.

Wij, van stichting Onze Hoop, helpen daarbij. En deze avond biedt daar een eerste stap in.

Ik wens u allen een hoopvolle avond toe.

Evaluatie Voorlichtingen en themabijeenkomsten.

Er zijn heel veel bijeenkomsten geweest, o.a. over armoede, gezondheid, eenzaamheid, vaderschap, WMO. Volgens de aanwezigen waren de volgende bijeenkomsten in het bijzonder leerzaam of op een andere manier interessant:

Vaderschap

Bespreekbaar maken van homoseksualiteit

Ouders van homoseksuele kinderen

Mantelzorg

Ouderschap

Opvoeding

Remigratie

Tegen welke problemen lopen we aan?

Migranten hebben enorme achterstand.

Ouderenzorg is taboe.

Het hebben van een handicap is taboe.

Bij instanties/loketten wordt je niet geaccepteerd als buitenlander.

Migranten hebben geen notie van het bestaan van buurthuizen/stichtingen om hulp te zoeken

Ouders, die vroeger van de tolkendiensten van hun kinderen gebruik maakten weten niets en vereenzamen snel, wanneer de kinderen uit huis zijn.

In ziekenhuizen zijn tolken nodig.

Instanties kleineren migranten door net te doen alsof cliënt niet goed Nederlands kan praten.

Migranten hebben er behoefte aan dat iemand met hen meegaat naar instanties, ook al om zich tegen discriminatie te wapenen.

Welke thema’s willen we in de toekomst gaan aanpakken? Al dan niet in het kader van collectieve belangenbehartiging.

Ouderdom.

WMO-loket (bejegening)

Dementie

Omgaan met homoseksualiteit

Ouderschap

Mantelzorgcoach

Veranderende wetgeving

Discriminatie

Spreekuren

De spreekuren van st. Onze Hoop voldoen aan de verwachtingen, zijn zinvol en bereiken die mensen die moeilijk bij reguliere instanties terecht kunnen.

Vrijwilligers

Zijn in steeds grotere getale actief. Veel van hen zijn zelf cliënten of zijn dat geweest. Het vrijwilligerswerk geeft een goed gevoel. Mensen krijgen het gevoel mee te doen en mee te denken. Door mee te draaien in de organisatie hebben zij ook elementaire vaardigheden ontwikkeld en ervaring opgedaan.  Er zijn in het verleden trainingen geweest en men wil dat blijven doen. O.a.:

Assertiviteit

EHBO

Cognitieve Stimulatie

Organisatiemanagement.

Inleiding bij conferentie Onze Hoop, 20 oktober 2011


Dames en heren, van harte welkom op deze ontmoetingsbijeenkomst van Onze Hoop.

De groep migranten met een handicap of een chronische ziekte lijkt bijna wel een onzichtbare groep. Ze zijn er wel maar je ziet ze nauwelijks. Hoe komt dat eigenlijk?

Volgens onderzoekscijfers maken migranten geen of heel weinig gebruik van de voorzieningen voor gehandicapten en chronisch zieken. Wat is daarvan de oorzaak? En hoe kunnen wij elkaar helpen? 

Eén van de oorzaken van het onzichtbaar zijn van de migrant met een handicap dan wel chronische ziekte is het taboe dat hierop rust. In ieder geval bij migranten van Surinaamse, Turkse en Marokkaanse afkomst is het hebben van een chronische ziekte een teken van zwakte. Dit is historisch zo gegroeid. Laat me dat hierbij toelichten.

Zo’n veertig jaar geleden kwamen migranten – toen ‘gastarbeiders’ genoemd – naar West-Europese landen, waaronder Nederland, om hier te werken en na gedane arbeid weer terug te keren naar het thuisland. Dat was de gedachte.

De realiteit was die van hard werken, voor een schamel loon, dus soms meerdere banen naast elkaar om rond te kunnen komen en geld te sparen voor de familie in het thuisland die helemaal niets had, en wellicht voor later. Het was zwaar werk en vaak was het werk dat door de Nederlanders zelf niet meer geambieerd werd.

Het waren sterke, jonge mannen in de bloei van hun leven. Velen van hen hadden een scenario in hun hoofd van eerst een paar jaar hier werken, om dan vervolgens naar het thuisland terug te gaan. Nog steeds staat bij sommige migranten waar ik kom ergens bij de voordeur achter een schamel gordijntje een gepakte koffer klaar.

Inmiddels zijn die eerste migranten oud en hebben sommigen allerlei handicaps en chronische ziektes ontwikkeld. Maar omdat van oudsher het idee leefde van hard werken, is chronisch ziek en gehandicapt zijn een teken van zwakte. Daarom leeft zo iemand  een teruggetrokken leven en raakt geïsoleerd. Ook is hij de Nederlandse taal niet machtig en is analfabetisme eerder norm dan uitzondering onder leden van die generatie. Immers, door het harde werken was er geen tijd om de Nederlandse taal te leren.

Deze migrant, die deel uitmaakt van een grote groep uit diverse landen van herkomst, wordt gekenmerkt door een algemeen maatschappelijke desinteresse vanuit een gedesillusioneerd levensgevoel en het ontbreken van een toekomstperspectief. Teruggaan naar het land van herkomst zit er van beide kanten niet meer in, dus men leeft met de gedachte: dit was het dan, zo is het, hier blijf ik en hier sterf ik. Het vertrouwen in de overheid is laag en de eigen religieuze en culturele achtergrond speelt een grote rol.

Door dit alles kan deze migrant geen gebruik maken van de voorzieningen die er ook voor hem zijn.

De steeds groter wordende groep ouderen, gehandicapten en chronisch zieken vindt gewoon de weg niet naar de hulpgevende instanties.

Leven in isolement en het hebben van een handicap gaan vaak hand in hand. Als gehandicapte mens loop je een groter risico om in een isolement terecht te komen dan wanneer je gezond bent. Voor een leven in isolement gepaard gaande met gevoelens van schaamte en niet verwerkt leed,  kies je niet. Het gaat veelal om een onvrijwillige situatie waarin je terecht bent gekomen als na het wakker worden uit een nare droom die maar niet wil overgaan. En dat maakt de gevoelens van frustratie alleen maar nog erger.  Immers, je wilt geen handicap hebben en ook geen chronische ziekte. Het overkomt je, door geboorte, door een ongeluk of het is een gevolg van een ziekte.

Een ander woord voor isolement is afzondering, om met een oer-Nederlandse uitdrukking te spreken: achter de geraniums gaan zitten. (Deze uitdrukking heeft geraniums een wat negatieve bijklank gegeven, maar mijn ervaring is verder dat het mooie, gemakkelijke en rijkbloeiende planten zijn, dus zeker de moeite van het aanschaffen waard). Leven in afzondering is iets wat elke dag weer opnieuw een helse opgave blijkt te zijn voor veel mensen met een handicap, een chronische ziekte en ook voor hun familie.

De Wet Maatschappelijke Ondersteuning, de WMO, lijkt een geweldig goede vinding. Echter, de praktijk laat zien dat met de komst van de WMO het leven van een gehandicapte en chronisch zieke aanzienlijk zwaarder is geworden. Er is een oerwoud aan regels en het is heel onduidelijk waar je precies moet zijn voor welk soort hulp. De in Nederland geboren en getogen oudere, chronisch zieke en gehandicapte vindt al nauwelijks zijn weg, laat staan de veel minder mondige migrant van het eerste uur.

De oudere migranten hebben ooit toen ze hier kwamen meegeholpen aan de verdere opbouw van het land en nu ze oud zijn en vaak chronische ziektes hebben of gehandicapt zijn geraakt ondervinden ze niet alleen de lasten daarvan maar ook van hun positie in de maatschappij waarin ze niet volledig zijn ingeburgerd: ze zijn niet of onvoldoende geïntegreerd, kennen de weg niet, spreken de taal onvoldoende en hebben niet de mentaliteit van de jongere generaties van opkomen voor je rechten en overal op af stappen.

Ook ik ben ooit migrant geweest. Zelf kwam ik in eerste instantie niet direct naar Nederland om te werken. Nee, ik had de wereld rond gezworven uit avonturendrang. Uiteindelijk, na jaren rondgereisd te hebben, kwam ik in Nederland terecht. Ik ging werken en studeren. Ik had twee, soms drie banen tegelijkertijd en volgde een studie. Ik was op een gegeven moment zo moe dat ik, zodra ik ergens ging zitten, in slaap viel. Zo ook die bewuste dag van mijn ongeluk, in 1978. Ik stapte in de auto van een vriend die mij op mijn vrije dag kwam ophalen om een eindje te gaan toeren.

Ik ben al heel snel in slaap gevallen en kwam pas weer bij zinnen in het ziekenhuis. Ik denk soms weleens: wat zou er gebeurd zijn als ik niet in slaap zou zijn gevallen...

Maar dit is lang geleden, en sindsdien is er veel gebeurd. Ik moet heel eerlijk zeggen dat het voor mij ook nog steeds erg moeilijk is om dingen voor elkaar te krijgen waar ik als gehandicapte recht op heb!

Als migrant die redelijk mondig is en de taal vrij goed beheerst, is het een woud van regels waarin ik verdwaal. En ik ken veel gevallen van mensen die wel een jaar of twee moeten wachten op een nieuwe rolstoel terwijl ze creperen van de pijn omdat de oude stoel niet meer adequaat is.

En dat is maar één voorbeeld, maar zo zijn er talloze. Is het de aard van het systeem waarmee je te maken krijgt als je gehandicapt of chronisch ziek bent?

Vanmiddag ontmoeten we elkaar hier bij Onze Hoop. We gaan met elkaar praten over wat er nodig is voor de gehandicapte migrant als groep. Hoe kunnen we deze mensen beter bereiken en hoe kunnen we ze helpen.

In 2006 is comité Onze Hoop opgericht. Deze komt op voor de belangen van migranten met een handicap en een chronische ziekte en hun familie. Ze wil de integratie en emancipatie van deze groep bevorderen door de bewustwording van de eigen positie binnen de samenleving te vergroten en te helpen daarin de weg te vinden. Van begin af aan hebben wij de steun gekregen van Cliëntenbelang Amsterdam. Wij werken heel veel met ze samen om de doelgroep naar Cliëntenbelang en naar de zorginstellingen te krijgen.

Ook geeft Onze Hoop signalen naar buiten. Zo zijn wij van mening dat informatieoverdracht vooral mondeling dient te gebeuren. Dit heeft te maken met het analfabetisme binnen deze groep. Als er al schriftelijk gecommuniceerd gaat worden dan moet dat heel specifiek verspreid worden. In moskeeën en kerken, op markten, in buurthuizen en scholen, enzovoort. Een folder op het postkantoor leggen heeft weinig zin.

Verder dienen er mensen ingeschakeld te worden die het vertrouwen van de groep hebben. Wijsheid is hier geboden. Investering in intermenselijke contacten is het sleutelbegrip om te komen tot zelfredzaamheid en zelfstandig gebruik kunnen maken van de  voorzieningen die er zijn.

Onze droom is om in 2020 een stuk verder te zijn gekomen met de emancipatie van deze vergeten groep. We hebben dan een eigen inloophuis

bedoeld als multiculturele huiskamer waar lotgenotencontacten georganiseerd worden, waar mensen met een handicap of chronische ziekte en sympathisanten werken aan de empowerment en belangenbehartiging van de doelgroep. In dit multifunctionele inloophuis vinden ook de themabijeenkomsten en spreekuren plaats. 

Dank u voor uw aandacht en ik wens u een prettige en vruchtbare bijeenkomst.

9 december: opvoeding

Stichting Onze Hoop organiseert voor migranten met een handicap of chronische ziekte, ouderen en hun families: een thema avond 

 Thema: Opvoeding

De rol van de man en vrouw binnen het gezin

U bent van harte welkom bij deze bijeenkomst

Datum: 9 december 2011
Tijd: 19.30 – 21.30 uur
Locatie: Centrum Ruma Khami
Makassarplein 1, 1095 RP Amsterdam

Themabijeenkomst: Eigen verantwoordelijkheid -

‘Wat als je tussen wal en schip valt’ . 16 november 2011

Ondanks een wat lage opkomst (15 personen) is het toch een vruchtbare en geanimeerde bijeenkomst. Door verschillende sprekers wordt het begrip “eigen verantwoordelijkheid”, dat in feite door de overheid geherintroduceerd is, benaderd vanuit de eigen ervaring.

Er zijn vier sprekers deze middag: Ahmed El Mesri (Onze Hoop), Malene Duijst (Cliëntenbelang Amsterdam), Saskia Hubelmeijer (ervaringsdeskundige) en Anneke Bolle (cluster GGZ, Clientenbelang Amsterdam).

Ahmed heet de aanwezigen welkom en geeft zijn visie over eigen verantwoordelijkheid.

In de huidige uitlatingen vanuit de politiek zien we steeds vaker het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’ terugkomen. Uiteraard is dat nu heel actueel in de context van de hoognodige bezuinigingen.

Ik ben zelf heel erg vóór zelfredzaamheid en het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Maar daar moet wel aan toegevoegd worden: voor hen die dat ook kùnnen.

En dáár zit ‘m nou net nou de kneep. Want er is een groep die gewoon niet zelf in staat is om die zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid op zich te nemen. Dat is een bijna onzichtbare groep. Omdat deze mensen letterlijk en figuurlijk binnen blijven zitten met hun ellende. Hoe bereiken we die?

En wat doet de overheid daarmee?

De overheid praat niet over deze groep geïsoleerden. Over de mensen die afhankelijk zijn van de inzet van mantelzorgers die zwaar worden overbelast en steeds meer in de knel komen, ook in hun eigen leven. Ze praat niet over de groep ‘vergeten’ mensen die maar moeten zien hoe ze het redden, met hun handicap, met hun taalachterstand en hun sociaal isolement. Het lijkt een totaal vergeten groep, ook voor de overheid.

Dan hadden ze maar… zus of zo, is vaak het weerwoord. Maar wie zijn eigenlijk deze mensen die tot die ‘vergeten groep’ behoren? Ik heb het al vaak gezegd: veelal zijn dat mensen die in de jaren zeventig hier naar toe kwamen om te werken en daarmee het werk op te knappen dat de eigen bevolking niet meer wilde doen. En misschien konden zij op een dag dat werk niet meer doen. Omdat ze ziek werden of een ongeluk kregen, of omdat ze opgebrand waren. En hun eigen cultuur en hun eigen kijk op wat goed en niet goed is stond hen niet toe om te erkennen dat ze ziek waren en echt hulp van buiten nodig hadden. Dat werd als een taboe gezien. ‘Dat doe je niet.’

Dus werden ze zoveel mogelijk opgevangen door mantelzorgers uit de eigen kring, door familie en vrienden, mensen van ‘thuis’. Mensen die op hun beurt zelf ook vaak in isolement dreigen te raken met hun oververmoeidheid, hun zorgen en hun te grote belasting naast hun eigen gezin en werkkring.

En nu wordt er door de overheid eigenlijk niet naar deze groep omgekeken. Alsof er gezegd wordt: jullie zoeken het zelf maar uit. Het is jullie eigen verantwoordelijkheid. Dat woord klinkt prachtig en is voor veel mensen ook een daadwerkelijke aansporing om vooral zèlf te proberen dingen voor elkaar te krijgen. Maar er is dus een groep mensen, met name gehandicapte migranten en oudere migranten, die nu als het ware ‘buiten de boot’ dreigen te vallen. Tussen wal en schip dreigen terecht te komen.

Want de praktijk laat zien dat veel mensen de weg die nog wel open staat niet kennen en er weinig gebruik van maken. Ook de instanties die hen wel verder zouden kunnen helpen op weg naar een grotere zelfredzaamheid. Dus mensen moeten veel meer bewust worden gemaakt van de mogelijkheden die er nog wèl zijn.  Aan deze groep mensen willen wij vandaag extra aandacht besteden en proberen om samen tot aanbevelingen te komen aan reguliere instanties, aan de politiek en aan beleidsmakers die beslissingen moeten nemen.

Daarna neemt Malene Duijst het woord. Zij geeft haar persoonlijke visie die is gebaseerd op de kritiekpunten die de Centrale WMO adviesraad heeft opgesteld.

Eigen Verantwoordelijkheid of Eigen Schuld?

Eigen Verantwoordelijkheid is een populaire uitspraak geworden van onze overheid naar haar burgers. Vaak gaat dat samen met hun uitleg over waarom een nieuwe wet zo ontzettend goed is en waarvan iedereen eigenlijk weet dat de reden die er achter zit te maken heeft met geld. Het moet zuiniger.

Met de invoering van de WMO de Wet Maatschappelijke Ondersteuning is deze uitspraak ook heel populair geworden. Een Wet die bedoeld is voor mensen die ondersteuning nodig hebben om mee te kunnen doen in de samenleving. De wet heeft de plicht om mensen te compenseren.

In het Amsterdamse WMO Beleidsplan 2012-2016 staat de nieuwe zorgvisie:

“Eigen kracht en eigen verantwoordelijkheid”. Onze overheid gelooft in onze eigen kracht en verantwoordelijkheid. Prachtig, wij worden echt voor vol aangezien en krijgen de ruimte om de regie over ons eigen leven te voeren.

Tevens wordt er over “Preventie en Eigen Verantwoordelijkheid” gesproken. Burgers moeten zelf zoveel mogelijk voorkomen dat zij ziek worden en moeten daarom gezond leven en sporten. Alsof dat een garantie is om gezond te blijven. Nog even en onze gezondheid is een ‘keuze’ in plaats van iets wat je overkomt iets dat vooral inherent is aan het leven.

De zorgvisie is er wel maar goede voorwaarden, om mensen de kracht en regie te garanderen in onze samenleving, zijn er veel minder. Sterker nog die worden afgebroken. En die bezuinigingen raken ons allemaal want iedereen kan ziek worden of een ziek familielid krijgen waar je mantelzorger voor moet zijn.

Want je kunt gezonder leven door niet je roken maar wat doet onze overheid aan de luchtkwaliteit in onze stad? Je moet zelf zorgen voor je autistische kind maar wordt te moe zijn om nog naar je werk te gaan, hoe gezond is dat? Eerst in je eigen omgeving hulp zoeken bij mensen die het eigenlijk niet willen of kunnen? Laat je daar met een gerust hart je kind of familielid achter hoeveel stress geeft je dat? Je baan opzeggen voor mantelzorg en vervolgens niet meer met je geld uitkomen waardoor je enorm veel stress hebt, is dat gezond leven? En hoe worden deze mensen dan gecompenseerd vanuit de WMO om volwaardig te participeren? Laatst las ik dat er een lunchbijeenkomst was voor mantelzorgers maar er stond niet bij wie de mantelzorg ging overnemen, laat staan of dit een bezigheid is die mantelzorgers willen doen als zij even ‘vrij’ zijn. Een voorbeeld van zo’n leuke bedachte compensatie voor mensen die mantelzorger zijn.

Wij krijgen al met al juist minder regie en alleen maar verantwoordelijkheden omdat er minder hulp gaat komen, of (collectieve) hulp die niet bij ons past.

In de WMO-nota van Amsterdam staat dat “de noodzaak centraal moet staan, niemand heeft zonder meer recht op een voorziening”. Dat is een opmerkelijke uitspraak. De Wet Maatschappelijk Ondersteuning heeft wettelijk een compensatieplicht voor alle burgers met een beperking en de mantelzorgers en de jeugd. Nu staat er in hun notitie dat als de noodzaak niet wordt gezien, door iemand anders die dit beoordeeld, er geen voorziening zal komen. Waar blijft de aandacht voor eigen kracht van mensen? Of bestaat die kracht er alleen maar uit dat je zo min mogelijk hulp vraagt?

De focus op eigen verantwoordelijkheid heeft negatieve gevolgen bij complexe problematiek waar juist maatwerk noodzakelijk is. “De ‘eigen verantwoordelijkheid’ wordt in de afwegingen meegenomen voordat er een individuele voorziening wordt getroffen”. Ook dit is weer het tegenovergestelde van de compensatieplicht die de WMO heeft.

Als mensen echt worden gecompenseerd zodat zij volwaardig kunnen participeren betekend dat juist een individuele oplossing waar mensen in hun kracht komen te staan en niet steeds iets aan anderen hoeven te gaan vragen. Een heel eenvoudig voorbeeld is dat iemand in een rolstoel gebaat is bij een aangepaste omgeving, dan kun je alles zelf doen zonder steeds te vragen of iemand de deur voor je wil open houden en de hele dag dankbaar te zijn. Daar wordt je echt binnen een week al vreselijk moe van, laat staan als je daar je hele leven van afhankelijk bent.

Participeren betekend dat je zo zelfstandig mogelijk mee kunt doen in de samenleving op een manier die bij je past en bij de omstandigheden. Zo heeft een kind met autisme iets heel anders nodig dan de oudere migrant met een beperking. Daar kun je geen collectieve maatregelen op maken om ieder op een goede manier te compenseren. Wij hebben allemaal de belofte uit de WMO dat wij zullen worden gecompenseerd om volwaardig te kunnen participeren.

Het maakt eigenlijk niet uit wie je bent of waar je vandaan komt de compensatieplicht moet heel breed en flexibel zijn en ten dienste staan aan die gewenste preventie, eigen kracht en verantwoordelijkheid. Dat is voor de ene mensen ondersteuning in de eigen taal en voor de ander hulp in het huishouden.

Eigen verantwoordelijkheid is alleen haalbaar met goede voorwaarden zoals: weten hoe je aan informatie komt, de informatie zelf, mensen die je willen begrijpen en helpen, net zo lang tot het in orde is. Een overheid en instanties die uitgaan van vertrouwen en niet van wantrouwen. Goede ondersteuning die past: tegen een baby zeg je ook niet: neem nu je eigen regie. Die heeft ondersteuning nodig die past om goed te kunnen leven.

Eigen verantwoordelijkheid mag niet afhangen van je inkomen. Gezondheid is geen keuze. Veel mensen die langdurig ziek zijn of een beperking hebben zijn al veel extra geld kwijt als daarbij ook nog eigen bijdragen komen voor thuisondersteuning wordt het steeds moeilijker om hulp te krijgen.

De preventie van en de eigen verantwoordelijkheid kunnen alleen maar werkelijkheid worden als er voldoende en goed gekwalificeerde mensen werken in zorg en welzijn. Als mensen ook individueel worden ondersteund als dat nodig is. Als mantelzorgers worden gecompenseerd door hulpverleners en/of vrijwilligers die ervoor kiezen om te helpen.

Eigen verantwoordelijkheid kan alleen maar als de mensen echt centraal staan en hun hulpvraag serieus wordt genomen.

De methode De Kanteling geeft hier handvatten voor. Er moet minstens goede informatievoorziening zijn die iedereen bereikt, deskundigheid van ambtenaren, een cultuuromslag, (ICF) International Classification of Functioning, actieve betrokkenheid van cliënten en belangenbehartigers om een volledige invulling van de compensatieplicht te krijgen.

De realiteit is nu dat er een groot risico is voor veel mensen om tussen de wal en het schip te vallen. Daar maken wij ons terecht zorgen over.

De opgelegde eigen verantwoordelijkheid heeft weinig te maken met menselijkheid en zorgen voor elkaar. De meeste mensen doen dat, zeker als zij onverwacht mantelzorger worden of een kind hebben met een beperking.

Het gaat hier over de gelijke rechten van mensen. Hebben alle kinderen geen recht om kind te zijn? Waarom zijn er dan zoveel jonge mantelzorgers?

Hebben alle mensen met een relatie geen recht om een gelijkwaardige relatie met elkaar te hebben? Waarom moet je als je ziek wordt of een beperking hebt dan eerst daar verregaande hulpverlening vragen?

Hebben alle mensen geen recht op goede informatie over hun ziekte of beperking? Waarom is die er dan niet, passend voor iedereen?

Wat doet de overheid aan Preventie van de Eigen Verantwoordelijkheid? Gaan zij actief op zoek naar de mensen die niet in staat zijn om de informatie te vinden? Past de overheid de informatie aan? Niet alle mensen zijn handig in het lezen van folders, een film maken is bijvoorbeeld veel handiger.

De burgers willen graag eigen verantwoordelijkheid en regie over hun leven maar daar hebben zij heel veel andere mensen, organisaties en een overheid bij nodig die met aansluitende voorwaarden komen die er werkelijk op gericht zijn om mensen daarmee te helpen als dat voor hen nodig is.

Dat wordt heel erg moeilijk met alle bezuinigingen die zijn doorgevoerd en het staat vrijwel vast dat er veel meer volwassenen maar ook kinderen tussen de wal en het schip zullen raken. Het is daarom noodzakelijk dat burgers als vrijwilliger worden betrokken bij hun buurt t.b.v. de sociale cohesie en zorg voor elkaar om te proberen de samenleving enigszins leefbaar te houden met de schaarse middelen die wij hebben. Onbekend maakt onbemind en de ontmoeting met elkaar is de belangrijkste grondlegger om mensen aan elkaar te verbinden en iets voor elkaar te doen. Helaas wordt dit idee de burgers opgelegd van bovenaf door de overheid maar het heeft alleen kans van slagen als dit van onderop wordt vormgegeven.

Alleen in goede samenwerking met de burgers kunnen plannen hiervoor tot stand komen.

Alle burgers, met en zonder beperking moeten serieus genomen worden en de mogelijkheid hebben om hoe dan ook werkelijk de regie te krijgen om te participeren in oplossingen die er toe doen. De samenleving is van ons allemaal en in iedere buurt zijn mensen die zich daar actief voor in willen zetten. Maar wel onder de juiste voorwaarden. Initiatieven die van bovenaf worden opgelegd zullen niet succesvol zijn en dan haken uiteindelijk de vrijwilligers af.

In deze tijd is het meer dan ooit noodzakelijk om de handen ineen te slaan omdat wij niet anders kunnen. Wij wonen met elkaar in een buurt in een gemeente waar de problemen zich zullen gaan opstapelen en wij moeten roeien met de riemen die wij hebben. Ondanks een doemscenario is het belangrijk om de moed niet op te geven en ons als burgers hard te maken voor de kwetsbare mensen die tussen de wal en schip gaan vallen.

De welzijnsorganisaties en overheid moeten een inhaalslag maken om vraaggericht te werken, een duidelijke visie te hebben die los staat van de bezuinigingen die is gefundeerd op inbreng van burgers die ervaring hebben en vanuit de praktijk kunnen aangeven wat nodig is en wat niet.

Anneke Bolle (cluster GGZ, Clientenbelang Amsterdam) voelt zich niet alleen kwaad, maar ook beledigd door het betuttelend beleid. Er wordt veel gezegd, maar weinig naar de mensen geluisterd. Filosoferend over het begrip ‘eigen verantwoordelijkheid’: niemand kan 100% onafhankelijk zijn! Soms hangt het ook van het toeval af in welke situatie je terecht komt. En de bezuinigingen treffen de mensen ook op cultureel gebied. Dat is nogal wat, dat heeft ook te maken met het leggen van contacten en communicatie. Ten slotte legt Anneke uit waar zij naar op zoek is: medestanders vinden in de strijd tegen dit beleid. Bundeling van zelforganisaties om een vuist te kunnen maken.

Ook Saskia Hubelmeijer toonde haar verontwaardiging over de beleidsmaatregelen. Zij kan het begrip eigen verantwoordelijkheid moeilijk nog over de lippen krijgen en ziet er ook de hand van Mark Rutte en de VVD in.

Na deze inleidingen volgde een discussie, waarna een aantal aanbevelingen werden aangenomen. In de discussie kwam vooral naar voren dat oudere migranten veel te maken hebben met eenzaamheid. Meer dan 80% leeft alleen en praten over de eigen problemen is taboe. Vrijwilligerswerk geeft mensen de kansen zichzelf weer te gaan waarderen, eigenwaarde bevestigd te zien.

Aanbevelingen

  • Vrijwilligerswerk voor migranten met een beperking is vaak moeilijk te krijgen. Om uit hun isolement te komen is het juist heel erg belangrijk om wel vrijwilligerswerk te hebben, organisaties staan daar heel vaak niet voor open.
  • De moeilijk bereikbare mensen onder de migranten en vluchtelingen vragen niet vanzelfsprekend om hulp terwijl dat hard nodig is. Soms heel specialistische hulp omdat zij trauma’s hebben vanuit hun moederland. Soms zijn hele gezinnen geïsoleerd. – Anneke Bolle spreekt af met Malène Duijst en Ahmed El Mesri om dit onder de aandacht te brengen bij de Regenbooggroep.
  • Mantelzorg wordt vaak genoemd door de overheid. Maar de groep waar het om draait wordt veelal niet bereikt, omdat de groep niet in beeld is. De activiteiten die worden aangeboden zijn niet passend op wat de mantelzorger nodig heeft.
Het geld voor ondersteuning van Mantelzorgers gaat zo naar projecten waarbij de doelgroep die geïsoleerd is niet wordt bereikt en niet aan hun vragen wordt voldaan.

  • De oudere migranten, de mensen die hier in de jaren 1970 naar toe zijn gekomen is een groep die niet gewend is om hun problemen en ziekten onder de aandacht te brengen. Bij deze zogenaamde ‘oudere migranten’ is veel meer dan bij andere ouderen sprake van beperkingen, ziekte en een hulpvraag.
  • Het is nodig dat de huizen/instellingen voor ouderen meer cultuursensitief zijn. Oudere migranten willen soms samen met andere mensen uit hun moederland de oude dag doorbrengen. Zij blijven vaak tot op hoge leeftijd thuis omdat de tehuizen voor hen niet aantrekkelijk zijn en er geen ruimte is voor hun gebruiken. De 75 + migranten willen best naar een verzorgingstehuis als zij zich daar meer thuis zouden voelen, als er rekening met hun eetgewoonten wordt gehouden en indien zij contact kunnen leggen met de mensen die er wonen en werken. Je voelt je meer welkom als je je herkent in de anderen en ook de medewerkers.
  • Door de hoge parkeerkosten lopen eenzame mensen met een beperking bezoek mis van vrijwilligers. Geld is vaak een probleem. In Den Haag hebben burgers een bezoekerspas waarop zij hun bezoek gratis kunnen laten parkeren. Waarom kan dat niet in Amsterdam? In ieder geval voor de mensen die een beperking hebben en voor hun sociale contacten afhankelijk zijn van bezoek dat bij hen komt?
ZIE MIJ NOU!

Een ontmoeting en een confrontatie

Conferentie over migranten met een handicap, de zorgsector en politiek beleid.

Afkortingen;
MMH = migranten met een handicap of chronische ziekte en hun families 
De foto’s zijn ook te zien op:https://picasaweb.google.com/104470281001023806456/MiniconferentieOverMigrantenMetEenHandicapDeZorgsectorEnPolitiekBeleid?locked=true&feat=email#
Gespreksleiders van de workshops:   

·         Rahma El Hannoufi, dagvoorzitter en gespreksleider van Workshop 1 over de cultuurspecifieke aanpak van migranten met een handicap of chronische ziekte en hun familie (afgekort MMH);

·         Prof.dr. Arnoud Verhoeff, van de GGD, volksgezondheidsbeleid en één van beide gespreksleiders van Workshop 2 over de match tussen de MMH’s en het beleid; samen met:

·         Ali El Mouamin, van de Diest Wonen, Zorg en Samenleving;

·         Tineke Stricker, bestuurslid Cliëntenbelang Amsterdam en gespreksleider van Workshop 3 over de match tussen de behoeftes van MMH’s en de kwaliteit van zorg.   

Op deze conferentie waren Onze Hoop en Assadaaka ruim vertegenwoordigd: Jan Grijpma, Saskia Hubelmeijer, Greet Aernoudts, Arthur Vreede, Henk Linde, Gemia Oemer, Jacyntha Leurs, Marionella Ostiana, Abdel El Mesri, Habiba Bouanan, Lies Bierenbroodspot en Ahmed El Mesri.    

De conferentie, die goed werd bezocht (zo’n 50 à 60 deelnemers), werd geopend door Rahma El

Hannoufi met een woord van welkom aan iedereen en een korte samenvatting van het doel van deze conferentie, nl. een antwoord zien te krijgen op de vraag:

Wat is er voor nodig om migranten met een handicap of een chronische ziekte (MMH’s) naar de juiste instellingen te krijgen en om ze gebruik te laten maken van de juiste zorg – dit naar twee kanten, dus zowel vanuit de zorgvrager als vanuit de organisaties.

Daarna gaf ze een korte beschrijving van de 3 aangeboden workshops waarvoor bij binnenkomst kon worden ingetekend.   

Hierna gaf ze het woord aan Ahmed El Mesri, voorzitter stichting Onze Hoop.

(De tekst van deze lezing is apart te lezen.)

De kern van zijn verhaal was dat de vaak niet of onvoldoende gebruikmaking door vooral oudere MMH’s van bestaande regelingen en toegang tot middelen van zorg, kan worden gezien tegen het licht van hun geschiedenis als ‘gastarbeider’ in Nederland tot uiteindelijk niet geïntegreerd lid van de Nederlandse samenleving. Als voorbeeld gaf hij ook een blik in zijn eigen voorgeschiedenis: van jonge, sterke man met meerdere banen en een studie, tot gehandicapte die soms zelfs nu nog, ondanks zijn volledige integratie en goede beheersing van de Nederlandse taal, vastloopt in het woud van regelingen in de zorg.

Vanuit zijn ervaring met deze groep waartoe hij in beginsel zelf behoort komt hij in ieder geval tot de aanbeveling om informatieoverdracht vooral niet schriftelijk maar mondeling te doen; om vertrouwenspersonen in te zetten; en om te investeren in intermenselijke contacten die met inzet van eigen ervaringsdeskundigheid anderen kunnen helpen om te komen tot zelfredzaamheid en zelfstandig gebruik van de voorzieningen die beschikbaar zijn.    

Na deze voorzet werden de deelnemers verwezen naar de diverse ruimtes voor de drie workshops.

Ik zelf was bij de Workshop van Rahma, geïnteresseerd in haar onderwerp ‘de cultuurspecifieke aanpak’.

Aan deze workshop deden meerdere medewerkers van Onze Hoop mee en ik zag veel bekende gezichten van eerdere ontmoetingen bij Onze Hoop. Ook waren er opmerkelijk veel vertegenwoordigers en belangstellenden van diverse organisaties, waaronder ook zorginstellingen. Dit bleek bij het voorstelrondje. Ik telde in totaal ongeveer 20 deelnemers aan deze workshop.   

Rahma vatte nog even kort samen waar het in deze workshop om ging: Hoe kunnen we zorgen dat de doelgroep beter bereikt wordt en dat de zorginstellingen beter bezocht worden?

Daarbij moet gekeken worden naar de migranten zelf: Wat zijn daar de wensen en behoeften? Hoe kun je zorgen dat je gehoord wordt? Wat maakt het anders dat je een andere culturele achtergrond hebt? Wat is het verschil in aanpak en behoefte?

En wat betreft de zorginstellingen: Hoe krijgen ze de doelgroep binnen? Hoe kunnen ze aansluiten bij de doelgroep? En wat zijn de knelpunten hierbij?

Als binnenkomer loste zij een eerste schot om op te reageren: Bij de doelgroep is een gebrek aan bewustwording van behoefte en noodzaak aan zorg. De tendens binnen de doelgroep is om het zelf op te lossen in eigen kring, d.m.v. mantelzorg dus. Hoe komt dit?  

-               Hier wordt op gereageerd met de opmerking dat er cultuurschaamte is. Daarnaast de

taalbarrière. De cultuur van ‘ze gaan over je roddelen’ als je het niet zelf aanpakt. Dat

levert schaamte op.

-              De reactie hierop: Het is niet alleen de taal. Het is meer: Als je er niet mee te maken krijgt wéét je het gewoon niet. Onbekendheid dus met waar je recht op hebt.

-              Iemand reageert: Recht bestaat niet meer; de WMO geeft een compensatiebeginsel voor de meest adequate en het goedkoopste middel wat beschikbaar is. Dat is het, meer niet.

-               Een ander merkt op: Vanuit je opvoeding krijg je van oudsher het concept van mantelzorg mee. Ook autochtonen wel. Maar bij latere generaties worden mantelzorgers overbelast.

-              Rahma vraagt hoe dat toch komt?

-              Omdat er veel onwetendheid is en gebrek aan kennis. Voor financiële zaken wordt wel eerder hulp gevraagd maar voor overige zaken niet.

-              Rahma zegt: Maar toch hoor ik ook steeds ‘schuld’ en ‘schaamte’. Te weinig bewustwording.

-              Iemand vraagt: Is dat niet universeel, dat je je schaamt? Je ziet dat ook bij oorspronkelijke Nederlanders.

-              Iemand reageert hierop: Allochtonen sluiten zich vaak niet aan bij lotgenotengroepen b.v. omdat die niet aansluiten bij hun behoeftes, en vaak door praktische zaken – b.v. geen kinderopvang tijdens de bijeenkomsten.

-               Iemand vraagt: Hoe ziet de schaamte van autochtonen er dan uit, want die zie ik niet. 

-               En een ander: Is het niet van alle culturen? Want het is ook een heel persoonlijk, heel ingrijpend proces om mee te maken als je familielid b.v. aan alzheimer gaat lijden.

-              Abdel merkt op dat er een groot stigma is van dat je niet meedoet.

-               Een ander zegt: Ja, dat herken ik. Er is een veel groter stigma: Hoe zien anderen mij? dat is heel belangrijk voor die mensen.

-              Weer een ander merkt op: Ouderen doen gauwer een beroep op de eigen kinderen. En taal is ook een cultuurspecifieke barrière. En geloof: bij het ouder worden wordt juist de behoefte daaraan steeds groter, om die aspecten te laten meespreken. Dat geeft houvast.

-              De dynamiek vanuit de eigen gemeenschap is ook erg van invloed. En die gemeenschap is doorgaans bij allochtonen ook groter dan bij autochtonen (grotere families).

-              Iemand vertelt uit eigen ervaring over haar werk met Oudindische mensen. Ze zit in een rolstoel en toen ze in Indonesië was werd ze op afstand gehouden omdat ze gezien werd als het kwaad. Ze zegt: Dit zie ik ook bij de Surinaamse gemeenschap. Dan trek je je conclusies: je praat er niet meer over. Bij ‘De Brug’ waar ik werk zie ik Marokkaanse en Turkse mensen die het haast niet meer aan kunnen.

-              Rahma zegt: Toch is er dus een stukje bewustwording nodig om verder te kunnen komen. Ze noemt opnieuw schaamte. Ze noemt de 2e generatie: zij zijn eigenlijk het probleem.

-              Malène van Cliëntenbelang brengt een ander aspect in: de lagere sociale klasse. Voor hen is het moeilijker door onwetendheid en ontkenning van het werkelijke probleem. Daarom sluiten die mensen ook niet aan bij hulpmiddelen en zo raken (in dit geval) lichtelijk verstandelijk gehandicapte kinderen steeds meer achter. Omdat het probleem niet onderkend wordt door de ouders zelf.

-              Iemand vraagt aan Rahma om een uitleg waarom de 2e generatie het probleem zou zijn? Ze zegt: bij hen is het plichtsgevoel héél sterk, het zijn de mantelzorgers van de ouderen. De sociale controle op die generatie is heel sterk: je ouders naar een bejaardencentrum sturen… dat dóé je gewoon niet!, dan stop je ze weg. Dus dat is het taboe: schuld, schaamte, want plichtsbesef staat voorop.

-              Iemand merkt op dat bij ‘witte’ Nederlanders ook dit soort verschijnselen spelen. Maar die groep is kleiner.

-              Iemand merkt ook nog op dat het begrip diversiteit breder is: komt iemand uit de stad of van het platteland, welk geloof, welke sociale klasse – dat zijn allemaal factoren die meespelen.  

Na het benoemen van de mogelijke oorzaken werpt Rahma nu de vraag op wat er zou moeten gebeuren om hier iets aan te veranderen? Hoe maken we het concreet om meer ondersteunend te zijn?  

-                      Malène zegt: Het goede voorbeeld zijn. Zoals Ahmed zelf b.v. Waarin mensen zichzelf kunnen herkennen.

-                      Iemand anders merkt op: De vraag bespreekbaar maken waar ze bang voor zijn. De vraag hoe dan ook stellen.

-                      Lies: In ieder geval zou je het onderwerp veel breder bespreekbaar moeten maken. Binnen allerlei migranten- en andere organisaties, zorginstellingen e.d. Desnoods in de krant of op de radio. Nog veel meer en breder dit thema aan bod laten komen.

-                      Arthur: Lotgenotencontacten, mensen die meegaan naar instanties. Mondigheidstrainingen.

-                      Iemand merkt op: Ik denk dat die schaamte eigenlijk nauwelijks nog bestaat. De Thuiszorgaanvragen nemen b.v. erg toe.

-                      Rahma: Ja, maar dat gaat over binnen, thuis. We moeten juist kijken naar waar de beweging naar buiten stagneert.     

-                      Iemand vertelt dat ze bij kinderwoonvoorziening is betrokken bij OTS (onder toezichtstelling), voogdij e.d. Zij pleit voor Open Dagen, themabijeenkomsten. 

-                      Iemand anders noemt: ervaringsdeskundigen inzetten.

-                      En een ander noemt het feit dat steeds meer migranten werkzaam zijn in allerlei instellingen ook werkt als een voorbeeld.

-                      Henk merkt op dat ‘cultuurspecifiek’ zo’n groot begrip is. De arbeidsmarkt is ook een geschikte plek, die heeft een grote invloed.

-                      Iemand merkt op: Dat er naar scholen wordt gegaan, dat er wordt gepraat met opvoedingsondersteuners, dat er lotgenotencontact is/komt.

-                      Weer iemand anders zegt: Je moet bezig zijn met de vraag: Hoe breng je het bij de mensen? In laagdrempelige informatievoorziening.

-                      Iemand geeft nog een ander aspect aan, nl. het beeld van verwaarlozing in ouderencentra, dat werkt averechts. Waar mensen te lang aan hun lot worden overgelaten of niet goed, niet hygiënisch, worden verzorgd. Dan doen mensen het liever zelf.

-                      Greet zegt: Dat geldt ook voor autochtonen.

-                      Er wordt op gereageerd met: Ja, maar die nemen hun ouders dan niet mee terug naar huis, allochtonen wel.

-                      Malène pleit voor empathisch blijven en de eigen problemen erkennen in de zorg.

-                      Iemand merkt op dat Turken en Marokkanen in tehuizen graag bij elkaar willen blijven zitten, als groep, maar dat dat in de praktijk niet altijd werkt. 

-                      Een ander merkt op dat kennis van de taal en van de cultuur binnen de instellingen ook erg belangrijk is.

-                      Daar wordt op gereageerd met dat de taalbarrière te hoog is.

-                      Iemand van de ‘pareltrainingen’ merkt op dat er in Zuidoost een speciaal Surinaams verzorgingstehuis is en dat dat heel goed werkt.

-                      Rahma zegt dat dat op kleinere schaal ook wel gebeurt en goed gaat, maar waarom lukt dan bij grote zorginstellingen de aansluiting moeilijk?

-                      Iemand komt met een voorbeeld van dat binnen een huidige instelling ze de familie laten meehelpen (zelf laten koken e.d.) en zo inspelen op de behoeftes van de bewoners. Waarbij nadrukkelijk de echte zorgtaken wel bij het personeel blijven.

-                      Er wordt ook gezegd: We zitten op de wip van vraag en aanbod. Er zit ook een kosten-/batenverhaal aan vast.

-                      Een van de laatste opmerkingen is: We moeten elkaars krachten gebruiken. Het is ook een financieel verhaal. Het is wel mogelijk om cultureel sensitief te zijn. Maar veel organisaties zijn te log. Kleinere instellingen maken het makkelijker.    

Hiermee werd de workshop afgesloten, was er mogelijkheid om even op adem te komen met thee en koffie voordat de plenaire nabespreking kwam, waarin de belangrijkste conclusies uit de verschillende workshops werden ingebracht en de eindconclusies werden uitgesproken.   

De ingebrachte conclusies en aanbevelingen   

De conclusies uit Workshop 2 (MMH’s en beleid) van Ali en Arnoud waren:

Ten aanzien van het eerste onderwerp, Bejegening werd er gevraagd naar ervaringen en de specifieke knelpunten.   

Er zijn twee aanbevelingen gedaan:                  

1.         Toerusting & training van loketmedewerkers, dus: Deskundigheidsbevordering

Bij behandeling van dit thema kwam naar voren dat een aantal deelnemers vindt dat de bejegening door loketadviseurs (bij de Loketten Zorg en Samenleven) verbeterd kan worden. Het is echter niet altijd duidelijk waar het bij de bejegening gaat om specifieke knelpunten voor migranten. Conclusie bij dit thema is om bij de deskundigheidsbevordering van loketmedewerkers, na te gaan of er voldoende aandacht is voor de specifieke behoeften van migranten.   

2.         Betrek zorg- en welzijnsaanbieders. Ook migrantenorganisaties.  

Uit de workshop is naar voren gekomen dat het belangrijk is om de samenwerking te zoeken met zorg- en welzijnsaanbieders en migrantenorganisaties. Door alle partijen te betrekken en de aanwezige expertise te benutten kan er veel meer bereikt worden.   

Ten aanzien van het tweede onderwerp, Toegankelijkheid, was de conclusie:                       

De toegang moet vooral laagdrempelig blijven, in alle opzichten.   

De toegankelijkheid van voorzieningen is niet altijd laagdrempelig. Uit de workshop is duidelijk naar voren gekomen dat er geen wens is voor ander beleid of voorzieningen voor migranten, maar dat de voorzieningen en het huidige beleid, ook toegankelijk en laagdrempelig moet zijn voor migranten.  Blijven investeren in de laagdrempeligheid van het aanbod, voor alle Amsterdammers is belangrijk. 

Hierna kwam Tineke Stricker aan het woord van Workshop 3 (MMH’s en kwaliteit van zorg):

Met name de onbekendheid is een punt om aandacht op te richten. Migranten halen veel informatie in hun netwerk, maar daar is de informatie niet altijd compleet, dus:  

·         Richt je op professionalisering van sleutelfiguren in het netwerk. Maak ze bekend met de sociale kaart van de zorg in Amsterdam. Verbind daar eventueel een “keurmerk” of “kennispasje” aan.

·         Bij huisbezoeken: let op of ieder op de juiste plek terecht komt. Dit vraagt om voorlichting en scholing van intermediairs. 

En als laatste deed Rahma verslag van de workshop ‘cultuurspecifieke aanpak’. Zij noemde als knelpunten die hierbij ’t meest prominent naar voren waren gekomen:

·         Taal

·         Schaamte / schuld / taboe

·         Sociale controle

·         Geloof.

Als aanbevelingen waren uit deze workshop naar voren gekomen: 

·         Gebruik maken van ervaringsdeskundigen.

·         Onderwerp op agenda’s zetten.

·         Lotgenotencontacten.

·         Vraag en aanbod bij elkaar brengen. 

Als inleiding op de slotconclusie van deze conferentie werd Ahmed gevraagd zijn visie te geven op de inhoud van deze conferentie en wat daarin naar voren is gekomen.

Ahmed: Dit was nog maar een fractie van wat wij tegenkomen op de werkvloer. De workshop was eigenlijk veel te kort. Dit was het begin voor een doorbraak: naar beleidsmakers en politici, maar vooral naar de doelgroep zelf toe. Bewustwording, mensen erbij betrekken. Dat is ook de doelstelling van Onze Hoop: om de hand te reiken en om de bewustwording op gang te brengen.

Vanuit de overheid: al die regels en regelingen en van het kastje naar de muur gestuurd worden – dit werkt om mensen juist ziek te houden! En dit kost heel véél geld!

Rahma stelt aan Ahmed de vraag: Wat zouden we zelf kunnen doen vanuit Onze Hoop?

Ahmed: De reguliere instellingen moeten geschoolde mensen in huis hebben en laagdrempelig zijn. Samenwerking met andere organisaties. Dat kan nog méér: zoveel migrantenorganisaties zijn bezig met welzijn maar blijven daarin hangen en gaan niet verder omdat ‘zorg’ een taboe is.

Rahma: Dus: méér op de agenda zetten!

Iemand stelt de vraag hoe het zal gaan met de komende bezuinigingen?

Ahmed reageert met op te merken dat juist de bezuinigingen ons ‘uit de kast’ hebben gekregen. Zelfredzaamheid is van levensbelang! vervolgt hij. Nú iets doen, anders wordt het steeds erger!

Tineke roept op: Meedoen aan onderzoek hoe zorg wordt ervaren: daar hebben ze ook enorme behoefte juist aan input van migranten!

Ali merkt op: Vanuit preventief oogpunt wordt er veel aandacht besteed aan dementie. De overheid is maar 1 speler in het hele verhaal. Er moet een goede samenwerking zijn tussen overheid en migrantenorganisaties.

Iemand merkt op dat de Stadsmobiel gaat verdwijnen en wordt overgenomen door Connnexion: Daar maak ik me grote zorgen over, zegt ze.

Rahma vraagt haar: Wat zou een alternatief kunnen zijn?

Uiteindelijk blijft haar antwoord: Het lijkt om geld te draaien. Het moet gewoon zo blijven!!! (Gelach.)

Anneke Bolle: ‘Doelgroep moeilijk te bereiken’? Ja, dat is ook zo. Hoe bereiken we ze? Voortgaande samenwerking. De mensen die nu hier zijn: die willen we ook bij Cliëntenbelang zien!

Iemand anders zegt: Wij doen onderzoek, kijken naar of de zorg ook wel terechtkomt bij hen die het nodig hebben. En daar komt uit naar voren: de mensen waar het óók voor is, de migranten, doen niet mee aan dat onderzoek. Wij willen die er juist graag bij hebben. Hoe komt dat tot stand? 

Ali zegt: Er is een Basispakket Mantelzorg. We willen niet dat mantelzorgers overbelast worden. Dus dat pakket is er juist om die mensen te ondersteunen. Is niet nieuw, maar blijft vragen om aanpassing en verbetering.

Arnoud merkt op: Steunpunt Mantelzorg: hier komen alleen autochtonen op af.

Rahma: Dus het werkt niet genoeg. Hoe kunnen we het meer toegankelijk maken voor allochtonen?

Iemand merkt op: De mantelzorgers zouden ergens ingeschreven moeten zijn en zo betrokken raken bij dingen als coaching, op adem kunnen komen e.d. – de gemeente er meer bij betrekken

Ja, reageert iemand, lotgenotengroepen. Voorlichting door ervaringsdeskundigen e.d. 

Habiba zegt: Duurzame samenwerking in professionele hulpverlening.

Iemand zegt: Bij Cliëntenbelang is een Platform Mantelzorg: Meld je daar aan! voor de broodnodige kruisbestuiving.

Rahma: Als ik iemand niet kan bereiken doe ik iets fout. Dus blijkbaar doen de instellingen onvoldoende om migranten binnen te halen en te behouden.

Arnoud: Bij onderwerpen als homoseksualiteit en SOA’s binnen de GGD komen er ook migranten binnen. We kunnen dan ook andere onderwerpen aan bod laten komen.

Tineke zegt: Cliëntenbelang heeft ook moeite om migranten te bereiken. De intentie is er, maar het kan nog veel beter.

Iemand maakt melding van radiozenders die speciaal voor allochtonen radio-uitzendingen verzorgen. Daar zou je dit onderwerp ook kunnen brengen. 

Het laatste woord is aan Ahmed: De migranten willen graag. Wij willen graag participeren. Het gaat om de doelgroep, niet om Onze Hoop, want die krijgt de boodschap wel aan de man. Vraag de doelgroep zèlf om binnen te komen, ik heb m’n handen vol. De instellingen moeten ook de aansluiting gaan vinden. Die aansluiting kost tijd en veel moeite. Je moet dóórzetten. Ik heb in meer dan 30 jaar veel opgebouwd. Maar dat gaat niet vanzelf. 

Afgesloten wordt met een dankwoord aan alle aanwezigen en aan de gespreksleiders van deze conferentie. 


Bijeenkomst 'Vrijwilligerswerk en het creëren van binding, in het bijzonder voor migranten met een handicap'.

Datum: 8 december 2012, tijd: 14.00-17.00 uur,

Plaats: Gerardus Majellakerk, Lombokstraat

Aanwezigen: 45

De stichting Onze Hoop van , voor en door migranten met een handicap of chronische ziekte en hun families  die zich speciaal inzet voor migranten met een handicap, deze bijeenkomst georganiseerd om nader te onderzoeken of het ook mogelijk is om als migrant met een handicap vrijwilligerswerk te doen. Waarom zetten beide organisaties zich hiervoor in? De voorzitter van stichting Onze Hoop, Ahmed El Mesri, werkt al jaren – Onze Hoop bestaat inmiddels 7 jaar – met vrijwilligers van zowel Nederlandse als niet-Nederlandse afkomst en hij ziet dat het heel belangrijk is om, als iemand gepensioneerd is of geen betaald werk (meer) heeft, in ieder geval bezig te blijven, om deel te blijven nemen aan de maatschappij, omdat zeker voor mensen met een handicap het gevaar van vereenzaming en alleen thuis te blijven, misschien, in het beste geval, nog omringd door mantelzorgers, maar geen enkel deel meer hebben aan de maatschappij.

Dit gevaar is voor de bewoner met een migrantenachtergrond nog extra groot. Vaak heeft men dan al een gering sociaal leven – vaak alleen maar familie zoals kinderen, maar die hebben vaak een eigen leven en zijn in Nederland opgegroeid, hebben vaak werk en een sociaal leven en zitten niet te wachten om hun ouders nog de zorg te geven die ze nodig hebben. Het is één van de problemen waar migranten mee kampen en waar Ahmed al regelmatig aandacht aan gegeven heeft en voor gevraagd heeft.

Op deze bijeenkomst zijn mensen bijeengekomen die óf zelf vrijwilligerswerk doen of op andere wijze met vrijwilligers te maken hebben. Er is onder andere iemand van de Vrijwilligerscentrale (Amsterdam) bij en iemand van Osiragroep, de zorggroep van Amsterdam die zich richt op wonen, zorg en welzijn voor ouderen, (chronisch) zieke mensen en mensen met een beperking.

Een vrijwilligster die al jaren bij stichting Onze Hoop werkt, vertelt haar verhaal; zij zit in een rolstoel en zij weet hoe het is om met een beperking te moeten leven. Eerst begon zij als activiste tegen seksueel misbruik van vrouwen, met andere vrouwen richtte zij een vrouwenbelnetwerk op, 'Vrouwen bellen vrouwen' waarvan na een aantal jaren de subsidie ingetrokken werd en die toen opgeheven is. Ze wijst op de voordelen van subsidie – die, begrijpelijk, eruit bestaan dat je meer dingen kunt doen dan wanneer je geen subsidie hebt –, maar ze wijst er ook op dat subsidie je afhankelijk maakt van de subsidiegever. Sedert ze voor vrijwilligersorganisaties werkt, merkt zij dat er een zekere gelijkwaardigheid te vinden is; er zijn geen mensen die meer verdienen dan anderen, iedereen wordt gewaardeerd om wie hij/zij is en om het werk dat zij verrichten, vaak heerst er een leuke sfeer – wat niet wil zeggen dat er niet gewerkt en vaak ook hard gewerkt wordt – maar het is sedert het voortschrijden van haar ziekte wel steeds moeilijker geworden.

De medewerkster van de Vrijwilligerscentrale is geïnteresseerd in de verhalen die zij te horen krijgt van ervaringsdeskundigen, vooral als het op het gebied van mensen met een beperking of een (chronische) ziekte is. 

Ahmed merkt op dat er bij stichting Onze Hoop en Assadaaka veel mensen met een beperking werken, omdat hij zelf ook ervaringsdeskundige is en dus weet wat er voor mensen met een beperking nodig is en hoe belangrijk het juist voor hen is. Hoewel hij mensen met een beperking heeft leren kennen als mensen die veel wilskracht hebben, merkt hij ook dat een heleboel organisaties die werken met vrijwilligers toch moeite hebben met mensen met een beperking. 

De medewerkster van Osira dat zij de mogelijkheden bekijken om een job coach voor mensen met een beperking te regelen. Ook het idee van een activiteitencentrum wordt goed ontvangen.

Wat kunnen we concluderen aan het eind van de middag?

Zelfs vrijwilligerswerk is voor mensen met een beperking moeilijk te vinden. Vaak is het niet in eerste instantie dat mensen geen geschikt werk kunnen vinden omdat dat er niet is, maar wel dat het gebouw niet goed toegankelijk is, dat er geen invaliden w.c' s zijn en dat er andere faciliteiten ontbreken zonder welke iemand niet kan werken.

Omdat vrijwilligerswerk zowel goed is voor het sociale leven van degene die het verricht als voor de participatie aan de maatschappij als voor de eigenwaarde is het belangrijk dat er aan bovenstaande dingen aandacht geschonken wordt.

Aanbevelingen:

-        Organisaties maken een speerpunt van de toegankelijkheid van gebouwen;

-        Er wordt meer gezorgd voor facilitaire ondersteuning;

-        Mensen met een beperkingen moeten weten waar zij laagdrempelige begeleiding kunnen vinden bij het vinden van vrijwilligerswerk, dus communicatie;

-        De mogelijkheden voor vrijwilligerswerk voor mensen met een beperking in kaart brengen en volgen;

-        De juiste bemiddeling voor de juiste persoon; bij de Vrijwilligerscentrale zou een bemiddelaar die de specifieke problemen van mensen met een beperking kent;

-        Aandacht blijven geven aan integratie en participatie voor mensen met een sociale achterstand of van migrantenafkomst.

INZET VAN ERVARINGSDESKUNDIGHEID

In het kader van signalering van knelpunten zijn een aantal aanbevelingen op een rij gezet en gedistribueerd. 

Aanbevelingen van 3 RECENTE bijeenkomsten van ONZE HOOP op een rij.

Afkortingen: MMH = Migranten met een handicap of chronische ziekte 


I        Evaluatie Onze Hoop 19 juli ‘11


Tegen welke problemen lopen we aan?

·         Migranten hebben enorme achterstand.

·         Ouderenzorg is taboe.

·         Het hebben van een handicap is taboe.

·         Bij instanties/loketten wordt je niet geaccepteerd als buitenlander.

·         Migranten hebben geen notie van het bestaan van buurthuizen/stichtingen om hulp te zoeken

·         Ouders, die vroeger van de tolkendiensten van hun kinderen gebruik maakten weten niets en vereenzamen snel, wanneer de kinderen uit huis zijn.

·         In ziekenhuizen zijn tolken nodig.

·         Instanties kleineren migranten door net te doen alsof cliënt niet goed Nederlands kan praten.

·         Migranten hebben er behoefte aan dat iemand met hen meegaat naar instanties, ook al om zich tegen discriminatie te wapenen.
-      Welke thema’s willen we in de toekomst gaan aanpakken? Al dan niet in het kader van collectieve belangenbehartiging.

·         Ouderdom.

·         WMO-loket (bejegening)

·         Dementie

·         Omgaan met homoseksualiteit

·         Ouderschap

·         Mantelzorgcoach

·         Veranderende wetgeving

·         Discriminatie
-      Spreekuren
De spreekuren van st. Onze Hoop voldoen aan de verwachtingen, zijn zinvol en bereiken die mensen die moeilijk bij reguliere instanties terecht kunnen. 

-      Vrijwilligers

Zijn in steeds grotere getale actief. Veel van hen zijn zelf cliënten of zijn dat geweest. Het vrijwilligerswerk geeft een goed gevoel. Mensen krijgen het gevoel mee te doen en mee te denken. Door mee te draaien in de organisatie hebben zij ook elementaire vaardigheden ontwikkeld en ervaring opgedaan.  Er zijn in het verleden trainingen geweest en men wil dat blijven doen. O.a.:

·         Assertiviteit

·         EHBO

·         Cognitieve Stimulatie

·         Organisatiemanagement.

II       Aanbevelingen van Conferentie “Zie mij nou!”, 20 oktober 2011


Miniconferentie over migranten met een handicap, de zorgsector en politiek beleid.

Doelstelling: doelgroep zichtbaar maken voor beleid en zorg (en welzijn), wederzijdse kennismaking.

A)        De conclusies uit Workshop 2 (match MMH - beleid) van Ali El Mouamin (Dienst wonen, zorg en samenleven) en Prof. Dr. Arnoud Verhoeff (GGD) waren:

Ten aanzien van het eerste onderwerp, Bejegening werd er gevraagd naar ervaringen en de specifieke knelpunten. 

Er zijn twee aanbevelingen gedaan:             

1.       Toerusting & training van loketmedewerkers, dus:

Deskundigheidsbevordering

Bij behandeling van dit thema kwam naar voren dat een aantal deelnemers vindt dat de bejegening door loketadviseurs (bij de Loketten Zorg en Samenleven) verbeterd kan worden. Het is echter niet altijd duidelijk waar het bij de bejegening gaat om specifieke knelpunten voor migranten. Conclusie bij dit thema is om bij de deskundigheidsbevordering van loketmedewerkers, na te gaan of er voldoende aandacht is voor de specifieke behoeften van migranten.

2          Betrek zorg- en welzijnsaanbieders. Ook

migrantenorganisaties.

Uit de workshop is naar voren gekomen dat het belangrijk is om de samenwerking te zoeken met zorg- en welzijnsaanbieders en migrantenorganisaties. Door alle partijen te betrekken en de aanwezige expertise te benutten kan er veel meer bereikt worden.

Ten aanzien van het tweede onderwerp, Toegankelijkheid, was de conclusie:

De toegang moet vooral laagdrempelig blijven, in alle opzichten.

De toegankelijkheid van voorzieningen is niet altijd laagdrempelig. Uit de workshop is duidelijk naar voren gekomen dat er geen wens is voor ander beleid of voorzieningen voor migranten, maar dat de voorzieningen en het huidige beleid, ook toegankelijk en laagdrempelig moet zijn voor migranten.  Blijven investeren in de laagdrempeligheid van het aanbod, voor alle Amsterdammers is belangrijk.

B)        Hierna kwam Tineke Stricker aan het woord (workshop 3, match MMH – kwaliteit van zorg):

Met name de onbekendheid is een punt om de aandacht op te richten. Migranten halen veel informatie in hun netwerk, maar daar is de informatie niet altijd compleet, dus:

1          Richt je op professionalisering van sleutelfiguren in het netwerk. Maak ze bekend met de sociale kaart van de zorg in Amsterdam. Verbind daar eventueel een “keurmerk” of “kennispasje” aan.

2.         Bij huisbezoeken: let op of ieder op de juiste plek terecht komt. Dit vraagt om voorlichting en scholing van intermediairs. 

C)        En als laatste deed Rahma El Hannoufi verslag van de workshop ‘cultuurspecifieke aanpak’. Zij noemde als knelpunten die hierbij ’t meest prominent naar voren waren gekomen:

·         Taal

·         Schaamte / schuld / taboe

·         Sociale controle

·         Geloof.

Als aanbevelingen waren uit deze workshop naar voren gekomen:

·         Gebruik maken van ervaringsdeskundigen.

·         Onderwerp op agenda’s zetten.

·         Lotgenotencontacten.

·         Vraag en aanbod bij elkaar brengen.

III      Aanbevelingen Bijeenkomst “Eigen Verantwoordelijkheid” 16 november


  • Vrijwilligerswerk voor migranten met een beperking is vaak moeilijk te krijgen. Om uit hun isolement te komen is het juist heel erg belangrijk om wel vrijwilligerswerk te hebben, organisaties staan daar heel vaak niet voor open.
  • De moeilijk bereikbare mensen onder de migranten en vluchtelingen vragen niet vanzelfsprekend om hulp terwijl dat hard nodig is. Soms heel specialistische hulp omdat zij trauma’s hebben vanuit hun moederland. Soms zijn hele gezinnen geïsoleerd. – Anneke Bolle spreekt af met Malène Duijst en Ahmed El Mesri om dit onder de aandacht te brengen bij de Regenbooggroep.
  • Mantelzorg wordt vaak genoemd door de overheid. Maar de groep waar het om draait wordt veelal niet bereikt, omdat de groep niet in beeld is. De activiteiten die worden aangeboden zijn niet passend op wat de mantelzorger nodig heeft.
Het geld voor ondersteuning van Mantelzorgers gaat zo naar projecten waarbij de doelgroep die geïsoleerd is niet wordt bereikt en niet aan hun vragen wordt voldaan.

  • De oudere migranten, de mensen die hier in de jaren 1970 naar toe zijn gekomen is een groep die niet gewend is om hun problemen en ziekten onder de aandacht te brengen. Bij deze zogenaamde ‘oudere migranten’ is veel meer dan bij andere ouderen sprake van beperkingen, ziekte en een hulpvraag.
  • Het is nodig dat de huizen/instellingen voor ouderen meer cultuursensitief zijn. Oudere migranten willen soms samen met andere mensen uit hun moederland de oude dag doorbrengen. Zij blijven vaak tot op hoge leeftijd thuis omdat de tehuizen voor hen niet aantrekkelijk zijn en er geen ruimte is voor hun gebruiken. De 75 + migranten willen best naar een verzorgingstehuis als zij zich daar meer thuis zouden voelen, als er rekening met hun eetgewoonten wordt gehouden en indien zij contact kunnen leggen met de mensen die er wonen en werken. Je voelt je meer welkom als je je herkent in de anderen en ook de medewerkers.
  • Door de hoge parkeerkosten lopen eenzame mensen met een beperking bezoek mis van vrijwilligers. Geld is vaak een probleem. In Den Haag hebben burgers een bezoekerspas waarop zij hun bezoek gratis kunnen laten parkeren. Waarom kan dat niet in Amsterdam? In ieder geval voor de mensen die een beperking hebben en voor hun sociale contacten afhankelijk zijn van bezoek dat bij hen komt?

Conclusie


Een aantal kernbegrippen keren steeds weer terug in de discussies. Dat zijn ouderen, mantelzorg, sociaal isolement en lotgenotencontacten. Bij strategieën om uit dat sociaal isolement te raken wordt vaak vrijwilligerswerk genoemd. Vrijwilligerswerk is namelijk niet alleen maar een manier om eenzaamheid te bestrijden, maar ook om waardigheid en waardering (terug) te krijgen. Bij ouderen valt op dat ze nogal ouderwets zijn; bepaalde taboes en opvattingen over persoonlijke waardigheid leven bij hen vaak sterker.

Anderzijds werd o.a. tijdens de conferentie benadrukt dat personeel in zorg en welzijn meer geschoold moet worden. Onze Hoop wil meer dan in het verleden zich gaan toeleggen op het leggen van verbindingen met organisaties in zorg en welzijn, maar ook met de overheid.  


 Overzicht Bijeenkomsten Onze Hoop 2011

-       18-01-2011     Nieuwjaarsborrel

-       25-02-2011     Politiek Debat provinciale verkiezingen

-       29-03-2011     De ziekte van onbegrip en waardevolle zorg  

-       01-04-2011     Samenzijn voor migranten met een psychisch aandoening en hun verwanten

-       18-04-2011     Voorlichtingsbijeenkomst voor intermediairs bij Dienst Werk en Inkomen

-       25-04-2011     Samenzijn tijdens de Pasen

-       4 en 5 mei      Thema Oproep voor solidariteit

-       10-05-2011     Vrijwilligerswerk kan leiden tot armoedebestrijding en het doorbreken van sociaal isolement’

-       17-05-2011     Bijeenkomst – De Kanteling Wmo


-       02-06-2011     Thema: samenzijn voor migranten met een psychisch aandoening en hun verwanten tijdens nationale feestdagen

-       13-06-2011     Samenzijn op 2de Pinkstermaandag

-       13-06-2011     ‘Zijn de buurthuizen toegankelijk voor iedereen?’

-       18-07-2011     Thema: armoede en isolement bestrijding

-       19-07-2011     Thema: Wat wij willen!

-     Maandag 15 augustus 2011 Thema: Anti-discriminatie

-     Maandag 22 augustus 2011 Thema: Homo-emancipatie en bestrijding van homofobie

-     Vrijdag 26 augustus 2011 Thema: Armoede-bestrijding en sociaal isolement

-     Donderdag 01 september 2011 Thema: Vrouwenemancipatie

-     27 september 2011 Thema: Eenzaamheid  

-     30 september 2011 Thema: Eenzaamheid

-     vrijdag 7 oktober 2011 Thema: Antidiscriminatie

-     18 okt. 2011 Thema: Homo-emancipatie en bestrijding van homofobie

-     20 oktober 2011 Miniconferentie over migranten met een handicap, de zorgsector en politiek beleid

-     28 oktober 2011 Thema: Homo-emancipatie en bestrijding van homofobie

-     01 november 2011 Thema: Stop huiselijk geweld

-     10 november thema Dag van de dialoog: Jong & Oud 

-     11 november thema Stop huiselijk geweld

-     14 november thema Discriminatie!

-     16 november thema Eigen verantwoordelijkheid

-     22 november thema remigreren en de Remigratiewet

-     24 november thema samen praten over opvoeding

-     29 november thema Opvoeding

-       07 december thema Meervoudig gediscrimineerd

-       08 december thema vrijwilligerswerk voor mensen met een handicap

-       09 december thema Opvoeding

-       15 december thema Vrijwilliger Wegwijzer in de Nederlandse samenleving

-       16 december thema over remigreren en de Remigratiewet

-       22 december thema eenzaamheid en armoede.



©stichting Onze Hoop
Binnenkort:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten